MINI Cabrio
In het weekend dat de tijdwaarnemers naar de zomertijd overschakelden arriveerde de tweede generatie MINI Cabrio bij de dealer. Het was alleen nog wachten op het kwik dat open rijden mogelijk maakte. Gelukkig duurde dat niet lang, want nog geen week later, op 3 april om precies te zijn, werd de eerste officiële ‘warme’ dag gemeten in Twente. En in die contreien onderwierpen wij nu juist de nieuwe MINI Cabrio aan een test.
De nieuwe Cabrio is gebaseerd op de laatste generatie van de MINI Hatchback die sterk op z’n voorganger lijkt. Logisch dus dat de nieuwe lichting van de open variant ook veel wegheeft van zijn stamvader vanaf 2004. Nauwelijks hebben omstanders dan ook in de gaten dat het hier om de nieuwe MINI Cabrio gaat. Of dat een pluspunt is kunnen we niet zeggen. Een toonbeeld van elegantie is de MINI Cabrio in ieder geval nog steeds niet. Wacht 20 seconden voordat de kap geheel is neergestreken, verwijder denkbeeldig de A-stijl en er blijft een badkuipachtig silhouet over. En dat is nu eenmaal niet het mooiste gestalte om mee vergeleken te worden. Nee, een cabriolet hoort naar onze mening sierlijk te zijn, meer in overeenstemming met z’n voornaamste bedoeling: ontspanning. En als we sierlijkheid in een vorm zouden moeten gieten wordt deze al gauw bereikt wanneer de cabriolet een serieuze ‘kont’ bevat. Wellicht treffen we daarom maar weinig Audi A3’s Cabriolet of Citroën C3’s Pluriel in het straatbeeld aan. Toch heeft MINI bij de nieuwe Cabrio een aantal cruciale designelementen, die niet bevorderlijk waren voor het design, achterwege gelaten of anders gezegd opgelost. Zo zijn de lelijke rolbeugels minder in het zicht geplaatst en ‘schieten’ ze voortaan razendsnel ophoog bij een dreigende koprol. Ook moeten ze veiliger zijn. Het zicht naar achteren blijft echter nog steeds beperkt. Met name in gesloten toestand is de dode hoek door de brede C-stijl van de kap fors. Een ander esthetische vooruitgang is het ‘gladstrijken’ van de kofferklep. De schanieren die de vorige generatie nog wel bevatte zijn namelijk verdwenen. Vergeten weg te filteren is de antenne die als een voelspriet bijna pontificaal de omgeving naar radiofrequenties afspeurt. Kon dat nu niet anders?
Picknick
Wie een visueel aantrekkelijke MINI zoekt, moet dus bij één van de dichte varianten wezen. Maar dan is de open MINI-beleving weer niet mogelijk en dat willen we nou juist zo graag. Zeker tijdens de weersomstandigheden - tempraturen boven 20 graden Celsius - waaronder wij de MINI Cabrio testten. We hebben onszelf inmiddels in de voorstoelen gewurmd en al rijdende (tot een maximale snelheid van 30 km/h) vouwen we de stoffen kap op. Ondanks de lichaamslengte kunnen we overal prima onze ledenmaten kwijt. Wie lang onderweg is kan door de ietwat korte zittingen vermoeidheid in de onderbenen ondervinden, maar daar blijft het dan ook bij qua zitcomfort voorin. Ruimte achterin daarentegen blijft een issue. Zelfs kinderen wensen we op die plek geen tijdrovende autorit toe. En hoewel het kekke uiterlijk van de MINI Cabrio prima in het beeld van een picknick past biedt de krappe bagageruimte (125 liter) nauwelijks ruimte voor een mand met lekkernijen. Ook op het onderdeel ruimte scoort de MINI Cabrio ondermaats.
Genieten van details
Tot zover dus nog geen lovende woorden over de Cabrio. Maar zo onvoldaan we zijn over het exterieur, zo lyrisch zijn we over het interieur. Een blik op het dashboard alleen al bezorgt ons een glimlach van oor tot oor. Overal zijn prachtige details te ontdekken. We kunnen maar geen genoegen krijgen van de verchroomde tuimelaarschakelaars, de prominente centrale ‘klok’ en de fantastische turbineachtige ventilatieroosters. Dat functie (lees: ergonomie) in dit geval ondergeschikt is aan design mag de pret niet drukken. We worden er gewoon vrolijk van. Daarnaast is er een flinke sprong voorwaarts gemaakt wat betreft de gebruikte materialen. Nieuw en uniek is de ‘Always Open Timer’, een metertje dat aangeeft hoeveel er in totaliteit is open gereden. De gimmick heeft slechts een meerprijs van € 212,- (standaard op de Chili- en Pepper-uitvoeringen), want naar een aantal malen nieuwsgierig in de gaten houden geloof je het totaal aantal open gereden uren na verloop van tijd wel. Je wilt gewoon het dak naar beneden doen wanneer je dat zelf wilt.
