Tom over zijn Rover 75: "Volgens mijn vader geef ik meer geld uit aan water dan aan benzine"
Iemand die als driejarige al op een quad reed en op zijn elfde over Zandvoort scheurde, verwacht je op zijn 24ste eigenlijk in een Formule 1-auto. IVA-student Tom Schutte rijdt liever in zijn comfortabele Rover 75 …
De een komt de ware liefde tegen in de kroeg of op een festival, de ander vindt de partner van zijn leven na veel swipen via Tinder. Zo niet Tom; hij zocht en vond zijn ideale metgezel op Marktplaats.nl. We hebben het niet over zijn vriendin, maar over zijn tweede grote liefde: een Rover 75.
Na een halfjaar acht verkennende ‘dates’ te hebben gehad, vond hij begin 2023 een prachtige white gold Rover 75 uit 2002. Vlak bij huis, nota bene. Maar hoe komt een twintiger bij een auto die je vooral associeert met oudere, pijp rokende heren, gekleed in een corduroybroek en een slipover?
Autoliefde met de paplepel ingegoten
Dat de liefde voor auto’s bij Tom met de paplepel werd ingegoten, is een understatement. Terwijl andere autoliefhebbers beweren benzine in hun bloed te hebben, is er bij vader en zonen Schutte sprake van een beetje bloed in hun benzine. Bij de Schuttes thuis gaat het altijd over auto’s. Als de vriendinnen van Tom en zijn oudere broer Marc op bezoek zijn, doen ze hun best om over iets ander te praten, maar dat houden ze meestal maar twaalf seconden vol.
Mis geen youngtimerverhaal en schrijf je in voor onze gratis nieuwsbrief!
Dat is misschien ook niet zo gek als je opa en vader allebei leraar autotechniek waren, je vader op hoog niveau aan motorcross heeft gedaan en zijn werkzame leven grotendeels aan klassiekers heeft besteed. Zo reed Schutte senior vijf keer als monteur mee met de Mille Miglia en zes keer met de Nuvolari-rally.
“Vader en zonen Schutte hebben geen benzine in hun bloed, maar een beetje bloed in hun benzine”
Op zijn elfde met 180 km/h over Zandvoort
Tom: “Mijn broer en ik waren nog maar zes en drie jaar oud of we deden al mee aan de kindercompetitie voor 50cc-quads. Ook hebben we al heel jong leren autorijden. Ik herinner me nog goed dat ik op mijn elfde meeging naar Zandvoort, waar je op een speciale jeugddag vanaf je twaalfde het circuit op mocht."
"De hele weg ernaartoe had ik geoefend op mijn ‘aangepaste’ geboortedatum. Op het circuit mocht je met je vader of moeder maximaal 60 km/h rijden. Dat konden wij allang, maar de organisatie had ook twee auto’s waarin je samen met een professionele race-instructeur de baan op kon: een Mercedes C-klasse en een Mitsubishi Outlander."
"Ik wilde het liefste in de Mercedes, maar verloor steen-papier-schaar van mijn broer en dus moest ik in de Outlander. Ik kon maar nauwelijks over het stuur heen kijken, toch mocht ik de snelheid op het rechte stuk opvoeren tot zo’n 180 km/h. Mijn broer trof een veel strengere instructeur en kwam nauwelijks boven de 100 uit. Zat ik toch nog in de goede auto!”
Het begon allemaal met een Rover 200 BRM
De autoliefde zit de Schuttes dus in de genen; of - zoals vader Schutte het uitdrukt - ‘de benzine kruipt waar-ie niet gaan kan’. Toch ontlook de voorkeur voor Rover pas een jaar of acht geleden, nog voordat één van beiden zijn rijbewijs had …
Wil jij ook met je neo-klassieker of youngtimer in de gedrukte versie
van Auto Review en op de website? Meld je aan bij de redactie!
Tom: “Toen een ex-werknemer van mijn vader met een Rover 200 BRM kwam voorrijden, begon het balletje te rollen. Het Brooklands Green van de carrosserie in combinatie met het oranjerode leren interieur en de grille in dezelfde kleur, vond ik ontzettend leuk. En het verhaal erachter nog meer.”
Tom verwijst naar de raceauto’s die Rover en BRM (British Racing Motors) in de jaren 60 bouwden en waarin onder anderen de racelegende Jackie Stewart reed. Ook hun auto’s waren groen, maar op een zeker moment besloot BRM om de neus in de bedrijfskleur oranje te spuiten. Dat zorgde voor een betere herkenbaarheid op het circuit.
