Waarom de allervetste Mercedes C-klasse nooit in productie ging
Wij kennen de Mercedes C-klasse sinds 1993 als een nette middenklasser (gisteren werd de nieuwste generatie gepresenteerd). Maar de eerste Mercedessen met een C in de naam zijn veel ouder. De heftigste is de C 111 II, die vorig jaar zijn 50ste verjaardag vierde. Toch ging hij nooit in serieproductie ...
Niet alleen de futuristische lijnen, de vleugeldeuren en de bijzondere balken die als C-stijlen fungeren zijn fascinerend. Ook de cijfers van de kunststof Mercedes C 111 II spreken tot de verbeelding. Uit een 4-schijfs wankelmotor met 2408 cc peuterde hij een vermogen van 350 pk. Hij was slechts 1,12 meter hoog en haalde volgens Mercedes een top van 300 km/h.
Blanco cheque voor Mercedes C 111-II
Dat de Mercedes C 111-II in werkelijkheid nooit sneller heeft gereden dan 270 km/h, mag de pret niet drukken. In 1970 al helemaal niet, want diverse liefhebbers boden Mercedes-Benz honderdduizenden marken om de C 111 II te mogen kopen. Er waren zelfs mensen die blanco cheques naar Mercedes' hoofdkantoor stuurden. De fabrikant was echter onvermurwbaar: de C 111 II was niet te koop en dat zou hij nooit worden ook, zo bleek later.
Rij nu de stoere Volkswagen T-Cross. Ideaal voor in de stad met genoeg ruimte voor vakantie.
En dat voor een vriendenprijs!
'Kleine sportieve Mercedes voor jonge mensen'
De geschiedenis van de Mercedes C 111 II begint al in 1963. Dan ontstaat bij Mercedes het plan om een kleine, betaalbare sportwagen onder de toenmalige SL (Pagode), te bouwen. Zou de NSU Spider, ook voorzien van wankelmotor, hierbij de inspiratiebron zijn geweest?. Hoe dan ook kwam het nooit van een 'kleine sportieve auto die vooral jonge mensen moest aanspreken', zoals het in de Mercedes-plannen werd omschreven.
Wel toonde Mercedes in 1969 op de IAA in Frankfurt de eerste Mercedes C 111, een droomauto met een 1,8 liter metende drieschijfs wankelmotor. Vermogen: 280 pk, topsnelheid 260 km/h. Met zijn extreme vormen en de vleugeldeuren wekte het studiemodel associaties met de 300 SL Flügeltür.
Sterk verbeterde stroomlijn
De oorspronkelijke C 111 deed alle belangrijke autoshows ter wereld aan en werd in 1970 afgelost door een doorontwikkelde versie, de C 111 II. Mercedes-ontwerpers Bruno Sacco en Josef Gallitzendörfer hadden onder meer het zicht rondom en de stroomlijn van de C 111 sterk verbeterd. Verder maakte de drieschijfs wankelmotor dus plaats voor het eerdergenoemde, vierschijfs exemplaar met 350 pk. Precies vijftig jaar geleden, in maart 1970, stond het resultaat van hun inspanningen op de salon van Genève.
Dat de Mercedes C 111 II niet alléén voor de show was, toonde Mercedes met een aantal demonstratieritten voor journalisten op het nabijgelegen Circuit de Monthoux.
“Of Uhlenhaut na de botertest meteen schnitzels in de kofferbak kon bakken, vertelt het verhaal niet ...”
C 111-II: de auto die uit de computer kwam
Wat in 1970 ook tot de verbeelding sprak, was dat de Mercedes C 111 II de eerste auto was die volledig met behulp van computers was ontworpen. Vergeet niet dat een computer destijds zo groot was als een flatgebouw, maar trager dan een Tata Nano.
Mercedes C 111-II ondergaat de botertest
Waar geen computer aan te pas kwam, was het testen van de bagageruimte boven de motor. Om te checken of de temperatuur hier niet te hoog opliep, verordonneerde Rudolf Uhlenhaut, hoofd van de ontwikkelingsafdeling, de 'botertest'. Hierbij werd gekeken of de isolatie van de kofferbak voldoende was om te voorkomen dat een pakje boter tijdens een sportieve rit zou smelten. Het verhaal vertelt niet of Uhlenhaut na de rit meteen schnitzels in de kofferbak kon bakken, of dat de boter nog geschikt was om er een Kaiserbrötchen mee te smeren ...
Wankelmotor Mercedes C 111 maakt plaats voor V8
Door de schade en schande wijs geworden die NSU met de Ro 80 had ondervonden, lepelde Mercedes in 1970 een traditionele zuigermotor in de C 111 II. Het werd een V8 met een inhoud van 3,5 liter. Klinkt niet verkeerd, ware het niet dat het vermogen (200 pk) nogal achterbleef bij dat van de wankelversie. De omgebouwde C 111 II is nog altijd te bewonderen bij het Mercedes-museum in Stuttgart.
C 111 rijgt records aaneen
Uiteindelijk bouwde Mercedes zes exemplaren van de C 111 II. De auto's dienden vooral om mee te pronken en om mee te testen. Serieproductie was nooit een optie, maar de opgedane technische expertise werd wel degelijk gebruikt voor straatmodellen. In 1976 voorzag Mercedes een van de zes C 111's van een vijfcilinder turbodieselmotor. Deze 190 pk sterke C 111 II-D vestigde op de kombaan van Nardo een hele rits afstand- en snelheidsrecords.
327 km/h met een dieseltje ...
Dit maakte een regelrechte recordhonger los bij Mercedes. Zo knalde een zwaar gemodificeerde C 111 II-D in 1978 naar een snelheid van 327 km/h. Een jaar later stuurde Mercedes een vrijwel onherkenbare, zwaar bespoilerde en bevleugelde C 111-IV naar Nardo. Dit keer voorzien van een 500 pk sterke V8. Met een top van 404 km/h kon de C 111 het zoveelste record afvinken.
Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.