In deze krappe Volvo youngtimers en klassiekers voel je je nooit opgesloten
Sinds de 1800 ES heeft Volvo een speciale relatie met glas als constructiemateriaal. Tijdens een rit door Zweden duiken we in de glazen historie van Volvo én Zweden. Niet alleen met de Volvo 1800 ES, maar ook met de Volvo 480 en Volvo C30.
Toen in 1971 de shooting brake-versie van de Volvo P1800 werd gepresenteerd, kreeg de auto al snel de bijnaam ‘Sneeuwwitjes doodskist’. Vanwege zijn glazen achterklep, de enorme achterste zijruiten en flinterdunne dakstijlen wekte de Volvo ES 1800 associaties met het bekende sprookje. Daarin maakten de Zeven Dwergen een glazen kistje voor de vergiftigde prinses, alvorens de ‘schoonste van het land’ door de prins op het witte paard weer wakker gekust werd. En ze leefden nog lang en gelukkig.
Meer youngtimerverhalen lezen? Meld je aan voor onze nieuwsbrief!
De 1800 ES leefde niet bijster lang en maakte de fabrikant ook niet bijster gelukkig. Al na twee jaar en slechts 8100 geproduceerde exemplaren, werd het verhaal van de sportief ogende shooting brake weer uitgeblazen. Het was inmiddels 1973 en eigenlijk was de auto ook wel achterhaald. Want net als de P1800 waarop hij gebaseerd was, gebruikte hij nog veel techniek uit de Volvo Amazon, die origineel uit 1957 stamde.
Nederlandse Volvo 480 ES is erfgenaam 1800 ES
Anders dan Sneeuwwitje, werd de Volvo 1800 ES nooit wakker gekust, wel kwam er in 1986 een remake. Daarmee hoopte Volvo wellicht mee te liften op de iconische status die de shooting brake inmiddels onder klassiekerverzamelaars had bereikt. En ook nu is een Volvo ES 1800 nog een gewilde, kostbare klassieker.
De moderne opvolger van de 1800 ES was de Volvo 480 ES en werd bij de Nederlandse Volvo-fabriek in Born gebouwd. Het was de eerste voorwielaangedreven Volvo ooit en tevens de chique voorbode van de modalere Volvo 440 (hatchback) en 460 (sedan).
Eerste voorwielaangedreven Volvo
Volvo had grootse plannen met de 480, die vooral in de Verenigde Staten furore moest maken. Door de sterk gedaalde dollarkoers werd de auto echter veel te duur voor de Amerikanen. Een ander manco was de 109 pk sterke 1,7-liter Renault-motor. Die zorgde voor prestaties die op z’n hoogst redelijk waren. Maar eigenlijk sloten ze onvoldoende aan bij het veelbelovende, dynamische uiterlijk. Wie kijkt naar de scherpe neus, de klapkoplampen en - uiteraard - glazen achterklep, verwacht meer.
De in 1988 geïntroduceerde Volvo 480 Turbo (120 pk) was eigenlijk - niet al te pittige - mosterd na de maaltijd. Ondanks de tegenvallende verkoopaantallen bleef de Volvo 480 negen jaar in productie en met een productie van 76.375 stuks overtrof hij de 1800 ES ruimschoots. Desondanks zijn tweedehands Volvo's 480 zeldzaam.
Volvo C30 zet glastraditie voort
Na opnieuw een vrij lange tussenperiode, recyclede Volvo in 2006 voor de tweede keer het concept van de coupé-met-glazen-achterklep. Dit keer kwam hij ná de sedan (Volvo S40) en stationwagon (Volvo V50) op dezelfde basis (P1-platform). De Volvo C30 werd geleverd met tal van motoren, waarvan de vijfcilinder T5 (220 pk) de meest begeerlijke was.