Liever een Rover dan een Alfa
Ook over de sportieve rijeigenschappen van de 200 BRM was Tom enthousiast en het plezier dat de auto hem bracht, vond hij niet terug in zijn Alfa Romeo Mito. Die verruilde hij daarom voor een Rover. Inmiddels bestaat de Schutte-verzameling uit twaalf auto’s; allemaal Rovers en MG’s, waarvan vier 200’s BRM. Twee daarvan hebben opeenvolgende kentekenplaten en ook wisten de Schuttes de hand te leggen op een Rover 214 met een kenteken dat in de serie past.
“Er rijdt nóg een 200 BRM rond die we graag aan de verzameling zouden toevoegen, maar die werd vlak voor onze neus verkocht.” Ook schijnt er een Rover Streetwise te zijn met een collectable kenteken, maar die hebben de Schuttes tot op heden niet kunnen vinden.
BMW-Rover als opvolger Honda-Rover
Toms white gold Rover 75 maakt sinds begin dit jaar deel uit van de collectie. ‘Officieel’ is het Toms dagelijkse auto, al geeft hij toe dat hij er vooral plezierritjes mee maakt. Hij is er nu eenmaal op gebrand om de 75 netjes te houden. Tom is gevallen voor het tijdloze, chique design, de vele mooie details van de auto en het boterzachte comfort. Daarnaast rijdt hij graag in een auto die je niet op elke straathoek ziet.
In 1999 waren wereldwijd ruim 53.000 autokopers minstens zo enthousiast over de splinternieuwe Rover als Tom nu. Het model had in 1998 op de autoshow van Birmingham zijn première beleefd en viel op door zijn Britishness. Zeker vergeleken met zijn voorganger, de Rover 600. Dat was immers net de Accord van Honda, Rovers eerdere samenwerkingspartner. Nadat BMW Rover in 1994 had overgenomen, was de 75 het eerste volledig nieuwe, veelbelovende eigen Rover-model. Maar het optimisme over de toekomst was niet van lange duur.
Rover snel weer aan de dijk gezet door BMW
Aanvankelijk werd de 75 gebouwd in de Cowley-fabriek in Oxfordshire. Nadat BMW Rover alweer in 2000 aan de dijk zette, verhuisde de productie onder de paraplu van de nieuwe MG Rover Group naar de Longbridge-fabriek bij Birmingham. Naast de 75 Saloon, was er ook een Tourer, een fraai gestileerde stationwagon met een - à la BMW - separaat te openen achterruit.
De normale 75’s waren voorwielaandrijvers en werden geleverd met vier- en zescilinder motoren. De instapper was een 1.8 met 120 pk, de turboversie leverde 150 pk. Daarboven kwamen twee zescilinders, met 2,0 of 2,5 liter inhoud (150 tot 177 pk). Onder zakelijke 75-rijders was de 2.0 CDT(I) populair, voorzien van een 116 of 131 pk sterke BMW-diesel. Vanaf 2001 leverde de fabrikant ook de MG ZT, een iets sportiever aangeklede versie van de Rover 75.
Verkoopcijfers Rover 75 daalden snel
Na het debuutjaar daalden de verkoopcijfers flink. De facelift van 2004, waarbij vooral de neus onder handen werd genomen, bracht niet de gehoopte kentering. De meest bijzondere varianten van de auto waren de Rover 75 V8 en de MG ZT 260, met een in lengte geplaatste V8 van Ford in de neus. De achtcilinder dreef niet de voorwielen aan, maar stuurde zijn 260 pk naar de achteras. De auto kreeg bovendien een bredere middentunnel, een aangepaste achterwielophanging en krachtiger remmen.
Er liepen slechts 166 stuks van de 75 V8 van de band, tegen 717 MG’s ZT 260. Met het faillissement van de MG Rover Group in 2005, kwam tevens een eind aan de carrière van de Rover 75 en MG ZT. Tot die tijd waren er zo’n 211.000 geproduceerd. In China werd de auto in aangepaste vorm nog tot 2016 doorgebouwd als Roewe 750.
