TEST - Waarom is de Opel Astra GSe net zo exclusief als kaviaar?
Verwachtingsvol stappen we in de Opel Astra GSe. Want net als de Pretletters van Duyvis horen Opels lettercombinaties GSE en GS bij een verleden van zorgeloze loltrapperij. Met het ‘nieuwe dynamische submerk’ GSe wil Opel ouderwetse pret terugbrengen én een brug slaan naar een uitstootvrije toekomst.
Over Duyvis gesproken, die hadden behalve Pretletters, ook nog Fuifnummers in hun zoutjesassortiment. In de specificaties van de Astra GSe gaan we op zoek naar de fuifnummers voor vermogen en koppel, zoals de zescilinder Opel Monza GSE (Grand Sport Einspritzung) die vroeger ook had. En die vinden we: met 225 pk en 360 newtonmeter heeft de krachtigste Astra meer power in huis dan zijn verre voorvader (180 pk, 248 Nm).
Met die waarden in het achterhoofd, valt de opgegeven honderdsprint van de Astra een tikje tegen: 7,5 seconden. De verklaring vinden we in het lijstje met gewichten. De Astra GSe hatchback weegt 1678 kilo en is daarmee ruim 300 kg zwaarder dan de Astra 1.2 Turbo van je buurman.
Ontdek de verrassend ruime ID.3 met sportief design en een rijbereik tot 595* km.
En dat voor een vriendenprijs!
Dat overgewicht is te wijten aan de elektromotor en diens lithium-ionbatterij die de 1,6-liter viercilinder turbomotor bijstaan. Met andere woorden: we hebben het hier over plug-in hybrides. De reden dat Opel - net als concernbroeder Peugeot - hiervoor kiest als prestatieverhogend middel, ligt voor de hand. Een stekkerhybride combineert veel power met een - in elk geval in theorie - gunstig verbruik en dus een lage CO2-uitstoot.
Maar dat wil niet zeggen dat de Opel-ingenieurs zich er met een jantje van Rüsselsheim vanaf hebben gemaakt. Zowel optisch als onderhuids voorzagen ze de GSe-modellen van mooie upgrades.
Astra GSe: zwarte pizzaborden en gele stiksels
Om met de buitenkant te beginnen, de speciale GSe-voorbumper van de Astra heeft een grotere ondergrille, waardoor de neus dichter op het asfalt lijkt te zitten. Ideaal om het wegdek af te snuffelen naar grip.
En profil trekken het zwarte dak en de grotendeels zwarte 18-inch wielen de aandacht. Komt het 18-inch lichtmetaal je bekend voor? Kan kloppen; de wielen zijn geïnspireerd op de zwarte pizzaborden onder de Opel Manta GSe, de elektrische restomod van de Manta A uit 2021. De eveneens op de oer-Manta geïnspireerde Vizor-grille kenden we al, alleen is-ie bij de GSe-modellen minder sprekend doordat het Opel-logo net zo zwart is als de grille zelf.
De kleurstelling van het interieur schreeuwt het niet uit. Grijs en zwart voeren de boventoon, al proberen gele stiksels en geborduurde GSe-badges de boel een beetje op te vrolijken. En het is maar goed dat alcantara geen leer is, anders had Opel voor de stoelbekleding van de Astra GSe een complete kudde alcantara-koetjes moeten slachten.
Maar nu kun je je zonder gewetenswroeging laten omarmen door de hoogwaardig aanvoelende kunststofvezels van de fijne sportstoelen. Ze pakken je lijf stevig vast en de uitschuifbare zitting verleent je benen extra ondersteuning. Zo kun je in alle comfort genieten van het hoogwaardig aandoende interieur.
Na het proefzitten niet meteen kijken hoe groot de kofferbak is, want dan loop je het risico dat je feeststemming een deukje oploopt. De plug-in hybride Astra’s moeten namelijk 70 liter (hatchback) tot 81 liter (Sports Tourer) bagageruimte inleveren op hun benzinebroertjes.
