Welk sportwagenmerk bouwt de beste hybride auto? Ferrari of McLaren?
Heus niet elke hybride auto is een Toyota! Zowel de Ferrari 296 GTB als de McLaren Artura combineert een relatief kleine V6 met een krachtige elektromotor. Wij zoeken de beste hybride sportwagen.
De Ferrari 296 GTS en McLaren Artura vertonen opvallend veel gelijkenissen. Sterker nog: ze zijn technisch op dezelfde leest geschoeid. Weliswaar ontwikkelt de Italiaanse supercar met zijn gecombineerde vermogen van 830 pk aanzienlijk meer power dan de McLaren – die bij 680 pk de handdoek in de ring gooit – maar daar zet de Artura een prijs van ‘slechts’ 246.500 euro tegenover. Dat is maar liefst 78.305 euro minder dan de 296 GTB kost. Oftewel: een hele BMW 430i xDrive Cabrio!
Gelet op het verschil in vermogen en prijs, kun je de McLaren Artura maar moeilijk een concurrent van de Ferrari 296 GTB noemen. Maar door hun technologische overeenkomsten zijn ze beslist goed met elkaar te vergelijken. Ze hebben allebei een drieliter V6, met tussen de ver uit elkaar gespreide cilinderbanken twee kwaadaardig blazende turbo’s.
Rij nu de stoere Volkswagen T-Cross. Ideaal voor in de stad met genoeg ruimte voor vakantie.
En dat voor een vriendenprijs!
En allebei jagen ze met alle plezier hun toerenteller over de 8000 toeren. Ze hebben beide een transmissie met acht versnellingen en een dubbele koppeling, een elektromotor (goed voor 167 pk in de Ferrari en 95 pk in de McLaren) en een accupakket van 7,4 kWh. Puur op stroom halen onze postermodellen een topsnelheid van meer dan 130 km/h.
McLaren Artura
Van de aandrijflijn tot aan de carbon monocoque werd de McLaren Artura compleet nieuw ontwikkeld. Met een gewicht van maar 1498 kilo – inclusief vloeistoffen – is de Britse supercar 75 kilo lichter dan de grotendeels uit aluminium vervaardigde Ferrari 296 GTB.
Als je in de Hybrid-modus rijdt, dan wordt de V6-motor bij 80 km/h met een hels kabaal aangeslingerd. De overgang van puur elektrische aandrijving naar fossiele verbranding gaat gepaard met een kleine schok. De soundtrack van de nieuwe V6-motor doet meer denken aan een hypermoderne hydrocentrale dan aan een stampende hoogoven. Maar dat past perfect bij het no-nonsense-karakter van deze auto. McLaren is allergisch voor kunstmatige smaakversterkers.
Hoewel het motorgeluid nauw verwant is aan dat van de oude V8, zijn de reacties op het gaspedaal van een heel andere orde. Het grote turbogat waar oudere McLarens nog weleens last van hadden, is drastisch verkleind en in het middengebied van het toerenbereik profiteer je van veel meer trekkracht. De nieuwe aandrijflijn is klaarwakker en lijkt een agressie op te kroppen, die op elk moment kan uitbarsten.
Ook al wordt de McLaren op een slecht wegdek stevig door elkaar geschud, het onderstel weet het comfort te bewaren - typisch McLaren. Alles is in perfecte balans met de hydraulisch bekrachtigde besturing, die een voortreffelijke feedback geeft. Via het met alcantara omrande sportstuur heb je van stuuraanslag tot stuuraanslag geen moment het gevoel dat je de controle zult verliezen. En dat wekt ook op hoge snelheid volop vertrouwen.
Ferrari 296 GTB
De Ferrari 296 GTB laat er geen gras over groeien: zodra je uit de startblokken bent, levert de motor meteen zoveel kracht, dat de McLaren haast in een slappe vaatdoek transformeert. De Ferrari is pure beleving: van de bijterige brake-by-wire remmen tot de extreem korte schakelmomenten bij het aanraken van de flippers achter het stuur. Overigens is de vertraging des te indrukwekkender door de krachtige recuperatie van remenergie. Een toevoeging die op de McLaren ontbreekt.
De Ferrari reageert met een berekenende nauwkeurigheid op de besturing. Weliswaar wisselt hij lichtvoetig van richting, maar door de stugge dempers is hij veel gevoeliger voor invloeden van buitenaf dan de McLaren. Zolang de weg perfect geasfalteerd is, heb je weinig te vrezen. Maar zodra de ondergrond wat meer hobbels en kuilen vertoont, wordt de Ferrari bloednerveus.
Op nat asfalt kan hij soms wat onvoorspelbaar reageren, maar op een kurkdroge ondergrond strooit de Ferrari vrijuit met zijn vermogen. Dan is de auto razendsnel, met een fabelachtige grip en een perfecte balans.
De aandrijflijn van de Ferrari is fenomenaal: de drieliter V6 wekt een enorme hoeveelheid energie op en reageert uiterst assertief op elke beweging van het gaspedaal. In het middengebied van het toerenbereik heb je al geen gebrek aan kracht, maar op weg richting de 8500 tpm dreigt de boel achterin te exploderen. Het geluid waarop je wordt getrakteerd, is ongekend: de V6 huilt, de twee turbo’s sissen en de uitlaat blaft als een waakhond die een inbreker op heterdaad betrapt.
Conclusie
De Ferrari 296 GTB geeft de McLaren Artura het nakijken. Zonder de Britse supercar tekort te willen doen, is hij beter geschikt voor een paar rustige verkenningsronden dan voor een gevecht met de stopwatch. Daarvoor moet je de Ferrari hebben.
Ben je echter geen geboren coureur, dan zul je de McLaren ervaren als een gemakkelijker toegankelijke auto. Zelfs al staan de schokdempers in de sportstand, je krijgt nooit het gevoel dat je zonder vangnet op de limieten balanceert. Je voelt hoe scherpe kerbstones worden gladgestreken, hoe de fijnbesnaarde besturing je door de bocht helpt en hoe het onderstel vertrouwen wekt. De Artura zal nooit een poging doen om je hoofd af te bijten, en daar ben je in de Ferrari nooit zeker van.
Voor op het circuit is de Ferrari een trefzeker wapen, dat lijdt geen enkele twijfel. Maar door zijn grotere marges, is de McLaren beter geschikt voor dagelijks gebruik. Begrijp ons niet verkeerd: ook op het circuit is de Artura bloedsnel, maar de Ferrari 296 GTB beweegt zich in een andere dimensie. Als je op zoek bent naar ultieme adrenalinekicks, dan kent de 296 GTB geen gelijke.
Foto's: Jordan Butters
Dit artikel verscheen eerder in Auto Review 4/2023. Het verhaal in het magazine is langer en heeft meer foto's.
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.