Volvo 164: de grote Volvo voor Amerika
In deze rubriek zetten we een klassieker of youngtimer in het zonnetje. Dat kan een jubilaris zijn, maar ook een miskend talent of een auto die bakens heeft verzet. Of zomaar een sympathiek model. In deze tweede aflevering richten we de schijnwerpers op de Volvo 164, in 1968 de eerste Volvo sinds jaren met een zescilindermotor.
Helemáál nieuw is de Volvo 164 niet in 1968. In feite is het een luxe variant van de Volvo 144, die in 1966 was gepresenteerd als opvolger van de Volvo Amazon.
Volvo 164 richt vizier op Amerikaanse klant
De hoekige Volvo 144 is een groot succes, maar een ‘dikkere’ variant van het nieuwe model zou mooi zijn. Vooral voor de Amerikaanse markt. Een V8 is wat te hoog gegrepen, maar een zes-in-lijn blijkt goed haalbaar. De Volvo-ingenieurs plakken ‘gewoon’ twee cilinders aan de bestaande tweeliter B18-viercilinder vast. Zo ontstaat de B30-motor met 2978 cc.
Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.
Volvo 164 vs. Volvo 144
Dankzij de dubbele carburateurs bedraagt het vermogen 130 pk, wat eind jaren 60 best imposant is. Om plaats te bieden aan de grotere motor, is het 144-onderstel aan de voorkant met 10 centimeter verlengd. Aan de buitenkant is de Volvo 164 herkenbaar aan de grote staande grille, met verticale lamellen. Net als bij zeer vroege Volvo-modellen, is het logo over de hele breedte van de grille aangebracht. Standaard heeft de 164 een handgeschakelde vierversnellingsbak. Er komt ook een vierbak met elektrisch in te schakelen overdrive beschikbaar, evenals een drietraps automaat van ZF.
Leer standaard in Volvo 164
Binnen in de Volvo 164 is het luxe troef. Op de vloer ligt dik tapijt, de achterbank heeft een neerklapbare armsteun en de stoelbekleding is van wol. In zijn tweede modeljaar krijgt de Volvo 164 zelfs leer standaard. Verder wordt de uitrusting verrijkt met hoofdsteunen op de voorstoelen, een schuifdak en halogeen mistlampen. In de VS zijn zelfs elektrisch bediende zijruiten en airconditioning leverbaar.
Injectiemotor Volvo 164 E
In de daaropvolgende jaren ondergaat de 164 diverse facelifts, waarbij de bumpers steeds zwaarder en massiever worden. Aan het eind van de productieperiode worden ook de achterlichten aangepast. In 1972 doet een injectiesysteem (Bosch) zijn intrede, waarmee het vermogen stijgt tot 160 pk. Ook vermeldenswaard is de komst van geventileerde voorremschijven en stuurbekrachtiging.
Na 144.179 auto’s wordt de Volvo 164 in 1975 uit productie genomen. Hij wordt vervangen door de Volvo 264/265. Die heeft onder de kap geen zes-in-lijn, maar een V6-motor (B28), die in samenwerking met Peugeot en Renault is ontwikkeld. In de beginperiode wordt deze PRV-motor geplaagd door (koel)problemen, die een heleboel Volvo-rijders naar de aloude B30 doen terugverlangen.
Een Volvo is geen Mercedes ...
Een leuke anekdote over de Volvo 164 is de blunder die de Deense importeur beging bij de introductie van het model in 1968. Boven een landelijke advertentiecampagne stond de trotse kop: “De nieuwe Mercedes is een Volvo.” Niet veel later verscheen de Mercedes W114/115 op de Deense markt. Boven de paginagrote advertenties van dat model kopte de Mercedes-importeur: “…en nu is het weer een Mercedes.”
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.