Autotest | Toyota C-HR

Toyota is laat. Dat wordt niet ontkend. Evenwel gaf het naar eigen zeggen de perfecte gelegenheid doorgewinterde spelers in de crossover-markt te bestuderen. Het onverwachte is: de C-HR lijkt in niets op wat er momenteel te koop is.

De C-HR is de meest opzienbarende Toyota sinds de introductie van de Pruis in 2007. Hier valt geen speld tussen te krijgen. Wat bezielde de Japanners het zo anders te doen dan de rest? Als je dit op de persoon af vraagt, blijkt men bij Toyota ook nog altijd een beetje versteld te staan van zichzelf. 'We wilden het segment opschudden...' luidt het ietwat mompelend. Nou, dat is dan gelukt!

De Japanners tonen lef om met zo'n gewaagd auto-ontwerp te komen. Als groentje, maar misschien nog wel meer als mérk Toyota. De C-HR strookt totaal niet met waar Toyota normaliter voor staat. Maar hé, is de crossover niet juist een kind van de gedachte naar iets anders te verlangen dan het orthodoxe? De waarheid zal ergens in het midden liggen, zo meent ook topman Akio Toyoda. En juist daarom was dit voor Toyota het perfecte moment om zich een spannender imago proberen aan te meten. Met 'betrouwbaar zijn' alleen red je het niet meer als modern automerk. Toyoda ziet dat tijdig in.

Claustrofobisch gevoel, maar niet klein

C-HR staat voor Coupé High Rider. Dit behoeft geen verdere uitleg. Je hoeft de C-HR maar voor een seconde aan te staren en je weet waarom. Apart is 'ie zonder meer. 'En krapjes zeker?' was een veelgehoord vooroordeel tijdens onze test. Niets is minder waar, zo blijkt, ook al oogt de C-HR wel degelijk kleiner dan bijvoorbeeld een Renault Kadjar of Kia Sportage. Twee volwassenen van gemiddelde lengte en postuur kunnen prima achter elkaar zitten. En ondanks de sterk dalende daklijn blijft je haar piekfijn in model. Ook op de achterbank.
“Alsof je je in de GT86 waant.”

Dat de C-HR desondanks enigszins claustrofobisch kan aanvoelen is aan de kleine achterruiten te wijten, die ook nog eens geblindeerd zijn. Natuurlijk (zon)licht schijnt hierdoor beperkt het interieur binnen, waardoor het achterin beklemmend kan aanvoelen. De hoog opgetrokken heuplijn van de carrosserie en de brede C-stijl helpen hierin ook niet. Wie veel bagageruimte zoekt kan sowieso beter verder kijken. Met 377 liter is de Toyota C-HR geen pakezel.

Speciaal welkom

De beste plek is hoe dan ook voorin. Hier heeft Toyota zichtbaar haar best gedaan om ook hier speels uit de hoek te komen. Het centrale scherm eist de meeste aandacht op. Niet zo gek, want het is enorm. Althans, de behuizing, want het display an sich is met een diameter van 7 inch gemiddeld. De bediening ervan laat overigens weinig te wensen over. Voor het veranderen van de interieurtemperatuur hadden we liever fysieke knoppen gezien. Dat werkt gewoon fijner, evenals voor het kunnen fluctueren van het audiovolume. Wel maakt het dashboard nu een opgeruimde indruk.

Over het materiaalgebruik eveneens geen klagen. Op de rubberachtige strip, die over de volle breedte van het dashboard loopt, en hier en daar een paneeltje of hendel na haalt de C-HR het niveau dat verwacht mag worden in dit (prijs)segment. Dit is weleens anders bij Toyota's. Bovendien is er slim omgesprongen met de vormgeving van diverse oppervlakken. Een diamantpatroon in de portieren, subtiele glitters of kunstleder op de grotere panelen, een toefje pianolak; de mix laat je als inzittende(n) speciaal voelen. Zo'n binnenkomer kun je enkel toejuichen.

Van twee walletjes

Je merk al wel: de Toyota C-HR wil nadrukkelijk een alternatieveling zijn in een segment dat geboren is uit de wens naar variëteit. En dat doet het niet enkel op esthetisch vlak. Kruip achter het stuur en je zal merken dat de zitpositie lager en actiever is dan bij de Seat Ateca en consorten. Zelfs de Mazda CX-5. Je zit minder 'op de bok'. De zitpositie van de C-HR houdt het midden tussen dat van een SUV en een hatchback. Een bewuste keuze waarmee Toyota de (showroom)deuren voor de hatchback-rijder (van een ander merk) tevens wagenwijd openzet.

Wordt dit alles doorgezet in het rijgedrag?

Om maar met de deur in huis te vallen: ja. Zo speels als de Toyota C-HR eruitziet, zo rijdt hij ook. De besturing is relatief licht maar reageert alert en precies. Tegelijk is het onderstel met straffe demping minder vergevingsgezind dan dat we van compacte crossovers gewend zijn. Soms kan de auto hierdoor gaan dribbelen op zijn wielen en een tikkeltje nerveus aandoen, maar gelukkig zijn de veren soepel genoeg om voldoende comfort over te houden. Niettemin voel je aan alles dat de C-HR niet vies is van een potje sturen. De Toyota heeft er duidelijk plezier in.
“Beginnersgeluk of gewoonweg een geslaagd product?”

Neem namelijk ook de handbak van de 1.2-viercilinder. Snaarstrak schakelt die, met heerlijk korte slagen. Alsof je je in de GT86 waant. Eigenlijk het enige dat ervan weerhoudt om verder meegesleept te worden is het vermogen van de kleine turbomotor. 116 pk staat nu eenmaal niet garant voor strepen trekken. Toch doet de 1.2 Turbo zijn best er iets moois van te maken en daar hoort ook bij zich gedeisd kunnen houden als dat gewenst is.

Er is ook een C-HR Hybrid, voorzien van dezelfde aandrijflijn als de Prius. Het rij- en weggedrag is vergelijkbaar met dat van de 1.2 Turbo, ware het niet dat de Hybrid – dankzij het batterijenpakket – steviger op de weg ligt en inherent daaraan een vleziger stuurgevoel biedt. En diesels? Daarover kunnen we kort zijn: die zijn er niet. Een gemiste kans allicht, al maakt Toyota zich hier geen zorgen over. De eerste duizend orders voor Nederland – in een week tijd – zijn al binnen… Beginnersgeluk of gewoonweg een geslaagd product? Dat laatste als je het ons vraagt.
Tip
Veilig en zorgeloos de donkere maanden door
Veilig en zorgeloos de donkere maanden door

Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.

Redactie
Door Redactie

Voor jou geselecteerd

Wekelijks autoplezier in je mailbox?

  • ✓ Mis geen belangrijk autonieuws
  • ✓ Exclusieve verhalen alleen voor jou
  • ✓ Speciale kortingen en acties