In 2009 kreeg de Volvo C30 een opfrisbeurt, die hem van voren meer op de Volvo C70 cabrio-coupé deed lijken. De tot dusver laatste ‘glasbak’ van Volvo was commercieel gezien zeker niet de minste. Gedurende de zevenjarige productieperiode liepen er bijna 210.000 van de band. Een tweedehands Volvo C30 is dan ook goed te vinden.
Ontdek onze rijk uitgeruste en eigenzinnige SUV met o.a. multi-functioneel stuur.
En dat voor een vriendenprijs!
Zweedse glastraditie
Helaas maakt Volvo nu geen echte coupés meer, al willen de Zweden de Volvo C40 daar graag voor laten doorgaan. Voor ons is dat echter vooral een suv, bovendien is de achterklep van staal. Dat betekent niet dat Volvo glas als constructiemateriaal helemaal aan de wilgen heeft gehangen. In sommige duurdere modellen treffen we een glazen pookknop aan. Die maakt Volvo niet zelf, maar is afkomstig van de 300 kilometer verderop gelegen Orrefors Glasbruk, bij het plaatsje Kosta in Småland.
Bosrijk gebied
De provincie Småland ligt ten zuidoosten van Volvo’s bakermat Göteborg en kende ooit meer dan honderd kleine en grote glasblazerijen. Dat de glasindustrie vanaf de 17de eeuw juist hier floreerde, had twee redenen. In de eerste plaats was hier volop van de grondstof kwartszand aanwezig, in de tweede plaats kon in dit bosrijke gebied goedkoop brandhout voor de glasovens worden gewonnen.
Zweeds ambacht vs. Chinese massaproductie
Tegenwoordig worden de glasovens gestookt met Noors gas en zijn er nog maar zo’n twintig ambachtelijke glasblazerijen over. In een tijd dat Jan en alleman zijn in massa geproduceerde spulletjes bij Ikea, Amazon en AliExpress koopt, vinden we dat alsnog een wonder. Ook de productie van glas is een wonderlijk fenomeen, zo ervaren we in de Orrefors-fabriek.
1700 graden Celsius
Men neme zand, of eigenlijk siliciumdioxide, voegt er wat hulpstoffen aan toe en vervolgens doet de hitte van 1700 graden Celsius de rest. Althans, zo lijkt het. Maar wanneer een van de glasmeesters ons glimlachend de blaaspijp in handen en mond duwt, ervaren we dat de opleiding voor dit ambacht niet voor niets jarenlang duurt. “Na zeven jaar heb je de basisbeginselen onder de knie, pas daarna kun je je met glaskunst gaan bezighouden”, aldus een glasmeester.
Overweldigend glasoppervlak Volvo 1800 ES
Na de loodzware oefening in de glasblaaskunst, is de terugreis van 300 kilometer een rustgevende bezigheid. Zelfs in de vijftigjarige Volvo 1800 ES. Ondanks de hoge gordellijn is het glasoppervlak overweldigend. Je zit in een zee van licht op licht krakende, met zwart leer beklede stoelen. Ondertussen klinkt de tweeliter red block-motor schor maar vitaal vanonder de lange motorkap.
Triest plakhout
Wie het metalen dashboard met blauwe meters uit de Volvo P1800 kent, kan niet anders dan teleurgesteld zijn door het trieste plakhout dat als ondergrond dient voor de doodgewone zwarte klokkenwinkel in de ES 1800. Het sloot begin jaren 70 waarschijnlijk aan bij de voorkeur voor gefineerde meubels en donkere kleuren, maar wij vinden het origineel uit de sixties veel fraaier.
De rode vloerbedekking vrolijkt ons weer wat op, evenals de wat grofstoffelijke, maar redelijk vlotte rijbeleving. De injectiemotor levert ruim 120 pk, waarmee hij de 1180 kg wegende auto desgewenst in minder dan 11 seconden naar de 100 km/h stuurt. Daarbij brult de motor vervaarlijk, maar gelukkig kun je hem met de elektrische overdrive een beetje tot rust manen.
