Van top tot flop: 7 knotsgekke auto's van 1955 tot 2023
Gewone auto’s zijn er al genoeg. Maar als een ontwerper eens gek wil doen, wordt-ie meestal beteugeld door marketeers en boekhouders. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen, zo bewijzen deze 7 bijzondere modellen van de afgelopen dezennia.
1. Tesla Cybertruck (2023)
Dat het geniale grenst aan het gekke. Dat toont Elon Musk tegenwoordig vooral op X. In 2019 deed de Tesla-oprichter dat vooral nog door de roestvrij stalen Cybertruck aan te kondigen. Vanwege allerlei technische uitdagingen duurde het echter tot eind 2023 voordat het apparaat in productie ging. Z’n elektropower (845 pk, 1345 Nm) is angstaanjagend. Maar dat is nog niks vergeleken met het ontwerp van de reusachtige pick-up. Dat is scherper dan een Japans keukenmes, en meteen de reden dat de auto in de EU niet straatlegaal is. De voetgangersveiligheid blijkt niet gebaat bij een neus die je dwars doormidden klieft. Amerikaanse voetgangers hebben hier geen last van, die trekken gewoon meteen een vuurwapen als de Cybertruck dreigend op hen afkomt …
Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.
2. Renault Avantime (2001)
Lang voordat het begrip crossover gemeengoed werd, introduceerde Renault een auto die het midden hield tussen een MPV, een coupé en een stationwagon: de Avantime. De motorkap liep door in de voorruit, terwijl de achterruit bijna kaarsrecht was. De kont deed denken aan die van de toenmalige Renault Mégane. De twee portieren waren zó groot dat Renault een speciale, ingewikkelde ophanging bedacht. Daarmee kon je ook in krappe parkeervakken gemakkelijk in- en uitstappen. Een middenstijl had de auto niet. De Renault Avantime werd gebouwd door Matra, dat eerder de Renault Espace produceerde. Getuige de verkoopcijfers zat niemand op de Avantime te wachten. Na nog geen twee jaar en 8540 exemplaren gooide Renault de handdoek in de ring.
3. Citroën DS (1955)
De term 'knotsgek' is misschien wat oneerbiedig tegenover de Citroën DS, toch mag deze baanbrekende auto hier niet ontbreken. Al was het maar omdat meerdere mensen letterlijk flauwvielen toen ze de ‘buitenaardse’ auto in 1956 voor het eerst zagen. Daarnaast is deze Citroën, zeker voor zo’n extreem ontwerp, zeer succesvol geweest. De ‘Snoek’ was 20 jaar in productie en werd ruim 1,3 miljoen keer verkocht. Dat het ontwerp van beeldhouwer Flaminio Bertoni zo in de smaak viel, is des te bijzonderder, omdat de eisen die eraan ten grondslag lagen, vooral technisch en praktisch waren. De architectuur van de auto was vastgelegd door André Lefèbvre, die in de vliegtuigindustrie had gewerkt en hamerde op stroomlijn (ook van de bodemplaat), een laag gewicht en een rotsvaste wegligging.
4. Smart Crosssblade (2002)
Nog voordat de Smart Roadster uitkwam, introduceerde Smart de Crossblade. Het autootje oogde als en extreem studiemodel, maar was in feite een tot op het bot gestripte Smart Fortwo Cabrio. Twee scharnierende balken fungeerden als deuren en een achterruit ontbrak. En in plaats van een voorruit, was een kunststof schermpje gemonteerd. De elementen hadden dus vrij spel in het interieur, dat derhalve regenwaterproof moest zijn. Vandaar dat de oranjerode bekleding aan een rubberboot deed denken en de externe toerenteller het veld had geruimd. De prestaties van de in 2000 stuks geproduceerde Crossblade waren minder spannend dan z’n looks. De honderdsprint nam 18 seconden in beslag en de top was begrensd op 135 km/h. Zanger Robbie Williams maalde er niet om: hij kocht Crossblade nummer 008.
5. Mercedes SLR Mclaren (2003)
Anders dan veel andere supercars, trok de Mercedes SLR McLaren de aandacht niet met skirts, spoilers en luchthappers. Het was vooral z’n disproportionele neus die opviel. Die was nodig omdat Mercedes de 5,5-liter V8-motor (met compressor en 626 pk) zo ver mogelijk naar achteren had geplaatst voor een optimale gewichtsverdeling. Minstens zo markant waren de wafelpatronen in de voorschermen, met daaronder de uitlaten in de dorpel. Mercedes ontwikkelde de auto samen met McLaren, als eerbetoon aan de Mercedes 300 SLR uit de jaren vijftig. De SLR McLaren - met vleugeldeuren, uiteraard - bleef vijf jaar in productie en kostte ruim 6 ton. Hij sprintte in 3,3 seconden naar de honderd en had een top van 334 km/h.
Doe jezelf of een andere autoliefhebber voor de feestdagen een Auto Review-abonnement cadeau. Nu extra voordelig!
6. Volkswagen XL1 (2014)
In 2014 leek een plug-in hybride met dieselmotor de voorzet te geven voor een heel nieuwe generatie CO2-arme auto’s. De Volkswagen XL1 had een officieel verbruik van 0,9 l/100 km, oftewel 1 op 111! En toen brak het dieselschandaal los waarin Volkswagen de hoofdrol speelde … Dat de XL1 zo zuinig was, kwam niet alleen door zijn tweecilinder turbodieseltje (48 pk) en diens 27 pk sterke elektrohulp. Ook de lichtgewicht carrosserie (825 kg) van koolstofvezel en aluminium leverde een belangrijke bijdrage. De Cw-waarde bedroeg slechts 0,189, wat mede te danken was aan de geringe hoogte (1,15 m), de bijna volledig dichte wielkasten achter en de ruitloze achterkant (hallo, Polestar 4!). Met een prijs van ruim 112.000 euro was de XL1 allesbehalve goedkoop.
7. Lexus LM 350h (2023)
Veel mensen vinden de Fiat Multipla de lelijkste auto ooit. Daar zijn wij het niet mee eens, bovendien was het design van de Multipla niet alleen origineel, maar ook superfunctioneel. Dan de Lexus LM, een gigantische, superdeluxe MPV. Ja, rechte hoeken zijn gunstig voor de binnenruimte, maar waar is die exorbitante neus goed voor? Wij dachten dat dergelijke auto’s het vooral in Azië en de VS goed deden, maar ook op ons continent schijnt er belangstelling voor te zijn. Zo veel zelfs dat Lexus hem ook in Europa - gelukkig niet in Nederland - gaat voeren. De hybride LM is gebaseerd op de al langer bestaande Toyota Alphard, maar richt zich op klanten die een praktischer alternatief zoeken voor een limousine. Tja.
Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.