Deze Skoda met kleine motor werd ook wel de Porsche van het Oosten genoemd
De gigantische bagageruimte van de Skoda Superb is legendarisch. De geschiedenis van Skoda staat bol van de modellen die elk op hun eigen manier bijzonder zijn. We geven je 5 voorbeelden, waaronder een Skoda die Porsche de stuipen op het lijf joeg.
Skoda 130 RS (1975) - Porsche van het Oosten
Tijdens zijn carrière behaalde de Skoda 130 RS fenomenale successen op nationaal en internationaal niveau. Hij versloeg rivalen die krachtiger waren en kreeg al snel de respectabele bijnaam ‘Porsche van het Oosten’. De 130 RS had een lichtgewicht frame met aluminium carrosseriedelen (dak- en deurpanelen) en onderdelen van met glasvezel versterkte kunststof (spatschermen en motorkap).
De Skoda 130 RS werd aangedreven door een achterin geplaatste viercilinder benzinemotor met een inhoud van slechts 1,3-liter. Het vermogen begon bij 112,5 pk en werd voor de circuitversie geleidelijk opgekrikt tot 142 pk. Het grootste pluspunt was echter niet zijn kracht, maar het dynamische rijgedrag.
De tweedeurs coupé woog slechts 720 kilo en zijn lichte en uitgebalanceerde ontwerp hielp coureurs zowel in de bochten, als op de rechte stukken waar ze het gaspedaal vloerden.
Skoda Felicia Fun (1995) - gewild verzamelaarsobject
Hoewel je het misschien niet verwacht, is de boterbloemgele Skoda Felicia Fun daadwerkelijk in productie gegaan. Je kon hem ook in Nederland kopen. De grootste verrassing van de auto zat achter de voorstoelen. De achterwand was verplaatsbaar: zodra je het scherm naar achteren klapte, kwamen twee extra stoelen tevoorschijn. Plotseling was de tweezitter een vierzitter geworden.
Het moest vervolgens niet gaan regenen, want de passagiers op de achterste stoelen hadden geen dak boven hun hoofd. Wel moest je elke keer een deel van de laadruimte inleveren, want zodra je de wand met stoelen naar achter bewoog, kromp de laadbak in lengte van 1,37 naar 0,85 meter.
Dit concept was zo uniek, dat je het niet verwachtte op een productiemodel. Maar van de Felicia Fun zijn toch echt 4016 exemplaren gebouwd. Tegenwoordig is de gele pick-up een gewild verzamelaarsobject.
Skoda Sport (1950) - lichtgewicht
Met de Skoda Sport deed Skoda in 1950 een gooi naar de overwinning in de 24 Uur van Le Mans. Onderhuids was de Sport nauw verwant aan een productiemodel: de Skoda 1101 Tudor uit 1946. Zijn centrale buizenframe en de voor- en achterassen werden een-op-een overgenomen. Het racen op hoge snelheid vereiste wel de nodige aanpassingen aan de remmen en de versnellingsbak.
De sedancarosserie van de Tudor maakte plaats voor een sportiever gelijnd aluminium exterieur. Hierdoor woog de Skoda Sport nog maar 590 kilo. Het vermogen van de 1,1-liter viercilinder motor werd met een Solex-carburateur opgekrikt tot een duizelingwekkende 50 pk, genoeg voor een topsnelheid van 140 km/h.
Met een volle tank kon vier uur lang geracet worden. De concurrentie moest vaker stoppen voor brandstof. De race op Le Mans ging goed totdat een borgveer van de zuigerpen brak en de auto alsnog uitviel.
Skoda Černá Hora-Montenegro (1909) - hoog en smal
Toen het bergachtige land Montenegro begin 1900 op zoek ging naar voertuigen die passagiers en pakketten konden vervoeren, kwam Skoda met de beste oplossing: de zogeheten ‘Černá Hora-Montenegro’-bussen. Voor de steile wegen en scherpe bochten werd het voertuig smal en hoog gemaakt, met voorwielen die heel scherp instuurden.
Om toch voldoende ruimte te creëren, plaatste Skoda de bestuurdersstoel boven de motor. Dat maakte de Černá Hora-Montenegro een verre voorvader van de moderne vrachtwagen met frontstuurcabine. Een 4,6-liter viercilindermotor stuurde 35 pk naar de houten achterwielen.
In de zomer van 1909 reed de eerste bestelwagen de toenmalige hoofdstad Cetinje binnen. Prins Nikola I (de toekomstige koning van het land) was zo content met de voertuigen, dat hij een aantal chauffeurs zilveren medailles opspeldde. Dat is een pakketbezorger van bol.com of Zalando vast nog nooit overkomen …
Skoda Ferat (1981) - bloeddorstig
In de Tsjechische horrorfilm Upír z Feratu (de vampier van Ferat) krijgt een dokter te horen dat zijn meest geliefde verpleegkundige als rallycoureur aan de slag gaat bij de buitenlandse autofabrikant Ferat. Tot dusver niks aan de hand. Totdat de dokter hoort dat de auto in kwestie op menselijk bloed rijdt …
Met de Ferat bewees Skoda dat een filmauto niet per se een steigerend paard op de motorkap hoeft te hebben. De auto begon zijn carrière in 1971 als flitsend studiemodel genaamd Skoda 110 Super Sport. Een beetje grootspraak was dat wel, want het viercilindertje van 1,1 liter leverde 72 pk. En harder dan 180 km/h ging-ie niet.
Het studiemodel werd jaren later onderhanden genomen voor de film. De auto kreeg nieuwe koplampen en achterlichten, en een enorme spoiler. In 1981 ging The Vampire of Ferat in première. Wellicht overbodig om te zeggen, maar de film heeft geen Oscar in de wacht gesleept.