Autotest | BMW 5-serie
De lancering van een nieuwe generatie BMW 5-serie is altijd een moment waarnaar velen uitkijken. Niet minder voor ons, al borrelde dat gevoel ditmaal niet meteen. Zelden ging BMW zo evolutionair te werk. Althans wat design betreft. Onderhuids is er meer nieuws te vinden. Maar is het genoeg om als gloednieuw ervaren te worden?
“Genoeg over het feit dat de nieuwe 5-serie een voorzichtige stilistische evolutie is ten opzichte van zijn voorganger. Ons punt is gemaakt”
Herkenbaar, maar toch fonkelnieuw
Genoeg over het feit dat de nieuwe 5-serie een voorzichtige stilistische evolutie is ten opzichte van zijn voorganger. Ons punt is gemaakt. Wat overigens niet wel zeggen dat BMW niet wederom een bevlogen doch stijlvolle verschijning heeft neergezet. Waar en hoe je de nieuwe Fünfer ook parkeert en waar 'ie ook rijdt; het doet iets met de achtergrond en dat bedoelen we louter positief.In München was men dit kneepje voor het maken van een designstatement eigenlijk altijd al meester door het toepassen van zoveel zogeheten 'karakterlijnen'. Tijdens het Bangle-era nog het meest. Het gekke is dat menigeen juist blij is dat die periode – vernoemd naar Chris Bangle, BMW's hoofddesigner destijds – in het verleden rust, in de hoop dat een herhaling daarop nimmer meer terugkeert. Maar wat zien we op de intern geheten G30? Precies zulke stijlkenmerken die weleens de geschiedenisboeken in zouden kunnen gaan als de minste geliefde lijnen op een BMW.
De 'kieuwen' achter de voorste wielkasten bijvoorbeeld. Maar evenzo de nogal stompe, (te) breed aangezette neus wanneer je de 5-serie recht in het gezicht aankijkt. Niettemin, het is door deze designkeuzes waardoor je meteen gelooft dat feitelijk geen enkel carrosseriepaneel wordt gedeeld met de vorige generatie en de nieuwe 5 wel degelijk nieuwer dan nieuw is. Aan de maatvoering ga je dit überhaupt niet onttrekken. Die rust namelijk op millimeterwerk.
En hoe luidt de mening over het interieur?
Beetje hetzelfde eigenlijk. Het interieur is wel degelijk fonkelnieuw, al zou je dat eveneens niet meteen geloven. Ook hier wordt verder voortgeborduurd op de lijn die door de F10-generatie werd uitgezet. Niet iets om rouwig over te zijn overigens, want de samensmelting tussen vorm en functie behoort tot de absolute top in de industrie.Over functies gesproken. Daarin schuilt echt het grootste nieuws bij de nieuwe 5. Zo maakt gesture control z'n debuut, een (marketing)term voor de gebarenbediening voor het iDrive-infotainmentsysteem. Het komt overwaaien van de 7-serie en betreft de prille aanloop naar het volledig uitbannen van fysieke knoppen. Hoe dan? Wel, door bijvoorbeeld met je vinger rondjes in het luchtledige te draaien zet je het volume van de muziek hoger. Scheelt toch weer enig plastic. En het werkt perfect. Alleen niet zo precies. Veelal reageert gesture control net iets enthousiaster dan wenselijk. Het gevolg: bloedende oren als het volume al vrij hoog stond. Enige finetuning is dus zeker vereist, maar een veelbelovend begin is er in elk geval.
Kijk! Zonder handen
Wat dan weer zonder brokken gaat, is parkeren op afstand. Via enkele kliks op de bemeten maar o zo heerlijk kitscherige Display Key (lees: contactsleutel). Net nut in de praktijk ontgaat ons enigszins, maar de blits ermee maken doe je zeker. Meer een gadget dus, waarmee de nieuwe 5-serie aardig vol zit. Je kan het zo gek niet bedenken of het zit erop. Tenminste, op onze testauto. Maar let op: wie veeleisend is, moet financieel pijn lijden. Op een extra rekening van tien- zo niet twintigduizend aan accessoires zit je zo. Dat is ook BMW. Semiautonoom rijden kan de 5-serie nu ook. En zowaar: filerijden terwijl we zelf achter het stuurwiel zaten voelde nooit eerder zo ontspannen. Links, rechts, voor, achter; sensoren en camera's te over die alles nauwlettend in de gaten houden en je zonder kleerscheren door chaotisch verkeer loodsen. Zelfs op hoog tempo, want een semiautomatische 5-serie kan tot een snelheid van 210 km/h zelfstandig accelereren, remmen en (bij)sturen. Kán willen we benadrukken. Of het verstandig is alles in elektronische handen te leggen is een tweede.Nauwelijks groter, maar wel ruimer?
