Top 7 - Het allerbeste van vijftig jaar BMW M
Hoe kan één letter zoveel emoties oproepen? Je hoeft tegen autoliefhebbers alleen maar ‘M’ te zeggen en de jubelende verhalen en herinneringen komen, veelal over de BMW Motorsport-modellen in deze lijst. Want in vijftig jaar tijd heeft de M-afdeling vrijwel geen stap verkeerd gezet.
1 – BMW M1 (1978)
BMW ontwierp de M1 voor de Group 5-raceklasse. Om mee te mogen doen, moest het merk 400 straatauto’s bouwen. In eerste instantie zou het noodlijdende Lamborghini dat doen, maar al na zeven prototypes besloot BMW de productie naar Duitsland te halen. Group 5 had intussen zijn reglementen veranderd, waardoor de M1 er niet meer aan voldeed. Om de ontwikkelingskosten toch te kunnen verantwoorden, startte BMW zijn eigen Procar-kampioenschap, verreden door Formule 1-coureurs.
2 – BMW M5 (1980)
Deze oorspronkelijke M5 (modelcode: E28) is niet het eerste seriemodel van BMW M. Dat is de M535i van de E12-generatie, met 218 pk uit een 3,5-liter zes-in-lijn. De 286 pk leverende motor in de M5 is even groot, maar een stuk hoger geboren. Hij stamt uit de M1 en heeft dus heuse racegenen. Bij zijn introductie in 1980 was de M5 de snelste sedan ter wereld. Bovendien is hij met een productieaantal van slechts 2214 een van de zeldzaamste M-modellen, na de M1 (456) en M5 E34 Touring (891).
Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.
3 – BMW M3 (1986)
De jaren tachtig waren de hemel voor liefhebbers van homologatiespecials. De Audi Quattro, Lancia Delta HF Integrale en BMW M3 E30 bewezen dat ‘eenvoudige’ gezinsauto’s gewoon aan de bumper van exotische sportwagens konden blijven kleven. BMW moest 5000 exemplaren van de M3 bouwen om mee te mogen doen aan het DTM; het werden er bijna 18.000. Zijn viercilinder blok komt uit de racerij en levert zijn maximale vermogen van 200 pk pas bij 6750 tpm.
4 – BMW M Coupé (1996)
De ‘clownschoen’ was er bijna niet geweest. Hij begon als hobbyproject van enkele BMW M-ingenieurs, die de Z3 meer torsiestijfheid en precisie probeerden te geven door er een dak op te zetten. Het BMW-management zag weinig in het resultaat, maar gaf aarzelend toch het groene licht voor serieproductie. Met zijn 321 pk leverende M3 E36-motor, korte wielbasis en achterwielaandrijving, was de M Coupé een listige sportauto. Er zijn er veel achterwaarts in het struweel verdwenen.
5 – BMW M5 (1998)
De beste M5 ooit? Volgens BMW-liefhebbers wel. De E39 – zoals de modelcode van deze generatie 5-serie luidt – is de laatste analoge M5. Daarom is hij zo geliefd. Hij koppelt een ingetogen design aan een atmosferische V8 met 400 pk, een handgeschakelde zesbak en achterwielaandrijving. Die techniek vind je ook in de retrofantastische BMW Z8 (2000 – 2003). Een moderne klassieker die inmiddels zo gezocht is, dat hij meer opbrengt dan dat hij nieuw kostte.
6 – BMW M3 CSL (2004)
Laten we de pret bederven door een hopeloos ouderwetse gerobotiseerde handbak? Nee, want zelfs met zijn trage SMG-transmissie is de CSL dé perfecte M3. Hij is 110 kilo lichter dan de ‘gewone’ M3 E46 en 18 pk sterker (361 pk). BMW leverde zijn ‘Coupé Sport Leichtbau’ standaard op semi-slicks en waarschuwde kopers dat ze weinig grip konden verwachten in de regen en de kou. Ronduit verslavend is de hoge snerp van de M3 CSL: het geluid van lucht die op snelheid de motor wordt ingezogen.
7 – BMW 1-serie M Coupé (2011)
Eén keer raden waarom deze sportieve tweedeurs geen M1 heet. Juist, BMW wilde geen verwarring creëren met de nummer één uit deze top tien. De 1M was het tweede M-model met een turbomotor, na de X5 en X6 M uit 2009. Zijn N54-zescilinder lijnmotor levert een vermogen van 340 pk en 450 Nm koppel (kortstondig 500 Nm in overboost). De compacte, lichte 1M wordt gezien als de échte opvolger van de M3 E30, aangezien de latere M3-modellen steeds groter en zwaarder zijn geworden.
Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.