Range Rover Classic (1970)

Land Rover’s imago bij het grote publiek is de afgelopen jaren in de hoek van de kostbare en luxe auto’s terechtgekomen. De wortels van de fabrikant liggen echter niet in de P.C. Hooftstraat maar in de modder van het Britse platteland. Hoewel de huidige modellen hun achtergrond niet verloochenen heeft Land Rover met de onlangs gelanceerde Evoque laten zien met de tijd mee te gaan en het strakke asfalt steeds meer te prefereren boven de onvaste ondergrond. De huidige Range Rover mag dan het paradepaardje van menig profvoetballer zijn, het allereerste model was een stuk bescheidener van opzet.

Land Rover Series
Land Rover is ooit begonnen als project van Rover, de inmiddels niet meer bestaande Britse fabrikant van personenauto’s. Nadat de Amerikaanse Willys Jeep zijn waarde had bewezen tijdens de Tweede Wereldoorlog wilden de Britten graag een evenknie van dit idee ontwerpen. Het resultaat was de Land Rover Series I, II en III die allen uitblonken in simpel- en taaiheid. Geschikt voor het lastigste terrein, maar ook zo ‘kaal’ mogelijk uitgerust rijdt op dit moment nog meer dan 60% van deze auto’s rond.

100-inch SUV
Het idee om een grotere variant van deze off-roader te ontwikkelen stamt al uit 1951 toen geëxperimenteerd werd met de Road Rover, gebaseerd op de Rover P4. Het project verdween uiteindelijk in 1958 ongebruikt in de Rover-archieven. Gordon Bashford, verantwoordelijk voor de Road Rover, kreeg in 1966 een nieuwe kans om een grote off-roader te creëren nadat gebleken was dat de grote SUV sterk in opkomst was in de Verenigde Staten. Na vier jaar hard werken aan wat het ‘100-inch Station Wagon programme’ was genoemd, werd in 1970 de Range Rover gepresenteerd.

Veelzijdig
In zijn marketing-slogans werd de Range Rover aangeprezen als zijnde ‘Een auto voor elke gelegenheid’. Dit waren geen loze worden want al snel bleek de grote, hoekige auto beter in het terrein te zijn dan zijn kleinere Series III-broertje. Dit was mede te danken aan de compleet nieuwe ophanging die grote bodemvrijheid bood maar ook veel ruimte in de vering liet. Daarnaast bleek de Range Rover erg comfortabel te zijn op de weg en, dankzij zijn 3.5 liter metende V8, bovendien opvallend snel. Hoewel een topsnelheid van 160 km/h en een 0-100-tijd van 15 seconden misschien niet indrukwekkend lijkt was hij voor zijn grootte één van de snelste auto’s op de weg. Dat de hoofdfocus echter toch op het ruige terrein lag blijkt wel uit de Parijs-Dakar-uitslag van 1979 en 1981, waar de Range Rover trots bovenaan prijkte.

Design
Het ontwerp is ronduit hoekig te noemen en de looks schijnen meer het werk te zijn geweest van de ingenieurs dan van een designteam. Net zoals bij de eerste Land Rovers ging functie voor de vorm en er zijn dan ook geen frivoliteiten terug te vinden in het ontwerp. De mannen en vrouwen van het ontwikkelingsteam gingen er bovendien blijkbaar van uit dat de Range Rover niet door families gebruikt ging worden want elf jaar lang is de auto uitsluitend in driedeursuitvoering verkocht. Pas in 1981 introduceerde Land Rover een vijfdeurs, die zo succesvol werd dat de driedeurs in het Verenigd Koninkrijk van de markt verdween. Ondanks zijn praktische inslag liep het ontwerp volledig in de pas met de tijd, want in het begin van de jaren zeventig was jarenlang een Range Rover te bewonderen in het Franse Louvre-museum als ‘voorbeeldig industrieel ontwerp’.

Spartaans
Het interieur was even spartaans als het exterieur. Is de binnenzijde van de moderne Range Rover beter uitgerust dan menig woonkamer, zijn grootvader moest het met heel wat minder luxe stellen. De stoelen waren bekleed met vinyl, het dashboard was volledig van plastic en alles was zo gemaakt dat het met een tuinslang schoongespoten kon worden. Extra’s als stuurbekrachtiging, bekleedde stoelen en houten afwerking kwamen pas later als optie beschikbaar.

Ontwikkeling
Tijdens de 26-jarige levensduur van de Range Rover Classic is er meerdere keren aan het uiterlijk gesleuteld en ook onderhuids zijn er meerdere wijzigingen doorgevoerd. Vanaf 1979 werd geprobeerd de Range Rover met een dieselmotor uit te rusten maar de aluminium motorblokken bleken niet sterk genoegd om als zelfontbrander te dienen. De benzinemotor werd meerdere keren vergroot en zou uiteindelijk in 1992 4.2 liter meten. Een diesel kwam er uiteindelijk wel in de vorm van een geblazen 2.5 liter exemplaar.

Classic
De eerste generatie Range Rover werd bij zijn afscheid in 1996 tot Classic gedoopt en heeft een grote bijdrage geleverd aan de groei en levensvatbaarheid van Land Rover. De opbrengsten van de Range Rover Classic hebben de ontwikkeling van de Defender (1983) en Discovery (1989) mogelijk gemaakt en het is de eerstgenoemde Defender die we als spirituele opvolger van de Range Rover Classic aan kunnen wijzen. De Range Rover-naam mag dan tegenwoordig grote successen boeken, er mag niet vergeten worden waarmee het allemaal begon.