Race tegen de zon in een Aston Martin DBS Superleggera
Op de kortste dag van het jaar doen we drie bergen in drie verschillende landen aan. We gaan in Frankrijk, Zwitserland en Duitsland een gevecht aan met de zon en hebben daarvoor een geducht wapen in handen: de Aston Martin DBS Superleggera.
Zondag, 22 december; de kortste dag van het jaar. Het is krakend koud buiten, ook al wordt de nacht verwarmd door de bruin bassende bariton van een Aston Martin-V12. We gluren geconcentreerd de duisternis in, waar het aanstormende asfalt bleek wordt beschenen door onze led-koplampen. In het strijklicht flitsen vermagerde vormen voorbij: kale bomen strak in het gelid. Zij geven acht, wij geven twaalf.
De snelheidsmeter van de DBS Superleggera piekt en valt weer terug. Rechts van onze overpakkende armen zien we de kaart van het navigatiesysteem gewichtsloos tollen. Het pijltje dat de Aston Martin voorstelt, lijkt op een wild kronkelende slang te zijn gesprongen. Het stuur gaat rond en rond; haarspeld in, haarspeld uit. Vlak voor ons duikt een eenzame vos op. De smeulende kooltjes van zijn ogen schieten schrikkerig het bos in.
En dan.
Vol in de remmen! Het ABS doet rat-a-tat-tat als een machinegeweer en
verweert zich tegen bladeren, dennennaalden, water en sneeuw. De Aston
Martin komt glibberend tot stilstand. De weg voor ons is geblokkeerd.
Althans, voor een 725 pk sterke monstercoupé. Met een Mercedes Unimog
hadden we het modderige karrenspoor naar boven wel aangedurfd, maar niet
met een DBS Superleggera.
Ontdek onze rijk uitgeruste en eigenzinnige SUV met o.a. multi-functioneel stuur.
En dat voor een vriendenprijs!
Gaan we het redden?
Helaas, want we wilden vóór zonsopgang op de 1247 meter hoge piek van de Ballon d’Alsace staan, om vanaf daar naar het zuidoosten af te zakken, de zon tegemoet, recht op de Zwitserse Belchen af (1099 meter). Vervolgens willen we naar het noorden, zo’n 74 kilometer verderop in het Duitse Schwarzwald, waar een tweede berg met de naam Belchen ligt (1414 meter). En tot slot terug naar ons startpunt op de Ballon d’Alsace.
‘Ballon’ en ‘Belchen’ komen van de Keltische zonnegod Bel, wiens baan door de lucht al in de oudheid nauwkeurig werd gevolgd door priesters. Die wisten al lang voor ons dat de zon op de kortste dag van het jaar, vanaf de Ballon d’Alsace gezien, precies boven de Zwitserse Belchen opkomt. Rond 20 maart en 23 september – als de dag en nacht even lang zijn – komt hij juist op vanachter de Duitse Belchen.
De bergen rondom
Basel zijn dus één groot natuurlijk observatorium. Hemelsbreed heeft de
driehoek Ballon d’Alsace – Belchen – Belchen een omtrek van 225
kilometer, maar omdat vliegende auto’s nog altijd niet bestaan, hebben
wij zo’n 100 kilometer meer nodig. En dat op een druilerige decemberdag
die niet langer is dan acht uur en zesentwintig minuten. Gaan we het
redden? Misschien. Want op de middenconsole geeft het navigatiescherm
een reistijd van ruim zes uur aan.
Dondergod
We parkeren de Aston Martin en turen naar het oosten. Het is 08:15. De karmijnrode carrosserie van de DBS Superleggera kan ieder moment beginnen te vlammen in de opkomende zon, zo beelden we ons in. De waarheid is anders. Het is zwaarbewolkt, de wind is ijzig en een snijdende spetterregen komt als speldenprikjes binnen. We halen gelaten onze schouders op.
Er schiet ons een vraag te binnen. Hoe noem je een anticlimax die aan het begin komt? Veel tijd om erover na te denken, hebben we niet. We drukken de startknop van de Aston Martin in, waarna zijn 5,2-liter twinturbo V12 luid protesterend tot leven komt. Hij brult het uit van de kou en zakt tellen later terug in de toeren. Twaalf cilinders doen een rake impressie van dondergod Thor.
De furie onder de motorkap komt
ons goed van pas. We laten 900 Nm los op nietsvermoedende achterwielen
en powersliden de DBS Superleg-gera om zijn as.
De stopwatch loopt, dus de berg af nu, en snel! We pakken de Aston
Martin bij de lurven en sleuren hem mee naar beneden. Spiergeheugen
brengt ons in het vertrouwde ritme: gas, remmen, insturen, gas,
tegensturen, en weer door.
Dragrace met de zon
Aston Martin noemt de DBS Superleggera een grand tourer: een luxueuze autobahnkruiser die met zevenmijlslaarzen de reis van Amsterdam naar Monaco moet kunnen doen. Maar de 1845 kilo wegende sportwagen heeft meer talenten. Ergens onder Basel blazen we via binnenwegen Zwitserland binnen. Toepasselijk, want de Aston Martin is zo precies als een Zwitsers uurwerk en zo scherp als een Zwitsers zakmes.
We snijden door de dag, op weg naar de nacht. Na Zwitserland volgt Duitsland; de neus van de DBS Superleggera is als een kompasnaald op het noorden gericht en tikt bij Schönenberg de Belchen aan. Tempo, tempo, tempo, want de zon zakt in het westen al richting de Ballon d’Alsace. Stuur scherp naar links, vol in de koolstofkeramische remmen en het gas erop. Van nul naar 100 km/h in 3,4 seconden. De topsnelheid van 340 km/h halen we niet.
We zijn in een dragrace verwikkeld met de zon, die langzaam maar zeker achter de horizon verdwijnt. Hij kleurt geel, oranje en rood, net als ons gezicht, want de spanning aan boord van de Aston Martin is te snijden. Bovenaan de Ballon d’Alsace rat-a-tat-tat het ABS weer. We komen tot stilstand op het vochtige asfalt en zien nog net het laatste schijfje zon verdwijnen. De dagen worden vanaf nu alleen maar langer.
Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.