De Austin Allegro is vierkant mislukt
Als je als autofabrikant je concurrenten op achterstand wilt zetten, is het slim om iets nieuws of bijzonders te proberen. Alleen pakt dat niet altijd goed uit. Zo is de Austin Allegro eigenlijk op alle fronten mislukt. En toch blijft hij tien jaar in productie.
In 1973 denkt British Leyland het wiel opnieuw uitgevonden te hebben. Dat wil zeggen: het stuurwiel. De Austin Allegro – opvolger van de succesvolle Austin Glider / Morris 1100-1300 – verrast de wereld met een ‘vierkant’ stuur. Het achterliggende argument is dat de bestuurder dan meer ruimte voor zijn bovenbenen heeft. Bovendien wordt de instap erdoor vergemakkelijkt. De autopers is sceptisch, en uitspraken van de fabrikant dat het Quartic-stuur hightechdesign is, wakkeren dat alleen maar aan. Ook gewone Allegro-bestuurders zijn niet enthousiast. Zij vinden het ding maar onwennig aanvoelen, zeker op bochtige trajecten.
Knullige uitstraling
Wat British Leyland om dat malle stuur heen heeft gebouwd, maakt het verhaal er niet vrolijker op. Oké, we kunnen niet ontkennen dat de Austin Allegro modernere lijnen heeft dan zijn door Alec Issigonis getekende voorganger. Maar terwijl de Austin Glider vrij laag oogt, staat de Allegro juist opvallend hoog op de wielen. Het geeft hem een wat knullige uitstraling. De hoge gordellijn, de bolle wieldoppen en de verhoudingsgewijs kleine koplampen maken het ontwerp er niet dynamischer op.
Welke verzekering je ook kiest, met Univé ga je binnen 10 minuten voordelig en goed verzekerd de weg op.
De grootste designmisser is echter dat de Allegro geen hatchback is, het succes van nieuwe modellen als de Renault 5 en de Fiat 127 ten spijt. Toch heeft de concernleiding een goede reden om van de Allegro een sedanachtige auto te maken – al is het kofferdeksel dan ook minuscuul. Een hatchbackcarrosserie is sinds 1969 het <<<unique selling point>>> van de Austin Maxi, en dat wil het bedrijf zo houden. Het blijkt een strategische fout.
Vraag is echter of de Allegro wél een succes was geworden als hij leverbaar was geweest met een derde of vijfde deur. Want eigenlijk zijn bij de Austin Allegro alle goede eigenschappen van de Glider overboord gezet. Uitgerekend het belangrijkste minpunt van die auto blijft wel behouden: de Hydragas-vering. Verder is de Austin Allegro in alles een stap terug. Hij is langzamer dan de 1100, hij heeft een minder goede wegligging én hij biedt minder ruimte. Behalve dan aan de bovenbenen van de bestuurder.
Tal van problemen
Van de Austin Glider / Morris 1100-1300 werden in alle verschijningsvormen meer dan 2 miljoen stuks gebouwd. De Allegro komt in tien jaar tijd nog niet aan een derde van dat aantal. Aanvankelijk zijn de verkoopcijfers nog wel redelijk, zeker in Groot-Brittannië. Maar algauw blijkt de Austin Allegro met tal van problemen te kampen en dat doet zijn reputatie geen goed. Dat British Leyland vanaf 1975 teruggrijpt op een normaal rond stuur, mag niet baten. De Estate-versie weet het tij evenmin te keren.
Vanaf 1979 krijgt de Allegro een modernere basismotor en ook volgen er diverse uiterlijke retouches. Het meest opvallend aan de Allegro 3 zijn de grotere, kunststof bumpers en de nieuwe grille, bij de duurdere versies gecombineerd met dubbele ronde koplampen en een vinyl dak. Inmiddels is de achterstand op de concurrentie enorm en in 1983 verlaat de Allegro het podium, om plaats te maken voor de Austin Maestro.
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.