Leo over zijn Daihatsu Copen: "Met deze auto heb je meer bekijks dan met een Lamborghini"
Normaliter zul je de woorden ‘stoer’ en ‘Daihatsu Copen’ niet snel in één zin noemen. Totdat je de auto van Leo van der Vaart ziet. Als je tenminste weet wat het is …
Niet eerder zagen we zo’n kleine auto waaraan zo grootscheeps verbouwd was als de Daihatsu Copen van Leo. We krijgen de indruk dat de vorige eigenaar zijn aankoop bij nader inzien toch niet mannelijk genoeg vond. Om er vervolgens een bom duiten tegenaan te gooien voor een geslachtsverandering. Het resultaat mag er zijn. Alsof Gargamel het Smurfinnetje in zijn heksenketel heeft gesmeten, flink heeft geroerd en uiteindelijk met een kopie van Potige Smurf op de proppen kwam. Alleen heette de tovenaar in dit geval geen Gargamel, maar het inmiddels ter ziele gegane Saiko Carstyling uit Veldhoven.
Kleine Daihatsu Copen is grote onbekende
Bij de machismo-behandeling kreeg de uit 2008 stammende Daihatsu Copen een bodykit met uitgebouwde spatborden, forsere bumpers en dorpelverbreders waar een dikke Duitse suv jaloers op zou zijn. Ook de verlichting is aangepakt. Zo zijn de grote ronde units voor de knipperlichten vervangen door veel kleinere, priemende exemplaren. Alle merklogo’s en modelbadges zijn verwijderd en ook de naafkapjes van het witte, 17-inch lichtmetaal verraden niets over de oorsprong.
Welke verzekering je ook kiest, met Univé ga je binnen 10 minuten voordelig en goed verzekerd de weg op.
Op de vraag of Leo veel reacties krijgt op zijn Daihatsu, antwoordt hij bevestigend: “Als ik sta te tanken of de auto ergens parkeer, komen er altijd mensen naar me toe. Maar bijna niemand weet om welk merk of model het gaat. Soms zeg ik gekscherend: ‘Als je weet wat het is, mag je hem hebben.’”
Mis geen youngtimer-reportage ...
En meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief!
Dat Leo de auto na vijf jaar en de nodige weddenschappen nog altijd in bezit heeft, bewijst dat de kleine Copen voor de meeste mensen een grote onbekende is. Het is dan ook een behoorlijk zeldzame auto. Volgens de RDW staan er op dit moment maar 309 Copens op Nederlands kenteken. Het aantal Nederlandse Bentleys Continental is ruim drie keer zo hoog - om maar eens een dwarsstraat te noemen.
Meer bekijks met kei-car dan met Lamborghini
“’s Zomers staan er wel eens jongetjes met telefoons en camera’s sportwagens te spotten en dan willen ze de Copen ook altijd fotograferen. De vorige eigenaar van mijn eerste Copen zei het al: ‘Met deze auto heb je meer bekijks dan met een Lamborghini’, en daar lijkt het inderdaad op, haha.”
Die exclusiviteit van de Copen komt niet doordat-ie maar een blauwe maandag leverbaar was. Deze generatie is zelfs tien jaar lang gebouwd (2002-2012). In Nederland werd hij van 2004 tot 2011 te koop aangeboden. Daihatsu had hem ontworpen als kei-car. Dat betekende dat hij maximaal 3,40 meter lang mocht zijn en een motor met niet meer dan 660 cc mocht hebben. Opvallend genoeg had het minuscule motortje wel vier cilinders. Met de hulp van een piepkleine turbo roffelde het ding 68 pk bij elkaar.
Audi TT in zakformaat
Aanvankelijk kwam de dwergroadster volgens de Japanse specificaties naar Europa, inclusief het rechts geplaatste stuur. Vanaf 2005 leverde Daihatsu hem ook met het stuur aan de goede kant. En speciaal voor de Europese markt kwam er in 2006 een variant met een 87 pk sterke 1,3-liter motor. Een bestseller werd de Copen echter nooit. Weliswaar vonden - en vinden - veel mensen de ‘Audi TT in zakformaat’ een leuk hebbedingetje, maar hij doet zijn naam, die staat voor ‘Compact Open’, net iets te veel eer aan. Als je langer bent dan pakweg 1,80 meter, dan pas je er nauwelijks in - zeker niet als je het aluminium klapdak sluit. Altijd open rijden is een optie, maar ook dan moet je je benen nog ergens kwijt …
Verliefd op de Daihatsu Copen
De beperkte gebruiksmogelijkheden van de Copen waren voor Leo geen beletsel om er in 2014 eentje aan te schaffen: “Destijds reed ik in een Citroën DS3, een erg leuke, pittige auto. Maar toen zag ik de Copen hier in Ermelo langs de weg staan. Ondanks de wat saaie zilvergrijze kleur, was ik op slag verliefd. Sowieso was het al jaren een droom om ‘s zomers lekker open te rijden. Ik ging in gesprek met de eigenaar en we werden het snel eens over een ruil. Mijn vrouw Adrie was niet dolenthousiast over de transactie. In haar ogen was de Copen echt een stap terug. En het is natuurlijk ook een erg klein en onpraktisch autootje. Als je het dak dichtdoet, past er nog net een klein koffertje of één kratje bier in de bagageruimte.”