Op constante snelheid neuriet de 1800 ES hees mee met de eeuwig zingende bossen op de terugweg naar Göteborg. Van de weinige medeweggebruikers krijgen we vele opgestoken duimen. Ook op het Zweedse platteland herkent iedereen dit - inmiddels waardevolle - icoon.
Lichtvoetige Volvo 480
We verruilen de gepimpte sixties-sferen in de 1800 ES voor de grijze kunststofwereld van de jaren 80 in de 480 ES. Daar hebben ronde, organische vormen plaatsgemaakt voor strenge, hoekige contouren. Het instrumentarium voorziet in een gigantische hoeveelheid informatie en het grote, dikke stuur ligt prettig in de hand.
Ooit had het grijze velours met rode biesjes op de voor- en achterstoelen een chique uitstraling, veertig jaar later oogt het vooral gedateerd. De zit is daarentegen nog prima. Vergeleken met zijn voorganger voelt de 480 lichtvoetig aan en vooral de sterk verbeterde torsiestijfheid maakt de voorwielaandrijver tot een veel modernere auto. Nog altijd is de 120 pk sterke turbomotor geen klinkers verslindend monster, maar je komt moeiteloos mee met het moderne verkeer.
Volvo C30 met vijfcilinder diesel
Na 100 kilometer in de 480, maken we opnieuw een sprong in de tijd en nemen we plaats in de Volvo C30. Dit grijze exemplaar heeft de bekende vijfcilinder diesel in de neus, goed voor 180 pk. Indruk maakt de motor vooral met zijn koppel van 350 Nm, dat al vanaf 1750 tpm paraat staat.
Wat geluidsbeleving betreft zouden we de D5 liever verruilen voor de T5 op benzine. En dan gecombineerd met een handbak, in plaats van de trage vijftrapsautomaat. Die sonoor grommende vijfcilinder benzinemotor past eigenlijk ook beter bij een coupé als deze dan de altijd licht dreunende D5.
Grote Volvo in het klein
Zo compact als de C30 is, op het gebied van soliditeit en rij- en zitcomfort, doet hij niet onder voor zijn grotere broers. De nieuwe Volvo EX30 is dus niet de eerste grote kleine Volvo … Alleen het afdekzeiltje voor de bagageruimte van de C30 is een ielig onding. Het interieur met de zwevende, waterval-achtige middenconsole oogt daarentegen nog altijd elegant. ‘Onze’ auto heeft zelfs dodehoekwaarschuwing aan boord. Zolang het niet te hard regent, werkt het systeem nog prima ook.
Volvo C30 als youngtimer
De instap richting achterbank is verre van handig, maar eenmaal gezeten in de separate zitplaatsen, hebben achterpassagiers verrassend veel hoofdruimte. We hebben niet de illusie dat de Volvo C30 dezelfde iconische status bereikt als de 1800 ES, maar voor nu heb je er een fijne youngtimer aan.
Wie hoopt op een toekomstige klassiekerstatus en prijs stelt op een beetje pit, raden we dan wel dringend de T5 aan. De viercilinders zijn het toch net niet, terwijl de turboloze vijfcilinder motoren doen denken aan Al Bundy uit Married with Children. Ze zijn alleen een beetje vooruit te branden als je ze enorm achter de broek zit en er flink wat drank ingiet.
Volvo Museum Göteborg
Terug uit het Glasrijk, besluiten we onze tijdreis bij het Volvo-museum in Göteborg. Of dit ook de definitieve eindbestemming is van Volvo’s rijdende glaskunst, weten we niet. Houdt de fabrikant het nu bij glazen pookknoppen uit Småland? Of staat er in Göteborg een glasmeester op die een nieuwe reïncarnatie van de 1800 ES tekent? Een futuristische coupé met veel glas en een 428 pk sterke elektrische aandrijflijn zien wij best zitten. Dat wordt in elk geval Volvo’s snelste glasbak ooit.
Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.