Vloeiende samenwerking
Na een geruisloze start komt de Astra GSe even geruisloos in beweging. Tenzij je de sportstand inschakelt, want dan denkt de verbrandingsmotor al snel dat hij zijn elektrobroertje te hulp moet schieten. In Hybrid-modus houdt de elektromotor het daarentegen opvallend lang in zijn eentje vol. Daarvoor hoef je niet eens een fluwelen rechtervoetje te hebben.
De verschillende componenten in de plug-in hybride-aandrijflijn lijken bij de Astra GSe vloeiender met elkaar samen te werken dan bij onze kennismaking met de gewone Astra Turbo Hybrid. Navraag leert dat dit geen schone schijn is; Opel heeft de boel met allerlei kleine aanpassingen beter op elkaar afgestemd.
De opgegeven uitstootvrije topsnelheid van 135 km/h blijkt geen bluf, maar verwacht niet dat je daarmee ook maar in de buurt komt van de opgegeven elektrische actieradius van 64 kilometer. Hetzelfde geldt voor het officiële benzineverbruik van 1,2 l/100 km (1 op 83,3), maar de trouwe stekkeraar haalt al snel een gemiddelde van 1 op 30.
Bemoeizucht is een nadeel van de Astra GSe
Als je de sportstand kiest én je loden schoenen aantrekt, laat de Opel Astra GSe zich gewillig naar voren schoppen. Al verloopt de sprint naar 100 km/h niet wereldschokkend snel. Gevoelsmatig kosten de tussensprints veel minder moeite, waardoor ze ook meer indruk maken. Voor het behalen van het GSe-examen, had de Astra niet genoeg aan power alleen. Daarom hebben de ingenieurs zijn besturing een tandje strakker afgestemd en gaven ze hem kortere, stijvere veren.
We vreesden een beetje voor onze vullingen en deden onze nieren aan de riem. Onnodig, want het onderstel weet strafheid, feedback en comfort tot een mooi geheel te smeden. Dat is mede te danken aan de speciale FSD-schokdempers. Ze werken volgens het principe van frequency selective damping, een door het Nederlandse Koni gepatenteerde techniek. Hierbij zorgt een extra zuiger dat de auto bij een rustige rijstijl heel comfortabel is, terwijl bij stevig doorrijden juist zo weinig mogelijk carrosseriebewegingen worden toegelaten.
“De Astra GSe ligt mooi strak, al kan hij zijn forse gewicht niet helemaal verbloemen.”
Op het Zuid-Spaanse bergparcours waar we de Astra aan de tand voelen, realiseren we moeiteloos hoge bochtsnelheden. De Astra ligt mooi strak, al kan hij zijn forse gewicht niet helemaal verbloemen. Dat voel je regelmatig iets te veel doordrukken. Echt lichtvoetig wordt de auto daardoor nooit en haarscherp stuurt de Astra GSe ook niet - het fraai ogende sportstuur ten spijt. Is dat erg? Niet echt, maar voor een ‘nieuw dynamisch submerk’ is het wel een tikkie jammer.
Ook de werking van de transmissie is minder sportief dan je hoopt. Die lijkt zich handmatig te laten bedienen met de schakelflippers aan het stuur. Dat is ten dele ook het geval, maar uiteindelijk wint zuinigheid het toch van sportiviteit en word je als bestuurder overruled door de Grote Elektronische Broer. Op een kaarsrechte Nederlandse polderweg boeit dat niet, maar in de Andalusische bergen voelt het als ongewenste bemoeizucht.
Conclusie
Het leek zo mooi: een modale hatchback met een ver bovenmodaal vermogen, een hoogwaardig onderstel en een minimaal verbruik. En het moet gezegd, de Astra GSe is een bovengemiddeld fijne hatchback, maar ultrasportief is-ie niet. Daarvoor is-ie simpelweg te zwaar. Ook is hij bovengemiddeld prijzig. Daarmee krijgen Opels nieuwe pretletters de exclusiviteit van kaviaar en zal de Astra GSe nooit een volkssporter à la Kadett en Astra GSi worden.
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.