Snelste Jaguar ooit

Op het moment dat Porsche de 959 presenteerde en Ferrari met de F40 kwam was er ook bij Jaguar een steeds sterkere roep voor een supersportauto. Die hadden de Britten, na de XK120, lange tijd niet meer gehad. En dat terwijl het voor Jaguar juist zo nodig was om de racekwaliteiten ook naar de openbare weg te vertalen. In de 40 jaar die er tussen de XK120 en de XJ220 zat had Jaguar vele Le Mans-overwinningen op haar naam weten te schrijven en werden er talloze bloedstollende conceptcars gepresenteerd. Die laatsten werden echter nooit in productie genomen…

Droom
Het was tijd voor een nieuwe supercar. In 1984 begon een klein team onder leiding van ontwikkelingsdirecteur Jim Randle aan de verwezenlijking van deze droom. Het doel was om een hypermodern ogende Jaguar te ontwikkelen die werd aangedreven door een ruim 500 pk sterke V12 met aandrijving op alle vier de wielen. Om er zoveel mogelijk uit te halen werd de auto grotendeels opgetrokken uit aluminium en besteedde designer Keith Helfet veel aandacht aan de aerodynamica. Voorwaarde was natuurlijk wel dat de auto aan de regelgeving moest voldoen om op de openbare weg te verschijnen. Want dit zou een auto worden die niet als zoveelste conceptcar het museum in zou gaan.

Ontwikkeling
Na bijna vier jaar ontwikkeling was het team er klaar voor. De XJ220, die zijn naam dankt aan zijn gewenste topsnelheid van 220 mph, moest debuteren op de British Motor Show in 1988. Pas een week voor zijn onthulling op de show werd de officiële goedkeuring gegeven door de directie. En gelukkig maar. De auto werd namelijk met opvallend veel enthousiasme ontvangen en de gelimiteerde productie van 220 exemplaren sprak veel liefhebbers aan. Ondanks dat de XJ220 nog niet productieklaar was kwamen er al flink wat bestellingen binnen. Onder meer de Sultan van Brunei en Elton John plaatsen hun handtekening onder het voorlopige koopcontract. En dat ondanks dat de prijs op dat moment nog niet bekend was.

V12
Direct na de presentatie op de Britse autoshow moest het team door gaan met de ontwikkeling en de auto klaarstomen voor productie. Een proces dat uiteindelijk nog ruim vier jaar in beslag nam. Er moesten de nodige zaken worden aangepast om aan de eisen te voldoen voor productieauto’s. Zo werden de opvallende deuren vervangen door meer conventionele exemplaren en werd hier en daar aan de vormgeving geboetseerd. Maar veel erger nog, de V12 moest het veld ruimen. In verband met milieuwetgeving en het formaat van de motor werd het blok vervangen door een V6. En dat was een opvallende beslissing. Nooit eerder werd een Jaguar aangedreven door een V6 en zeker een supercar niet. Het 3.5 liter metende blok was afkomstig uit de Rover Metro 6R5 rallyauto en voorzien van een dubbele turbo. Ondanks dat het vermogen met bijna 550 pk net zo hoog was als bij de V12 waren de critici, maar ook de klanten, niet zo enthousiast.

Snelste ter wereld
Eind 1989 kondigde Jaguar officieel aan dat de auto in productie ging. Het prijskaartje bedroeg een slordige £ 361.000,- en twee jaar later werd het eerste exemplaar geproduceerd in de speciaal gebouwde fabriek in Bloxham nabij Oxford. Tussen 1992 en 1994 rolden er 208 exemplaren van de band. Alsnog 12 minder dan Jaguar aanvankelijk had gepland. De auto was er niet minder bijzonder om. Met zijn topsnelheid van 354 km/h was de Jaguar XJ220 een aantal jaren de snelste productieauto ter wereld (tot de komst van de McLaren F1 in 1994). En als je de speciaal geprepareerde XF-R niet meetelt is de XJ220 tot op heden de snelste productie-Jaguar ooit.