Wil je winst maken op je auto? Deze 5 youngtimers gaan geheid in waarde stijgen
Als je een klassieke auto’s of youngtimer niet alleen als hobby ziet, maar ook als potentieel spaarpotje, is het slim om de Hagerty Bull Market List te raadplegen. Daarop kun je een auto uitzoeken die de komende tijd vrijwel zeker meer waard wordt. Voor sommige heb je al een flink beginkapitaal nodig, voor andere valt dat mee. Welke van deze 5 zou je willen hebben?
Elk jaar stelt de Amerikaanse verzekeringsmaatschappij Hagerty een lijst samen met klassieke auto’s en youngtimers die zo gewild zijn, dat ze in waarde gaan stijgen. Deels zijn dat auto’s die nu al een lieve duit kosten, maar er zitten ook betaalbare modellen tussen. We hebben wel een kanttekening: deze toplijst geldt voor het Verenigd Koninkrijk. Toch verwachten we dat ook Nederlandse liefhebbers er hun voordeel mee kunnen doen.
1 - Maserati 3200 GT (1998 – 2002)
Zeker vergeleken met Porsches 911 uit dezelfde periode, is de Maserati 3200 GT een koopje. Vanaf ruim 15.000 euro ben je al in business. Voor dat bedrag koop je een bijna 400 pk sterke V8 in een oogstrelende verpakking. Wij vinden tenminste dat Giorgetto Giugiaro kans heeft gezien elegantie en spierballenvertoon prachtig te combineren. Zijn opvolger, de Maserati Coupé, oogt bijna net zo fraai, totdat je de achterkant ziet. Vanwege Amerikaanse keuringseisen verdwenen de fraaie boemeranglichten van de 3200 GT, om plaats te maken voor veel saaiere lampunits.
Ontdek onze rijk uitgeruste en eigenzinnige SUV met o.a. multi-functioneel stuur.
En dat voor een vriendenprijs!
Helemaal lyrisch worden we van het hitsige geluid dat de Italiaan voortbrengt. Alsmede van de overtuiging waarmee hij ons in de beige leren kussens drukt. En zoals een ruitvormig klokje in een Maserati tikt, tikt het nergens. Maar voordat je je laat verleiden door de Maserati 3200 GT, zouden we nadrukkelijk informeren naar de onderhoudshistorie. Een aankoopkeuring lijkt ons evenmin een overbodige luxe, want onderdelen en reparaties zijn bij dit soort raspaarden niet goedkoop.
2 - Ferrari 458 Italia (2010 – 2015)
In 2010 moest je bijna 250.000 euro neertellen voor een nieuwe Ferrari 458 Italia. Een tweedehandsje heb je voor bijna een ton minder. Tenminste, dat is de goedkoopste 458 Coupé die wij kunnen vinden. Wil je ‘s zomers de wind door je haar of over je kale knar voelen blazen, dan moet je niet één, maar twee spaarvarkens slachten.
Maar toch. Als je alleen maar negatieve spaarrente moet betalen en prins Bernhard je telkens voor is als je een leuk vastgoedobjectje op het oog hebt, dan is een Ferrari 458 een prima investering. Volgens Hagerty zijn de prijzen in 2021 wereldwijd met 3,7 procent gestegen ten opzichte van 2020. Daarmee accelereert de waarde niet zo hard als de auto zelf (0-100 km/h in 3,4 s), maar we kennen aandelen die het minder goed doen.
3 - New Mini Cooper (2001 – 2006)
Met de reïncarnatie van de klassieke Mini schoot BMW in 2001 midden in de roos. Hij was dan wel ruim 50 centimeter langer dan het oermodel, de New Mini liep nog steeds over van de charme. En – minstens zo belangrijk – hij reed nog altijd zeer vermakelijk. Volgens Hagerty is er momenteel veel belangstelling voor de eerste generatie New Mini, en dan met name voor de Cooper en Cooper S. De auto’s staan nooit lang te koop en ook op veilingen gaan ze grif van de hand.
