Rijden in vier Opel-klassiekers: Diplomat, GT, Ascona en Calibra
Opel bestaat honderdtwintig jaar. Om dat te vieren nodigde het merk ons uit om met een aantal klassieke modellen te rijden. We hadden niet veel tijd, dus we moesten selectief zijn. Onze keus viel uiteindelijk op de Opel Diplomat A, GT, Ascona B 400 en Calibra 4x4.
Opel Diplomat A V8 Coupé (1965 – 1967)
Een Opel met een V8? In de afgelopen decennia was dat ondenkbaar, maar ruim vijftig jaar geleden heel gewoon. Opel-modellen waren toen nog duidelijk op Amerikaanse leest geschoeid. En dat is aan de Diplomat A V8 Coupé goed te zien. De immense tweedeurs meet 5 meter in de lengte en wordt aangedreven door een lui gorgelende V8 met 230 pk. Het interieur is eveneens typisch Amerikaans: met een horizontale snelheidsmeter, een enorm hoepelstuur en fauteuils die niet zouden misstaan in een victoriaanse herenclub.
Ontdek de verrassend ruime ID.3 met sportief design en een rijbereik tot 595* km.
En dat voor een vriendenprijs!
De rijeigenschappen van de Opel zijn een les in onthaasten. Tussen het intrappen van het gaspedaal en de bijbehorende versnelling in voorwaartse richting zit een flinke ademteug. Eerst spoelt de V8 luidruchtig op en pas daarna komt er een suggestie van vaart in de Diplomat. Bochten zijn op een heel eigen manier een spektakel. Je stuurt in, wacht even, en voelt dan pas de carrosserie op één oor gaan. De zetels bieden geen enkele zijdelings steun, dus glijd je snel naar links of rechts over het gladde leer. Misschien dat het stuur daarom zo groot is. Kun je je tenminste ergens aan vasthouden.
Opel GT (1968 – 1973)
Van de Diplomat A V8 Coupé verkocht Opel slechts 347 exemplaren. Dat aantal staat in sterk contrast met het daverende succes van de GT. Het kleine coupeetje debuteerde in 1965 als Experimental GT. De reacties van het publiek op de concept car waren zo overweldigend, dat Opel besloot hem te gaan bouwen. Uiteindelijk waren meer dan 103.000 mensen te porren voor de 'poor man's Corvette', ook al konden ze er nauwelijks bagage in kwijt. Een kofferklep heeft de GT namelijk niet. Alleen achter de stoelen is wat aflegruimte.
De auto die wij reden, is een GT uit 1969, met een 90 pk leverende 1,9-liter viercilinder. Het blokje bromt dat het een lieve lust is en sleurt de 940 kilogram wegende Opel relatief vlot vooruit. Althans, zo voelt het, want de snelheidsbeleving is groter dan de eigenlijk snelheid. Sturen doet de GT heel direct. Ook valt op dat hij voor zo'n compact wagentje best ruim is. Zelfs als je 1,90 meter bent, kun je prima een fijne positie achter het stuurwiel vinden. Op de middentunnel zit een zwarte hendel. Daarmee draai je de koplampen in positie. En daar heb je een gespierde rechterarm voor nodig.
Opel Ascona B 400 (1981)
Wie goed naar deze Ascona B 400 kijkt, ziet twee namen op de portieren staan. De eerste – Christian Geistdörfer – zegt waarschijnlijk niemand wat, maar de tweede doet bij liefhebbers ongetwijfeld een belletje rinkelen. Autosportlegende Walter Röhrl werd met deze Opel wereldkampioen rally. In 1982 bleef hij Michèle Mouton in haar Audi Quattro voor en pakte hij met 12 punten voorsprong de titel. Voor Röhrl was het zijn tweede (hij won in 1980 met de Fiat 131 Abarth), maar voor Opel de eerste en enige.
Het is zonnig buiten als we over het onderste deel van de rolkooi in de Ascona stappen. In de cabine is het heet. We kunnen de rallywagen niet meteen starten. Eerst moet de ontsteking aan. Stationair draait de 2,4-liter viercilinder nukkig, luidruchtig en intimiderend. Maar de Ascona blijkt gemakkelijk in de omgang. Zijn 240 pk sterke krachtbron maakt licht werk van de gestripte Opel. De acceleratie is verslavend. Voor een veertig jaar oude auto stuurt en schakelt hij messcherp. We proberen ons voor te stellen hoe Röhrl met de Ascona tot het uiterste ging. Konden we maar naast hem zitten.
Opel Calibra 4x4 (1990 – 1992)
Toen de Opel Calibra in 1989 op de markt kwam, was hij de meest aerodynamische productieauto ter wereld. En met zijn Cw-waarde van 0,26 zou hij dat precies tien jaar blijven, totdat in 1999 de Honda Insight en Audi A2 werden gelanceerd, beide met een Cw-waarde van 0,25. Daarmee is de Calibra om een heel andere reden 'legendarisch' dan zijn voorganger, waar vooral smalend lacherig over wordt gedaan. We hebben het dan natuurlijk over de Opel Manta B, de ster van New Kids, de film Manta, Manta en de in Duitsland zo populaire 'Mantawitz', oftewel Manta-grap.
Overigens heeft 'onze' Calibra een Cw-waarde van 0,29, omdat het een 4x4-model is. Het is moeilijk te geloven dat de auto al dertig jaar oud is. Zijn interieur is weliswaar verouderd, maar zijn koets oogt tijdloos en fraai. Daarbij rijdt de Calibra 4x4 ontzettend goed. De 150 pk sterk viercilinder geeft je een merkbare duw als de turbo op stoom komt. Toch is de Calibra eerder een comfortabele kruiser dan een sportwagen. Het enige kritiekpuntje aan dit smetteloze exemplaar van Opel Classic? De pook lijkt te zijn verbonden met een pak vla, zo onprecies is het ding.
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.