Superlatieven tekort
Het hoeft geen betoog dat ook de MINI Cabrio rijdt als een MINI: subliem dus. Wij reden (natuurlijk) de dikste uitvoering van dit moment - de Cooper S - en die staat garant voor heel veel genietbare kilometers. Hoewel je die ongetwijfeld ook zult beleven met de turboloze en minder krachtige 1.6 liter (120 pk) bevat de 1.6 turbomotor in de S net even dat extra die het rijden in een MINI zo geweldig maakt. Het motorblok mag dan misschien klein qua cilinderinhoud zijn, het is groots van daden. Ondanks het relatief hoge wagengewicht van 1.205 kg hebben de 175 pk’s geen enkel moeite de auto vlot in beweging te brengen. Souplesse is hier het toverwoord. De samenwerking tussen de drukgroep van de koppeling en de kort en uiterst precieze schakelgangen is van ongekend niveau. Als een volleerd coureur loodsen we de versnellingspook door de zes verzetten. In de Sport-stand worden de besturing en gaspedaalresponse nog directer. Op de centimeter nauwkeurig is de MINI te plaatsen en met de kap en ruiten in ruststand en de wind door je haren wordt een hoge snelheidsbeleving ervaren. Bevestiging hiervan krijgen we via de digitale snelheidsaanduiding in het display achter het stuurwiel, want het ronde analoge ‘uurwerk’ in het midden van het dashboard is moeilijk af te lezen. En hoewel het stijvere chassis ten opzichte van zijn voorganger hier en daar nog steeds tekenen van wringen vertoont is dit voor de gemiddelde cabriorijder amper merkbaar. Bij het vertragen ervaren we dat de remkracht tussen vóór en achter uitstekend in balans is. Geen spoor van wantrouwend vertragingsgedrag. Wel van de inmiddels bekende ‘plofjes’ uit het uitlaatsysteem. Beseffende van het voorgaande hebben we alweer het gaspedaal stevig beroerd. De MINI biedt namelijk bijna een onbegrensde hoeveelheid tractie zodat stevig uitaccelereren halverwege een bocht niet meteen resulteert in onderstuur. En wanneer het dat toch doet dan vangt het DSC dit keurig op.
Met verheffende stem
We zetten koers richting Duitsland en rijden daarvoor de snelweg op. Nog steeds in geopende toestand, natuurlijk. De maximale toegestane snelheid van 120 km/h is binnen tien tellen bereikt, en veel sneller willen we eerlijk gezegd ook niet. De staande ruiten en de € 334,- kostende windvanger (een aanrader) bieden voldoende (wind)bescherming en toch kunnen ze bulderende geluiden in het interieur niet voorkomen. Met verheffende stem moeten we onze gesprekken voeren. En met gesloten kap is de vooruitgang in geluidsniveau niet significant verbeterd. De MINI Cabrio is een echte B-wegen cabriolet. En daarmee doen we hem niets tekort. Z’n kwieke rijkarakter is bedoeld voor dit soort binnendoor weggetjes en genieten van een cabriolet doen wij bovendien het liefst in een omgeving vol met flora en fauna. Jullie niet?!
Z4 concurrent
Tot slot het onderwerp waar de MINI bekend dan wel berucht om is: z’n prijsstelling. Er is al een MINI Cabrio vanaf € 27.405,- en de basisprijs van de Cabrio Cooper S ligt op € 35.685,-. De door ons gereden uitvoering met alle toeters en bellen kost afgerond bijna € 48.000,-. En dan moeten we toch even slikken. Z’n neef, de fonkelnieuwe BMW Z4, kost in de basis slechts € 500,- meer. We beseffen goed dat hierop ook nog de nodige verwennerijen wenselijk zijn, maar toch. Vergelijk beide auto’s eens rationeel en vel een eindoordeel. Dan moet je toch wel een fervent liefhebber van de MINI Cabrio zijn!
© Autoreview.nl | Gerben Witten
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.