Ja. De nieuwe 5-serie mag dan nauwelijks gegroeid zijn, BMW claimt dat er meer been- en hoofdruimte voorhanden is dan voorheen. Hoewel we deze fact check achterwege hebben gelaten, geloven we het meteen. Ruimte is er voor- en achteraan in namelijk overvloed, wat je natuurlijk ook mag verwachten van vijf meter aan koetswerk.Zoek je ook maximale opbergruimte voor je spullen, dan ben je sowieso beter af met de Touring-variant. Daarin past standaard 570 liter, met een uitbreiding tot liefst 1.700 liter. De Sedan verschaft 530 liter aan bagageruimte. Zeker ook niet onaardig, al is de doorgang lang niet zo praktisch als bij de stationuitvoering (die daarnaast ook nog over een afzonderlijk te openen achterruit beschikt).
En hoe rijdt dat?
Verrukkelijk. Wij reden de 520d, op papier de basisdiesel maar die zich allesbehalve hoeft te schamen met 190 pk en 400 Nm aan trekkracht. Meer vermogen heb je in principe niet nodig. In Nederland niet en daarbuiten eveneens niet. Het tweeliter blok spreidt zijn krachten zonder enige drama uit om het bij 225 km/h van de luchtweerstand te verliezen. Dat het bij die snelheid nog steeds fluisterstil is, is misschien nog wel de grootste pluim voor de 5-serie. Wat een rust. Wat een comfort.“Dat het bij die snelheid nog steeds fluisterstil is, is misschien nog wel de grootste pluim voor de 5-serie.”
Met de optionele adaptieve demping kan je als bestuurder naar hartenlust variëren tussen wollig zacht, de gulden middenweg en behoorlijk bij de pinken voor een auto van dit formaat. Zo dynamisch als de vorige generaties waren is er niet meer bij, ondanks de gewichtsbesparing van gemiddeld 100 kilogram. Maar het stuurgevoel is evenwel vanouds: vloeiend en heerlijk precies. Oké, een puntje van kritiek dan. De geluidsproductie van de tweeliter diesel past niet echt bij een auto als deze. Gelukkig is dit enkel hoorbaar bij een koude start tot aan het bereiken van de bedrijfstempratuur, maar toch. Een troost kan gevonden worden in het lage verbruik van niet meer dan 5,0 l/100 km. Zonder enige moeite en inclusief Freude am Fahren op z'n tijd.
Dit of toch een E-klasse?
Dat laten we geheel aan jou over. Beide zijn voortreffelijke auto's. Over beide valt zowaar hetzelfde te oordelen. Net als Mercedes-Benz heeft BMW zich ervan afgemaakt met een minimum aan inspanning. Qua design tenminste. In Stuttgart ten opzichte van de C- en S-klasse, in München in vergelijk met de vorige generatie 5. Het exterieur is een voorzichtige evolutie. Het interieur zelfs bijna identiek, terwijl de buitenmaten eerder millimeters dan centimeters schelen. Fijn voor wie dat allemaal perfect was, maar jammer voor wie eens wat anders wil.Het grote nieuws is echt onzichtbaar. De behoorlijke gewichtsbesparing bijvoorbeeld met als positief gevolg een betere efficiëntie en verbruikscijfers. En eenmaal onderweg voelt de 5-serie nog comfortabeler dan hij al was, terwijl je als inzittende omgeven wordt door meer snufjes dan ooit tevoren. Is het genoeg voor de komende 5 à 6 jaar? Lastig te zeggen. Al is er een stemmetje in ons dat fluistert: heel veel beter worden (zaken)auto's niet.