Column: vliegen of rijden?

Vaak zit in de bestemming het antwoord, want naar de Verenigde Staten kun je niet rijden. Al dacht een Amerikaan die ik ooit sprak in een trein van Washington naar New York daar anders over. Aangespoord door mijn instemmende antwoorden op zijn nieuwsgierige vragen over Nederland, de legaliteit van softdrugs en de aanwezigheid van blonde vrouwen, nam hij zich voor om een keer naar ons landje te rijden. Het nieuws dat er een oceaan tussen hier en daar ligt, nam hij verrassend luchtig op. 'Dat zullen we nog wel eens zien', leek hij te denken.

Vliegen is niet zo vervuilend

Veel mensen denken dat vliegtuigen verschrikkelijk vervuilend zijn, maar dat valt eigenlijk wel mee. De CO2-uitstoot per passagier per kilometer bedraagt ongeveer 80 gram. Twintig jaar geleden was dat nog de helft méér, maar door de komst van zuiniger vliegtuigen met lichtgewicht stoelen die taxiën met maar één draaiende motor, zitten we nu op het uitstootniveau van een Toyota Prius. Zoals gezegd: dat is de uitstoot teruggerekend per persoon. In veel auto's passen wel vier vakantiegangers. Op die manier is rijden altijd schoner dan vliegen.

Even naar Thailand vliegen

Dat vliegen als zo'n grote belasting voor het milieu wordt gezien, zit 'm in mijn ogen dan ook niet in die 80 gram per kilometer, maar in de vele kilometers die mensen afleggen. Het is heel normaal geworden om even naar Thailand te vliegen. Of naar Japan. Of Amerika. Misschien moet de vraag niet zijn 'vliegen of rijden', maar 'moet ik echt zo ver weg op vakantie?' Op de redactie weten we uit ervaring dat een autovakantie naar Duitsland, Frankrijk, Schotland of Roemenië ook geweldig kan zijn. Wie weet, misschien raak je zelfs aan de praat met een local die benieuwd is naar softdrugs, blonde vrouwen en niet van het bestaan van de Atlantische Oceaan afweet …