Verkiezingen en autorijden? Geen kilometerheffing a.u.b., want leve de wegenbelasting!
Met de verkiezingen in aantocht, ben ik benieuwd naar de autobelastingplannen van de politieke partijen. Zo doemt hier en daar het K-woord (kilometerheffing) weer op. Hoewel ik me blauw betaal aan de wegenbelasting, zeg ik: houd het maar zoals het is. Want wat ik in de ons omringende landen toch weer heb meegemaakt ...
Voor onze twee auto’s thuis, (één diesel en één benzine) tikken we elke maand 202 euro aan wegenbelasting af. Dat vind ik een hoop geld. Maar goed, met beide auto’s samen rijden we ongeveer 28.000 kilometer per jaar. Dat is bijna drie keer zoveel als de gemiddelde Nederlander op de teller zet. In die zin betalen we misschien wel naar gebruik.
Blijf op de hoogte van de belastingontwikkelingen en meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief.
Hoelang blijven EV's wegenbelastingvrij?
Aan de andere kant steekt het een beetje dat EV-rijders met hun loodzware accubakken nog steeds gratis en voor niets ons mooie asfalt oprollen. Hoe lang dat nog zo blijft, is onduidelijk. Natuurlijk valt er iets voor te zeggen dat elektrische auto's straks niet meer belastingvrij rondzoemen, maar als de politiek auto's met verbrandingsmotor echt wil uitbannen, moet het wel aantrekkelijk blijven om EV te rijden. En ook de belastingplannen voor plug-in hybrides stellen niet echt gerust.
Van de 2424 euro die we jaarlijks aan mrb afdragen, hadden we afgelopen zomer een aardig vliegreisje kunnen boeken. In plaats daarvan pakten we onze tent in de auto en doorkruisten we Duitsland, Oostenrijk, Italië, Frankrijk, België en Luxemburg. Zo lieten we het Nederlandse wegennet drie weken en 4500 kilometer ongemoeid.
Ergernis over werkzaamheden en variabele snelheden autobahn
Daar kregen we geen korting voor. In tegendeel. Wat we wel incasseerden, waren talloze klappen en stoten van slecht onderhouden wegen. Ook ergerden we ons op de autobahn groen en geel aan talloze Baustellen en aan de onnavolgbare variatie van de maximumsnelheden. Wat mij betreft is de Duitse snelweg het meest overschatte asfalt, of beter gezegd: kedoengkedoengkedoeng-beton, ter wereld. Waarover we ons bij de oosterburen ook verbaasden, waren de rijkelijk laat of zelfs geheel níét aangekondigde afsluitingen van de – kwalitatief soms erbarmelijke – binnenwegen.
Tol in Oostenrijk en Italië
Voor een Oostenrijks tolvignet tikten we 29 euro af, en vervolgens moesten we voor de Brennerpas ook nog zo’n 10 euro extra betalen. In Italië wisten we de hagelstenen from hell gelukkig te vermijden, maar de tolwegen, daar was geen ontkomen aan. Het wegdek was redelijk, de tarieven niet. Tot in Umbrië en weer terug naar de Franse grens kostte ons bijna 130 euro. En als we eens een tolvrij Italiaans traject tegenkwamen, leek het wel of we over het werkterrein van een reusachtige Doctor Pimple Popper reden.
Lang leve de Franse péage en de Nederlandse wegenbelasting
Dan Frankrijk. Niets dan lof voor de péage. Strak asfalt, consequente snelheidslimieten en nauwelijks werkzaamheden. Dan heb je wat. Maar het kóst ook wat. Inclusief de Mont-Blanctunnel waren we ruim 100 euro kwijt. Fijne vakantie gehad, alleen hakte de totale tolrekening er wel in: 275 euro in nog geen drie weken!
Dan is de prijs die we betalen voor ons eigen fantastische wegennet bijna een koopje. Wel jammer dat buitenlandse weggebruikers er geen cent aan bijdragen … En ook dat we straks - als het aan sommige politieke partijen ligt - voor de extra kilometers in het buitenland óók Nederlandse kilometerheffing gaan betalen. Dat is technisch namelijk de gemakkelijkste en tevens de voor de overheid goedkoopste 'oplossing'. Daar is een vliegtaks niks bij. Dus wat mij betreft: lekker laten zo, die Nederlandse wegenbelasting!