Aston Martin Vanquish (2001)
We gaan terug naar het jaar 2001! Het jaar waarin 9/11 de wereld verandert, daaropvolgend de ‘Oorlog tegen Terrorisme’ aanvangt en de Toren van Pisa na elf jaar restauratie wordt heropend. 2001 is tevens het geboortejaar van de Aston Martin Vanquish.
De Aston Martin Vanquish werd voor het eerst getoond op de North American International Auto Show in 1998. Toen nog onder de noemer ‘Project Vantage’, een studie met geavanceerde techniek afgeleid van de Formule 1. Ervaringen die toenmalige eigenaar van Aston Martin Ford jarenlang had opgedaan tijdens hun deelname hieraan. Zo beschikte de Project Vantage onder andere over een body en chassis opgetrokken uit aluminium en koolstofvezel en een F1-versnellingsbak met schakelpeddels achter het stuurwiel dat in 250 millimeter van verzet wisselde. Vandaag de dag gemeengoed bij supersportwagens, toen nog vrij bijzondere hightech. Onder de gespierde motorkap lag een nieuw ontwikkelde 6.0 liter V12 waarop verschillende partijen hun licht hadden laten schijnen. Cosworth Engineering was daar een van. Betrouwbare specificaties van het twaalfcilinder blok zijn lastig te vinden, maar er werd gezegd dat de auto in minder dan vier seconden naar de 100 km/h kon accelereren en een topsnelheid van 320 km/h had.
DB7
Eigenlijk zou het bij een one-off blijven, toch besloot Aston Martin de Project Vantage in productie te nemen. Reden daarvan is niet exact bekend, de kans is echter groot dat de overweldigende reacties van het publiek hiervoor de aanleiding waren. Met agressieve, krachtig doch geciviliseerde lijnen was de Aston Martin een pracht van een sportwagen om te zien. De handtekening kwam van Ian Callum. De Schot berustte het ontwerp van de Vanquish op de evenzo tijdloze schoonheid van de DB7 (ook van zijn hand) en de DB4GT Zagato. Modellen die tegenwoordig nog steeds aan de basis staan van de huidige Aston Martins.
Bond, James Bond
De Vanquish debuteerde op de New York Auto Show in november 2001 als 2002-model. Eigenlijk had de Vanquish geen duwtje in de rug nodig om aandacht te krijgen. Maar nadat de auto schitterde in Die Another Day als bedrijfswagen van niemand minder dan James Bond 007 had menig puber er prompt een poster van op z’n slaapkamerdeur gepleisterd die er voorlopig niet meer afging. Voor zij die het astronomische bedrag van ruim zeven ton (in guldens) konden ophoesten voor een daadwerkelijk rijdende haalden met de Vanquish een van de beste GT’s van die periode in huis.
Peperdure Ford
Een pure sportwagen was de Vanquish overigens niet, daarvoor was zijn bouw te grof en het weegschaalgewicht van 1.835 te zwaarlijvig. De Vanquish was meer een gentleman’s car: direct en controleerbaar maar redelijk beschaafd in de omgang. De inkleding van het interieur getuigde ook eerder van een luxe 2+2 GranTurismo dan van een raceapparaat. Waar ook op ooghoogte zacht gelooid Conolly-leder, hoogpolig tapijt op de bodem en in het voetencompartiment en veel aluminium. In contrast met de chique afwerking waren de vele herkenbare onderdelen uit modellen van Ford en Volvo. Een misser van Aston Martin die de Vanquish gelukkig niet duur kwam te staan.
Diamonds are forever
Ondanks zijn minder atletische figuur – een bilpartij van een stevige 1,92 meter breed – stond de Vanquish zijn mannetje tegenover het krachtigere en snellere spul uit Duitsland en Italië. Ster in deze was (de nog altijd) 6.0 liter metende V12, goed voor een vermogensafgifte van 460 pk en een indrukwekkend koppel van 542 Nm. Een beresterk blok met een enorme krachtontwikkeling. De twaalfcilinder werkte enorm versterkend op de beleving tijdens het rijden. De doordringende brul dat de motor al vanaf het omdraaien van de contactsleutel voortbracht schijnt meteen een fataal dreigement te zijn. Rijden is nog sensationeler: dat geluid, de machtige versnelling, de fabuleuze wegligging. Zeker weten: De Aston Martin Vanquish is een klassieker in wording, als het dat al niet is.