Volle of lege accu, stad of snelweg: een plug-in hybride verbruikt altijd (veel) te veel
Hoe je het verbruik en uitstoot van plug-in hybrides ook test, in de praktijk valt het altijd tegen. Hoe erg? Heel erg! Dat blijkt uit een test met de BMW 330e xDrive, Peugeot 308 en Renault Megane.
Dat plug-in hybrides met een lege batterij veranderen van zuinigheidswonders in zuipschuiten, is bekend. Ze torsen een zwaar batterijpakket mee en zonder elektrische hulp moet de benzinemotor het allemaal alleen doen. Dat kost kracht en dus benzine.
Maar zelfs als je met volle batterij vertrekt, zijn de gunstige verbruikscijfers een utopie, toont onderzoek van de universiteit van Graz (Oostenrijk) aan. Niet alleen op de snelweg, maar zelfs in de stad. De Oostenrijkse universiteit onderwierp drie auto’s aan een test: de BMW 330e xDrive, de Peugeot 308 GT Hybrid 225 en de Renault Megane E-Tech PHEV. Die is in Nederland niet leverbaar als hatchback. Toch is het nuttig om deze auto ook mee te nemen, want de Estate is hier wél te koop als stekkerhybride met dezelfde techniek, en de waarden zullen weinig afwijken van die van de vijfdeurs. In België kun je beide versies kopen.
Praktijkverbruik plug-in hybrides
De BMW 330e toont op papier klinkende cijfers: een CO2-uitstoot van 30 gram, en een verbruik van 1,5 l/100 km (1 op 66,6). BMW zegt dat je 60 kilometer elektrisch kunt rijden. De waarden van de Peugeot 308 GT Hybrid 225 zijn in de folder al net zo indrukwekkend. Een verbruik van 1 op 83,3, een CO2-uitstoot van 27 gram en een actieradius van 59 kilometer.
De Megane E-Tech Plug-in Hybrid is alleen in België leverbaar en zou
iedereen ten zuiden van grensovergang Hazeldonk een feestelijk gevoel
moeten geven: met een CO2-uitstoot rond de 30 gram en een verbruik van
1,4 l/100 km (1 op 71,4) is het milieu de winnaar en de pomphouder de
verliezer.
Nog meer weten over de echte verbruikscijfers van (elektrische) auto's?
Dan is onze gratis wekelijkse nieuwsbrief iets voor jou!
Maar in de praktijk is het andersom de praktijk. Alle drie de auto’s kwamen bij de test van de universiteit niet verder dan een uitstoot tussen de 85 g/km en 114 g/km. Let wel: de batterij was vol bij het begin van de testrit
De plug-in hybrides zijn dus ongeveer drie keer zo dorstig als beloofd en stoten dus ook drie keer meer CO2 de wereld in. Zelfs in de stad, de natuurlijke habitat voor elektrische auto’s, verbruikten ze 1,2 tot 1,3 keer meer dan de WLTP-cijfers. Met lege batterij steeg het zelfs naar vijf tot zeven keer.
Gevolgen voor de elektrische actieradius van de PHEV
Uiteraard heeft het hogere verbruik gevolgen voor de elektrische actieradius van plug-in hybrides. Bij de BMW 330e kom je niet 60 kilometer ver, maar 42 kilometer. Dat is bijna 30 procent minder. De Peugeot maakt er al helemaal een potje van, met een elektrische actieradius die 47 procent lager ligt dan het opgegeven verbruik.
Alleen de Renault Megane kwam ongeveer in de buurt van zijn officiële bereik, maar die wordt in steeds meer markten vervangen door de volledig elektrische Renault Megane E-Tech Electric ...
Wat moeten we met dit onderzoek?
Jazeker, we worden bevestigd in ons vooroordeel dat je zelfs met een extreem voorzichtige rechtervoet niet in de buurt komt van het officiële verbruik. Maar om dat nu alleen PHEV’s te verwijten, zou hypocriet zijn. Met name de winter halen ook volledig elektrische auto’s de officiële actieradius van de fabrikant niet eens bij benadering. Zoals je bij de meeste benzineauto’s ook hoger uitkomt in de praktijk.
Wel stelt de universiteit dat het nergens op slaat dat plug-in hybrides in emissievrije stedelijke gebieden te mogen rijden. In theorie rijden ze daar altijd elektrisch, in de praktijk komen ook in de stad de waarden voor verbruik en uitstoot te hoog uit.
Andermaal is ook duidelijk dat de WLTP-methode weliswaar realistischer verbruikscijfers laat zien dan de oude NEDC-test, maar dat de waarde van plug-in hybrides te veel afwijken in. En dus is het tijd voor een test die een reëler beeld schetst van het praktijkverbruik van de PHEV.