Autotest | Skoda Superb
'Hoe gaat Skoda zich hieruit redden met de volgende generatie Superb?' Dat was onze hypothese toen we de balans opmaakten na uit de destijds gloednieuwe Octavia gestapt te zijn. Nu, twee jaar en een deftige testrit met Skoda's nieuwe vlaggenschip later, volgt daarop het verlossende antwoord.
4,86 meter! Zo lang is de nieuwe Skoda Superb. Nog een paar centimeter erbij en het E-segment, waarin bijvoorbeeld de Audi A6 opereert, begint peentjes te zweten. Als menig auto die uitkomt in deze hogere klasse dat al niet doet. De grenzen van een D-segmentauto (voor zover die gelden) heeft de Superb ruimschoots doorbroken. Niet eens zozeer aan de buitenzijde, want daar kwam slechts 2,5 centimeter aan koetslengte bij. Nee, indrukwekkend zijn vooral de extra centimeters tussen de beide assen. Maar liefst 8 centimeter kwam er aan wielbasis bij. 'Als dat maar goed gaat?!', was onze eerste reactie toen dit gegeven kenbaar werd gemaakt. Waarom? Nou, omdat een enorme wielbasis van 2,8 meter zelden gepaard gaat met een elegant lijnenspel. Bij bijvoorbeeld Bentley komt dat meestal wel op z'n pootjes terecht, maar hoe anders is dat als je als designer werkzaam bent voor Skoda. Daar wordt iedereen op de vingers gekeken door boekhouders die nog steeds Sovjet-achtige vraagprijzen nastreven. En wanneer het budget zo kort gehouden wordt zijn compromissen veelal een noodzakelijk kwaad. 'Iedereen zal zien dat het Skoda lukt deze hersenbreker te kraken', luidt de overtuiging van de PR-dame toentertijd. Nou, oordeel vooral zelf nu de nieuwe Superb (digitaal) in volle glorie voor je staat. Wij stonden in elk geval eventjes perplex bij het ontvangen van de eerste foto's. En in het echt is de auto zowaar nog fraaier. Een zeer knappe prestatie.
En toen was het ontwikkelingsbudget op zeker?
Skoda geeft toe dat veel geld is opgegaan aan het exterieur, maar natuurlijk is het geen karige bedoening zodra de portieren worden geopend. Die Skoda-tijden liggen reeds ver achter ons. Maar mocht er alsnog iemand menen dat Skoda's derderangs Volkswagens zijn, dan is een bezoek aan de Skoda-dealer echt een verplicht nummertje voor die persoon. De indruk dat de Superb en de nog niet zo lang geleden geïntroduceerde Passat zij-aan-zij zijn ontwikkeld heerst sterk zodra je plaatsneemt op welke zitplaats ook, en vervolgens je ogen en tastzintuigen de vrije loop laat. Nergens tref je materialen en een afwerking aan die niet thuishoren in dit segment.
Niettemin, wanneer je er een studie van maakt valt wel degelijk op te maken waarom de Passat enkele duizenden euro's duurder mag zijn. Als de kleinste details mee zouden tellen scoort die Volkswagen namelijk net even iets hoger op de cachetladder. Zo oogt het portierdesign van de Superb een tikkeltje fantasieloos, missen we een laagje stof waar dit wenselijk is (om rammelende spulletjes te voorkomen) en blijft het aantal tierelantijntjes, zoals trendy '3D'-achtige paneeltjes en andere ornamenten, een stuk beperkter. Het is muggenziften, maar toch. In het felbevochten D-segment worden veldslagen hierop beslist.
“Nog een paar centimeter erbij en het E-segment, waarin bijvoorbeeld de Audi A6 opereert, begint peentjes te zweten.”
Ontdek onze krachtige, volledig elektrische SUV met een rijbereik tot 572* km.
En dat voor een vriendenprijs!
Wat is het prijsverschil met de Passat dan precies?
Een kleine drieduizend euro. Voor een deel weet de Passat dit prijsverschil dus te rechtvaardigen. Maar de Superb compenseert dit weer (om deze strijd maar even voort te laten duren) met zeeën van (been)ruimte. Ter illustratie: een bestuurder van twee meter kan prima 'achter zichzelf' zitten. Zelfs nonchalant onderuit zitten is er nog bij; de knieën zullen niet snel in de knel geraken. De Superb is zo ruim dat je je gaat afvragen hoe lang het duurt voordat taxibedrijven massaal de weg naar de Skoda-dealer hebben gevonden. Een vanaf de achterbank te verstellen rechtervoorstoel heeft Skoda alvast in de brochure opgenomen om aan te geven dat de Superb uitermate geschikt is om in gechauffeerd te worden.
Hoe zit met de luxe?
Ook dan zit je goed in de Superb. Naast de voor de hand liggende zaken pakt Skoda uit met adaptieve cruise control, een systeem dat automatisch afstand bewaart tijdens filerijden, grootlichtassistentie, dodehoek-waarschuwing, automatisch inparkeren en een achteruitrijcamera die zelfs 'om de hoek' kan kijken zodat het kruisend verkeer kan detecteren en zo nodig de Superb tijdelijk op de rem zet om ongelukken te voorkomen. Mocht je je afvragen waar het volledig digitaal instrumentarium en Trailer Assist (dat aanhangers automatisch weet in te parkeren) blijven, die zijn niet voor de Superb beschikbaar, waarmee de hiërarchie binnen de Volkswagen Groep zich toch nog eventjes laat gelden.