“Met het dak open kun je nog net twee tandenborstels in de kofferbak kwijt.”
De Copen is dus een prima karretje als je je drinkgewoonten in toom wilt houden, maar het is geen ideale weekendauto. Zelfs een weekendje weg is een uitdaging, aldus Leo. “Met het dak open blijft er helemaal geen bagageruimte over. Dan kun je twee tandenborstels meenemen, daarmee heb je het gehad.” Een blik onder de achterklep bevestigt Leo’s gelijk; zelfs een schone onderbroek past er niet bij, laat staan twee. En als je in een vlaag van ongebreideld optimisme naast je Jordans ook een tube tandpasta legt, druk je die leeg wanneer je de kofferbak sluit. Leo bedekt deze tekortkomingen van de Copen met de mantel der blinde liefde. “De kinderen waren het huis al uit, dus ik vond dat we ons er best mee konden redden.”
Kleinkinderen erin, Copen eruit
Elke rechtgeaarde grootouder vindt de geboorte van een kleinkind een blijde gebeurtenis, maar Leo’s vrouw Adrie was driedubbel in de wolken toen de tweede generatie nageslacht zich aandiende. Omdat zij en Leo graag af en toe op het kleine grut wilden passen, moest de grijze Copen plaatsmaken voor een praktischer vervoermiddel met plek voor kinderzitjes. En zo verruilden ze hun kittige roadster voor een Daihatsu Terios, een compacte suv van het merk. Adrie blij, maar Leo niet echt: “Op weg naar huis had ik al spijt dat ik de Copen had weggedaan.”
Toch weer een Daihatsu Copen
Het knagende gemis houdt aan en dus gaat Leo toch weer op zoek naar een Copen. Dit keer als hobbyauto, naast de Terios. “Copens waren niet heel duur in aanschaf en ook de gebruikskosten vallen mee. Ik vond dat we ons er best eentje als tweede auto konden veroorloven en dus ging ik op zoek naar een volgende Copen.”
Leo’s zoektocht bracht hem bij een garagebedrijf in Dronten, waar zijn huidige, getunede Copen stond. “Hij zag er supernetjes uit en had nog maar 30.000 kilometer gereden. Bovendien is dit gestylede exemplaar echt uniek. Niet alleen aan de buitenkant, maar ook vanbinnen.”
Ster op tuningshows
Daar is geen woord van gelogen. Het interieur is volledig bekleed met crèmewit en bruin leer en alle schakelaars zijn goudkleurig gespoten. Bovendien is er een audio-installatie gemonteerd waarmee je in je eentje een muziekfestival kunt organiseren. Een enorme subwoofer in de voetenbak van de bijrijder slokt een deel van de al beperkte ruimte op en zelfs in de portieren zijn dvd-schermen gemonteerd. We krijgen de indruk dat de Copen door de eerste eigenaar is gebruikt om de show te stelen op tuningshows. Motorisch is de auto volgens Leo ongemoeid gelaten. “Wel heb ikzelf er een andere uitlaat onder laten zetten. Zeker gezien het vrij wilde uiterlijk, vond ik het geluid wat te braaf. Met de aangepaste uitlaat maakt-ie een mooi brommetje, wat hem net wat stoerder maakt.”
“Als je wat harder rijdt, waait er een orkaan door de cabine”
Van het grommende en ploffende uitlaatgeluid geniet Leo altijd met volle teugen. “Jaarlijks rijd ik ongeveer 6000 kilometer en daarbij gaan zowel het dak als de zijruiten omlaag. Je voelt elk hobbeltje en als je wat harder rijdt, waait er een orkaan door de cabine. Heel spartaans, maar als je erop gekleed bent en de stoelverwarming aan zet, heb ik daar ook ‘s winters geen last van. In tegendeel, het zorgt voor een geweldige snelheidsbeleving. Ik heb ooit weleens 160 km/h gereden en dat geeft een enorme kick."
Opa's racewagen
"Zeker als je veel grotere, sterkere auto’s voorbij rijdt, krijg je het gevoel dat je in een racewagen zit. Mijn kleinzoon van 5 jaar noemt de Copen ook zo: ‘opa’s raceauto’, haha. Mijn vrouw vindt het te oncomfortabel, vandaar dat ik meestal alleen in de Copen rijd. Vooral ritjes voor de lol, en soms ga ik ook wel wat verder, naar Zeeland of Drenthe. Ik geef wel toe: om van deze auto te genieten, moet je je postuur meehebben. Dat merkte ook een kennis van de sportschool toen hij een keertje met me mee wilde . Dat hij ongeveer twee keer mijn omvang heeft, zag hij niet als een probleem. Maar mooi dat hij er niet in paste, hoor. Gelukkig zag hij de humor er wel van in. Ik ben nu zeventig en zolang ik er nog in en uit kan klimmen, gaat-ie echt niet weg, daar vind ik hem nog steeds veel te leuk voor.”
Heb jij ook een fotogenieke neo-klassieker of youngtimer (1980-2008)? Geef je op bij de redactie voor een reportage in de gedrukte Auto Review en op onze website!
Welke verzekering je ook kiest, met Univé ga je binnen 10 minuten voordelig en goed verzekerd de weg op.