Let wel op de onderhouds- en reparatiehistorie, want de motoren – bij deze generatie afkomstig van Chrysler – kenden de nodige gevoeligheden. Voor een Mini Cooper met maximaal een ton op de klok betaal je minimaal 4000 euro. Daar kun je je bij een goed onderhouden exemplaar nauwelijks een buil aan vallen.
4 - Renault Clio Williams (1993 – 1995)
Van 1989 tot 1997 werkte Renault intensief samen met het Formule 1-raceteam van Williams. Beroemde coureurs als Nigel Mansell, Alain Prost, Damon Hill en Jacques Villeneuve haalden met Williams-Renault allemaal de wereldtitel binnen. Alleen: hoe kun je deze successen transformeren naar een braaf Cliootje? Die uitdaging ging Renault aan, nadat het in 1992 met Williams de eerste constructeurstitel had binnengehaald.
De inspanningen leidden een jaar later tot de Renault Clio Williams. Het Williams-raceteam had niets met de ontwikkeling te maken, Renault Sport deed alles zelf. De Renault Clio Williams zou in een oplage van 3800 worden gebouwd, waarbij elke auto een eigen nummerplaatje kreeg. Aanvankelijk beschikte de Clio Williams over een 135 pk sterke 1,8-liter zestienklepper met injectie, later hing Renault er een 150 pk sterke tweeliter in.
Ben je op zoek naar een leuke gebruikte liefhebbersauto?
Inspiratie vind je in de wekelijkse Auto Review-nieuwsbrief
Een Renault Clio Williams was meteen te herkennen aan zijn donkerblauwe kleur (Bleu Sport metallic), in combinatie met goudkleurige wielen. Het werd al snel een liefhebbersauto, waar Nederlandse fans graag 50.000 gulden voor overhadden. Renault besloot dan ook om de productie van de Williams uit te breiden.
Eerst met nog eens 1600 auto’s, maar omdat de vraag onverminderd groot bleef, stokte de teller uiteindelijk pas bij 12.000. Alleen verdween het unieke nummerplaatje en werd de blauwe kleur licht aangepast. Vooral de Clio’s mét typeplaatje zijn tegenwoordig gewild. De prijzen variëren sterk: van 13.000 tot 40.000 euro. Volgens Hagerty zit hier nog veel stijgingspotentieel in.
5 - Porsche Boxster (1996 – 2004)
Volgens veel liefhebbers hebben echte Porsches de motor achterin liggen. Toch besloot het merk eind vorige eeuw om een roadster met middenmotor te ontwerpen. Het resultaat, de eerste Porsche Boxster, verscheen na een lange aanloop in 1996 op de markt. Drie jaar eerder had Porsche op de Detroit Motor Show al de Boxster Concept getoond. De tweezitter met watergekoelde zescilinder boxermotor werd een verkoopkanon en speelde een belangrijke rol in de herrijzenis van het destijds kwakkelende Porsche. Dat de prijs ruim vijftig procent hoger kwam te liggen dan Porsche had aangekondigd, kon de pret niet drukken. Al werd de pret pas écht groot met de introductie van de 252 pk sterke Porsche Boxster S in 1999.
Lange tijd was de Boxster een voordelig alternatief voor Porsche-liefhebbers die de prijzen van oudere 911’s te gortig vonden. Nu ‘de markt’ de Boxster heeft ontdekt, vertonen de prijzen een stijgende lijn. Al is een Boxster nog altijd veel bereikbaarder dan een 911. Van alle Boxsters die op veilingen worden aangeboden, wordt 89 procent verkocht. Toegegeven, een Porsche 924 is voordeliger, maar die heeft geen boxermotor. Als je per se een Porsche met een flat six wilt hebben, wacht dan niet te lang met de aanschaf van een Boxster, want de prijzen lopen hard op. Check wel eerst ons koopadvies.
Welke verzekering je ook kiest, met Univé ga je binnen 10 minuten voordelig en goed verzekerd de weg op.