Het mooie van een Skoda is weer dat de luxe een stuk vriendelijker geprijsd is dan in Duitsland. Zo bedraagt de meerprijs van het nieuwe Smart Light Assist (grootlichtassistentie inclusief dodehoekwaarschuwing en rijstrookassistentie) een acceptabele € 700,- en hoef je tevens niet eerst een nier te verkopen voor een fraaie set lichtmetalen velgen die de (grote) wielkasten mooi opvullen. Ook niet te vergeten zijn de bekende 'Simply Clever'-oplossingen. Zo zijn de paraplu's die op een regenachtige dag uit de portieren zijn te trekken als vanouds van de partij. Naast slimme handigheidjes ook gewoon leuke gimmicks.
“Als wij nu in een Octavia zouden rijden, dan is er voor ons niet meteen een reden om onmiddellijk over te stappen.”
Wat een goed nieuwsshow. Geldt dat ook voor het rijgedrag?
Nu wordt het ietwat lastiger. Eén en ander hangt namelijk af van de verwachtingen die je vooraf stelt. De Superb rijdt prima en is zeer stil. Het is zelfs goed mogelijk dat er geen comfortabelere auto in dit segment te koop is. Voorzien van het (optionele) adaptieve onderstel en met de modus Comfort ingeschakeld drijft de Superb op zijn veren zoals je dat nog maar zelden tegenkomt. Zelfs in Normal blijft het onderstel erg soepel. Dit zonder wantrouwend aan te voelen overigens, want de besturing is precies goed voor een auto als deze: niet te licht en niet te zwaar en voldoende direct. De verschillen tussen de rijmodi zijn goed merkbaar, want in Sport wordt de veerweg ineens een stuk korter. Maar een straffere vering alleen resulteert nog niet in rijplezier. En daar wringt 'em de schoen een beetje.
Want is het niet zo dat een vlaggenschip een speciaal randje moet hebben dat andere modellen van hetzelfde merk niet bezitten waardoor de meerprijs in één klap gerechtvaardigd wordt? Wij menen van wel. Deel je deze visie, dan kleurt de Superb ook voor jou misschien wel erg keurig binnen de lijntjes. Laten we het anders zeggen: als wij nu in een Octavia zouden rijden, dan is er voor ons niet meteen een reden om onmiddellijk over te stappen.
Bij nader inzien dus toch niet zo'n goede deal?
Integendeel, de nieuwe Superb is een topdeal. Momenteel is er geen enkele andere auto in deze klasse die zoveel bang for the buck biedt. Punt. In het bijzonder valt er veel te halen voor de voornaamste doelgroep: de zakelijke rijder. Liefst drie motoren zijn bedeeld met 20% bijtelling, mits gekoppeld aan een handbak. De pret kan wat drukken als een benzineauto (van de werkgever) een verplichting is, want de fiscus beloont enkel de diesels. Tot aan de 190 pk en 400 Nm sterke 2.0 liter TDI aan toe zelfs.
Zelf reden we de 1.6 TDI Greentech met 120 pk en 250 Nm. Een fijne, stille motor waarmee je – in Nederland – prima met het verkeer kan meekomen. Maar niet eentje die je enthousiasmeert om er eens lekker voor te gaan zitten. Kampeerliefhebbers en anderen die regelmatig een aanhanger achter de Superb willen koppelen doen er verstandig aan minimaal de tweeliter-diesel te kiezen. Voor extra ballast komt de basisdiesel de nodige trekkracht te kort. Zeker als de eindbestemming in het heuvelachtige buitenland ligt.
Hetzelfde devies geldt ook voor de voordeligste benzine: de 1.4 TSI met 125 pk. Beter is het de 150 pk sterke versie te kiezen. Die zou moeten volstaan en voelt zelfs lekker levendig aan. Al wordt het gemis van rijplezier in het algemeen hiermee niet vereffend. Bovendien is deze motorvariant uitgerust met cilinderuitschakeling bij deellast. Dat twee cilinders soms voor spek en bonen meedoen, daarvan merk je niets. Het is de boordcomputer die dit aangeeft. In eerste instantie met de melding tussen de tellers dat Cilinder on Demand actief is en op langere termijn aan de verbruiksmeter. Zo is 6,4 l/100 km met een beetje goede wil prima te halen.
Een Mondeo dan maar...?
Als rijplezier voorop staat is die Ford inderdaad de betere keus. Of een Mazda6. Zelfs de Passat kwam - ondanks het gelijke gewicht van 1.275 kilogram - lichtvoetiger op ons over. Al zal een rechtstreeks vergelijk dat echt moeten uitsluiten. Is rijgenot minder relevant, dan kun je in deze klasse simpelweg niet om de nieuwe Skoda Superb heen. Prijzen beginnen bij 28 mille.
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.