Van een oud opaatje geweest
Na een aantal 75’s kritisch te hebben bekeken, vond Tom zijn Rover 75 2.5 V6 automaat bij een oudere man, nota bene in een naburig dorp. “Hij had de auto nog niet zo lang, maar vanwege artrose kon hij er nauwelijks mee rijden. Af en toe maakte hij ‘s avonds laat even een ritje heen en weer door de staat. Tijdens het verkoopgesprek bleek dat de man graag wilde dat zijn auto naar een liefhebber ging die er goed voor zou zorgen. En blijkbaar heb ik hem kunnen overtuigen.”
“Waag het niet om de deuren van Toms Rover te hard dicht te gooien!”
Dat verbaast ons niets, want Tom past beter op zijn 75 dan een moederolifant op haar kalf. Met uitzondering van zijn broer en vader, laat hij er niemand in rijden. “Ja, en dan belt hij nog elk uur om ons te vragen of alles goed gaat!”, vertelt broer Marc lachend. “En o wee, als je met Tom meerijdt en het waagt om de deuren te hard dicht te gooien …”
“Vanwege deze auto en de manier waarop ik ermee omga, word ik door mijn vrienden wel ‘opa’ genoemd. Inderdaad ben ik er extreem netjes op. Na aankoop heeft mijn broer, die professioneel detailer is, hem helemaal gepolijst. Alleen zit er rechts in de voorbumper nog een scheurtje. Dat is lastig te repareren en voor het mooie moet er een andere bumper op. Maar ja, dan is het niet meer origineel. Dus daarover sta ik een beetje in dubio.”
Een ander detail waar Tom niet blij mee is, zijn de naafkapjes van de wielen: “Dit lichtmetaal hoort eigenlijk onder een V8. Ik vind het design schitterend en ze zijn een maatje groter, alleen is het Rover-logo op de naafkapjes van na de facelift van 2004. Inmiddels heb ik een setje besteld met het juiste logo.”
Technisch perfect
Ondanks een kilometerstand die richting de twee ton gaat, is de 75 technisch in perfecte staat en dankzij een goede tectyllaag bijna roestvrij. Op het krikpunt rechtsachter na. “Totdat dat verholpen is, loop ik er liever niet langs.” De auto is aantoonbaar goed onderhouden. “Alle beurten zijn uitgevoerd door voormalig Rover-dealer Rovee in Noord-Holland. Hoewel ik het onderhoud best zelf kan doen, overweeg ik om hem daarheen te blijven brengen totdat het serviceboekje helemaal is vol gestempeld.”
Tom geeft meer geld uit aan water dan aan benzine
Tom peinst er ook niet over om met zijn Rover op pad te gaan als er gepekeld is. Sterker nog, als hij ongepland door een regenbui rijdt, wacht hij tot de straten weer droog zijn en spoedt hij zich vervolgens naar de wasbox. Daar wast hij de auto met een eigen borstel, en mocht hij die vergeten zijn, dan spoelt hij de borstel van de wasserette eerst helemaal schoon.
Volgens zijn vader geeft Tom per week meer geld uit aan water dan aan benzine … Tom zegt op zijn beurt dat z’n vader en broer geen haar beter zijn: “Als er kans op hagel is, rijden we de auto’s die buiten staan snel naar de parkeergarage van de buurtsupermarkt. Zodra de bui over is, rijden we ze weer terug. Da’s een hele logistieke operatie, maar we lopen geen risico op hagelschade.”
Interieur ruikt als nieuw
Wanneer we Toms auto goed bekijken, spatten de goede zorgen er vanaf. De carrosserie glimt aan alle kanten, de lichtmetalen wielen zijn smetteloos en het schitterende beige interieur oogt en ruikt als nieuw. Het betreft de meest luxe Sterling-uitvoering, voorzien van leren bekleding en elektrische stoelverstelling - mét geheugen.
Tom: “Handig voor als er eens iemand anders in rijdt. Aan de andere kant heb ik dat liever niet, haha.” Een navigatiescherm ontbreekt evenmin en er is zelfs een tv-ontvanger aan boord. Daar is tegenwoordig alleen nog maar sneeuw op te zien, maar in 2002 kon je vanuit je leren stoel naar Idols en Meiden van De Wit kijken. Tijdens ons rondje 75 ontdekken we op de achterklep zowaar een volledig verkleurd logo. Wat is dat nou Tom?! Met een bezorgde blik komt hij naar ons toe, maar als-ie ziet wat we bedoelen, zegt-ie glimlachend: “Er is al een nieuwe onderweg.”