Autokosten stijgen hard, maar ov-kaartjes nog een stuk harder
Vervoer is duur. En wordt alleen maar duurder. De autokosten zijn in de afgelopen tien jaar met 25 procent gestegen, berekende het CBS. Voor het openbaar vervoer moet nu bijna 30 procent meer worden betaald.
Onder het openbaar vervoer vallen de trein, tram, metro, bus en taxi. Een buskaartje en een taxirit zijn sinds 2009 zo'n 40 procent duurder geworden. In het geval van trein-, tram- en metrokaartjes is dat gemiddeld 25 procent.
Autokosten
Bij de autokosten heeft het CBS de aanschafprijs, het onderhoud, de brandstof, de verzekering, het parkeren en de wegenbelasting meegerekend. Tussen 2009 en 2015 stegen de autokosten harder dan die voor het openbaar vervoer. In de laatste vijf jaar is dat andersom.
Rij nu de stoere Volkswagen T-Cross. Ideaal voor in de stad met genoeg ruimte voor vakantie.
En dat voor een vriendenprijs!
Brandstofprijs
Desondanks spenderen we tien keer meer aan de auto dan aan het openbaar vervoer. De grootste kostenpost is de brandstof, die goed is voor een derde van alle auto-uitgaven. Tussen 2009 en 2019 steeg de brandstofprijs gemiddeld met bijna 26 procent.
Grootste uitschieter
De aanschafprijs en wegenbelasting werden ruim 18 procent duurder, het onderhoud ongeveer 25 procent en de parkeertarieven maar liefst 40 procent. Grootste uitschieter is de verzekering, die met 50 procent de hoogte in schoot.
Welke verzekering je ook kiest, met Univé ga je binnen 10 minuten voordelig en goed verzekerd de weg op.