Dit zijn de 7 meest iconische sportwagens uit Japan
Japanse automerken hebben ons sinds het einde van de jaren zestig getrakteerd op gekke, intelligente, spannende, onooglijke, technisch superieure, vaak relatief betaalbare en doorgaans zeer betrouwbare sportwagens. Een ode aan het Japanse vakmanschap aan de hand van deze zeven opvallende modellen.
Datsun 240Z (1969)
In de sixties worden Japanse auto’s vooral gezien als gekrompen imitaties van Amerikaanse slagschepen. In 1969 breekt de Datsun 240Z rigoureus met dit beeld. Hij kost in de VS slechts 3500 dollar, waarmee hij veel goedkoper is dan de concurrentie. Veel Amerikanen vallen vooral voor het uiterlijk, maar ook de prestaties zijn niet mis. Dankzij de 150 pk sterke zescilinder lijnmotor gaat de 240Z ruim over de magische 200 km/h-grens heen. Voor zijn rijgedrag hoeft hij zich evenmin te schamen. De Europese versie is met 130 pk minder krachtig.
Lexus LFA (2010)
Van de Lexus LFA werden maar 500 stuks gebouwd, elke dag eentje. De laatste verliet de fabriek op 12 december 2012. De LFA is tot op heden de meest exclusieve en misschien wel de allerbeste Japanse sportwagen die ooit is gebouwd. Dat is terug te zien aan zijn hoge prijs van 375.000 euro. De atmosferische V10 met 560 pk werd speciaal voor de LFA ontwikkeld, in de fabriek in Motomachi waar nu de LC van de band rolt. Typisch Japans: alleen de beste ingenieurs mochten aan de motor werken en de handtekening van de ingenieur van dienst staat op het motorblok.
Rij nu de stoere Volkswagen T-Cross. Ideaal voor in de stad met genoeg ruimte voor vakantie.
En dat voor een vriendenprijs!
Nissan Skyline GT-R R34 (1999)
De bijnaam voor de Nissan GT-R (Gran Turismo-Racing) zegt veel over zijn reputatie: Godzilla; een dinosaurus die door nucleaire experimenten weer ontwaakt en muteert tot een enorm monster. Van 1969 tot 1973 produceerde Datsun al een GT-R, maar de echte roem kwam toen hij net als Godzilla weer tot leven kwam in 1989. De R34 is een van de beroemdste edities en verwierf nog meer faam dankzij zijn rol in 2 Fast 2 Furious, met Paul Walker. Na 2002 kwamen er weer vijf Godzilla-loze jaren, maar in 2007 ging de GT-R opnieuw in productie.
Honda NSX (1990)
Wat maakte de Honda NSX wat los bij Porsche en Ferrari. De tweepersoons supersportwagen zat technisch en motorisch doordacht in elkaar. Tijdens de ontwikkeling hielp Ayrton Senna de afstemming van het ingenieuze onderstel te perfectioneren. De V6 van de Honda NSX is beroemd om zijn geweldige toerenbereik. Het vermogen piekt pas bij 7300 toeren per minuut, waarbij de motor 274 pk levert. Ook het maximum koppel wordt pas bij een heel hoog toerental gehaald: 284 Nm bij 5400 tpm.
Toyota Supra (1978)
De Supra mag tegenwoordig dan een zwaar Duits accent hebben, zijn voorgangers zijn zo Japans als de Mount Fuji. Bij zijn debuut in 1978 heette deze Toyota nog Celica Supra. Zijn zescilinder lijnmotor met 110 pk was afgeleid van de beroemde 2000GT, misschien wel de eerste Japanse supercar. Zes jaar later werden de Celica en de Supra aparte modellen. In 2002 viel het doek, totdat in 2019 onder de vleugels van BMW toch weer een Supra verscheen. Nóg een bijzonder feitje: in 1981 was de Supra de eerste auto met een ingebouwd navigatiesysteem.
Mazda RX-7 (1978)
Het publiek moet raar hebben opgekeken hebben toen Mazda de RX-7 introduceerde. Hij oogde radicaal anders dan alle andere Mazda's, en vertoonde volgens critici verdacht veel gelijkenis met de Porsche 924. Het spitse, aerodynamische uiterlijk van de sportwagen werd op papier gezet door Matasaburo Maeda, de vader van de huidige Mazda-designbaas Ikuo Maeda. De RX-7 was befaamd om zijn klapkoplampen en zijn wankelmotor, die door de Japanners flink was verbeterd. De RX-7 verkocht zowel in de VS, Japan als Europa prima.
Honda S2000 (1999)
Met zijn lange neus, de stoelen vlak voor de achteras, de achterwielaandrijving en het stoffen dakje is de S2000 een roadster volgens klassiek recept. De Honda S2000 kwam in 1999 op de markt. Zijn pièce de résistance is de motor. Het atmosferische 2,0-liter blok gaf tot 6000 tpm eigenlijk niet thuis, maar schakelde daarboven over op een scherper nokkenasprofiel (VTEC). Het resultaat was een vermogen van 240 pk bij 8300 tpm. De krukas bleef maar sneller en sneller draaien, totdat de toerenbegrenzer er bij 9000 tpm inkwam.
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.