ProMemorie: Aston Martin Lagonda (1976)
We gaan terug naar het jaar 1976! Het jaar dat de Concorde zijn eerste commerciële vlucht maakte, in Toronto de CN-toren gebouwd werd en in Ierland de rockband U2 werd opgericht. 1976 is tevens het geboortejaar van de Aston Martin Lagonda.
De Lagonda-naam is al meer dan 100 jaar in gebruik en heeft in die tijd zowel als merk- als modelnaam gediend. Het verhaal begon in 1906 onder leiding van de Amerikaanse Wilbur Gunn. Als producent van luxe, sportieve auto’s boekte Lagonda zijn grootste successen in de jaren 20 en 30 van de 20e eeuw. Daarna ging het echter bergafwaarts en na de Tweede Wereldoorlog kwam Lagonda in handen van Aston Martin. Het Britse prestige-merk liet de Lagonda-naam links liggen maar ging de expertise op het gebied van lijnmotoren gebruiken voor haar eigen modellen. Het zou tot 1961 duren voordat de naam weer opdook, op het kofferdeksel van de Lagonda Rapide. Hoewel geen daverend succes smaakte dit blijkbaar naar meer want tussen 1974 en 1976 werden vijf exemplaren van de Aston Martin V8 omgebouwd tot vierdeurs Lagonda’s. Het was echter de Aston Martin Lagonda uit 1976 die het oude merk opnieuw op de kaart zette.
Concurrent voor de Britse limousines
Het doel van de nieuwe Aston Martin Lagonda was om de concurrentie aan te gaan met de absolute top van de autowereld. Het waren de andere Britse legendes Rolls-Royce en Bentley die zich zorgen moesten maken over hun vinger in de luxe-pap, aldus Aston Martin. Qua prijs zaten ze in ieder geval in de juiste hoek, voor de Lagonda moest omgerekend tussen de twee- en driehonderdduizend euro worden betaald. Daarmee was de ruime Aston Martin duurder dan concurrenten van Ferrari en Maserati.
'Gevouwen-papier-stijl'
Tot op de dag van vandaag is de Lagonda een opzienbarende verschijning die eigenlijk nooit navolging heeft gekregen in zijn segment. Ontwerper William Towns gebruikte de zogenaamde “gevouwen-papier-stijl” die in de jaren zeventig erg populair was. Gevolg was een overdaad aan rechte hoeken en scherpe lijnen. Opvallendste exterieur-eigenschap is echter de extreem lage neus. De neus van de motorkap bevindt zich namelijk minder dan 60 cm boven de grond en dat is helemaal opmerkelijk als je bedenkt dat onder diezelfde motorkap ook nog een 5.3 liter metende V8 gemonteerd werd.
Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.
“Vooruitstrevende techniek was hét paradepaardje van de Lagonda.”
V8-power
Deze achtcilinder was rechtstreeks overgenomen uit de Aston Martin V8 en stuurde 284 pk naar de achterwielen. De bijna vijf meter lange auto kon hierdoor al na 6,2 seconden de 100 km/h aantikken. De twee ton wegende bolide stopte pas bij 240 km/h met versnellen, toentertijd een indrukwekkende prestatie vergeleken met zijn concurrenten. Problematischer was echter de versnellingsbak die aan de krachtbron gekoppeld was. De automatische bak van Chrysler had slechts drie verzetten en zorgde daardoor voor verbruikscijfers die vandaag de dag zelfs door supersportwagens niet gehaald worden. Vooruitstrevende techniek was echter wel hét paradepaardje van de Lagonda.
Zeer vooruitstrevend interieur
Een blik in het interieur van de eerste serie is genoeg om te zien dat deze auto zijn tijd ver vooruit was. Geen normale knoppen, hendels of tellers maar uitsluitend LED-lampjes en plasma-schermen. De bediening van alle functies geschiedde via een soort touch-pad die in verbinding stond met de boordcomputer, een absolute primeur op personenauto’s. Aan pionieren hangt altijd een prijskaartje en in dit geval stonden op dat prijskaartje veel te veel Britse Ponden. Het ontwikkelen van de elektronica kostte uiteindelijk vier keer zoveel als het budget voor de complete auto. Daarnaast bleek de techniek ook té nieuw te zijn.
“De Lagonda was hopeloos onbetrouwbaar en volledig werkende exemplaren zijn een extreme zeldzaamheid geworden.”
Neergang
De Lagonda was namelijk hopeloos onbetrouwbaar en volledig werkende exemplaren zijn een extreme zeldzaamheid geworden. In 1986 werd het model vernieuwd en voorzien van kathodestraalbuizen in plaats van LED maar ook dit mocht niet baten, deze bleken minstens net zo snel kapot te gaan. Hoewel de Lagonda tot 1990 te koop bleef zorgde de slechte berichten voor een rappe daling van de verkoopcijfers. Werden van de eerste serie nog 465 exemplaren geproduceerd, de tweede en derde moesten het – mede dankzij een kortere productietijd – doen met respectievelijk slechts 75 en 105 stuks.
Om niet te vergeten
Achteraf gezien was de Lagonda een gewaagde blik in de toekomst. Het was een gedurfde beslissing van het destijds noodlijdende Aston Martin om een dergelijk radicale auto op de markt te brengen. Het kwartje viel helaas de verkeerde kant op en de Lagonda werd een financiële strop. Hoewel een zaak van persoonlijke voorkeur is de Lagonda op menig lijst met lelijkste auto’s beland. Voor de één dus een waarschuwing van de geschiedenis hoe het niet moet, voor de ander een belangrijke voorvechter van vooruitgang. Duidelijk is vooral dat de Aston Martin Lagonda niet mag worden vergeten.
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.