Eerste review - Ook na zijn facelift blijft de Dacia Duster (2021) nuchter en functioneel
Dat Dacia een succesformule in handen heeft, blijkt uit de verkoopcijfers van het merk. De Sandero is de bestverkochte auto van Europa en van de Duster liepen tot nu toe al 2 miljoen exemplaren van de band. De tussentijdse update van de tweede generatie Dacia Duster verandert niets aan zijn officieuze motto: meer suv dan dit heb je eigenlijk niet nodig.
Wat is er opvallend aan de vernieuwde Dacia Duster (2021)?
Dat-ie eindelijk met de combinatie benzinemotor en automaat leverbaar is. In de 150 pk sterke uitvoering van de Duster kun je je rechterarm voortaan laten rusten, want de EDC-transmissie met dubbele koppeling neemt het roerwerk van je over. En dat doet de bak uitstekend. Niks op aan te merken. Douze points uit Nederland!
Ook is opvallend dat de bestverkochte uitvoering van de Dacia Duster, de TCe 100 Bi-Fuel, nu een 50 procent grotere LPG-tank heeft. De bruikbare inhoud gaat van 33,6 liter naar 48,8 liter, wat neerkomt op zo'n 250 kilometer meer rijbereik. Volgens Dacia brengt dat de totale actieradius van de Duster TCe 100 Bi-Fuel op 1235 kilometer.
Welke verzekering je ook kiest, met Univé ga je binnen 10 minuten voordelig en goed verzekerd de weg op.
Verder heeft de facelift van de Duster weinig om het lijf. Er zijn nieuwe koplampen (met led-techniek voor de dagrijverlichting), een iets anders ingedeelde grille en achterlichten met Y-vormige ledjes erin. Dacia introduceert ook een nieuwe kleur, Orange Arizona, die wij maar moeilijk kunnen onderscheiden van de reeds leverbare oranje tint.
Wat is er goed aan de vernieuwde Dacia Duster?
De Duster is een C-segment-suv voor een B-segment-prijs. Om voor de vergelijking binnen het Renault-concern te blijven: de kleinere Renault Captur is er vanaf 25.090 euro, voor de ongeveer even grote Kadjar moet je minstens 29.790 euro betalen. Dat de Duster al onder de 20.000 euro begint, is hét unique selling point van het model.
Zijn kofferbak van 478 - 1623 liter is groter dan die van de Kadjar (472 - 1478 liter) en wat interieurruimte betreft ontlopen de Dacia en Renault elkaar niet veel. Zelfs iemand van 1,90 meter lang heeft op de achterbank van de Duster weinig te klagen. Al moet je met je hoofd heel iets schuin zitten, anders stoot je hem tegen de dikke dakbalk boven de portieropening.
Voorin zit je als langere bestuurder prima. We schrijven bewust niet 'goed', want het is een uitdaging om een fijne zitpositie te vinden. Het stuur kan in de lengterichting worden versteld, maar niet genoeg, wat ons betreft. De stoelen in de Duster zijn niet meer dan oké, met hun dunne kussens en een duidelijk gebrek aan steun.
Tijdens de persintroductie van de vernieuwde Duster konden we proeven van de TCe 100 Bi-Fuel met 100 pk en de TCe 150 EDC. Beide motoren draaien soepel in het rond en zijn aangenaam stil. Het geluid dat in de cabine van de Dacia overheerst, komt van de banden en de rijwind.
De TCe 150 EDC-viercilinder is een heerlijkheid, met zijn extra power en zijn voorbeeldig schakelende automaat met dubbele koppeling. In de TCe 100 Bi-Fuel - een driepitter - hadden we soms het gevoel kracht tekort te komen. Rijd je op benzine, dan moet je je best doen om in 15 seconden naar 100 km/h te sprinten. Op LPG gaat het bijna 1,5 seconde vlotter.
Het is maar wat je belangrijk vindt. Wij hebben graag net wat meer vermogen om vlot met het overige verkeer mee te kunnen komen. In de TCe 100 Bi-Fuel moet je daarvoor flink in de weer met de versnellingspook om de 999 cc-turbomotor in zijn ideale toerenbereik te houden (4600 - 5000). De handbak met zes verzetten schakelt daarbij best prettig.
Alle Duster-varianten hebben elektrische stuurbekrachtiging die zo licht is, dat je van enig contact tussen jouw handen en de voorwielen niet kunt spreken. Maar wederom: dat is niet zo van belang. De Dacia stuurt keurig, is comfortabel geveerd en houdt op de snelweg mooi zijn koers. Daar tegenover staat dat de Duster in bochten nogal overhelt en op slechte wegen zoekerig is.
Wat kan er beter aan de vernieuwde Dacia Duster?
Een gunstig prijskaartje moet uit de lengte of de breedte komen. Dat er bij de Duster op talrijke onderdelen is bespaard, kun je zien, voelen en horen. Het dashboard is plastiekerig, het infotainmentsysteem loopt een generatie (of twee) achter en de EDC-automaat maakt in de stad hoorbaar geluid bij het schakelen. Is dat goedkoop? Ja. Maar het is ook nuchter en functioneel.
Wanneer komt de vernieuwde Dacia Duster en wat kost-ie?
In de prijslijst van de Duster staan drie benzinemotoren (een diesel levert Dacia in Nederland al lang niet meer). De TCe 100 Bi-Fuel met LPG-tank is de instapper en ook gelijk de bestverkochte variant van de Duster. Al zullen de meeste kopers de 18.990 euro kostende Essential-uitvoering links laten liggen. Hij heeft niet eens airco.
Voor 20.590 euro heeft de Dacia Duster TCe 100 Bi-Fuel Comfort dat wel. Plus een 8-inch touchscreen op de middenconsole, dat Apple CarPlay en Android Auto ondersteunt (niet draadloos). Wil je per se een navigatiesysteem in je 100 pk-Duster, dan moet je minstens 21.990 euro uitgeven aan een Prestige.
De Dacia Duster met 130 pk leverende benzinemotor is er vanaf 23.340 euro. Van de 150 pk-variant zijn twee versies: met een EDC-automaat en voorwielaandrijving (Prestige: 27.090 euro) en met een handgeschakelde versnellingsbak en 4WD (Comfort: 27.840 euro, Prestige: 29.240 euro).
Wat vind ikzelf van de vernieuwde Dacia Duster?
Dacia is een sympathiek merk, dat als eeuwige underdog stiekem enorme successen boekt. En dat straalt af op de Duster. Ik kan alleen maar waardering opbrengen voor de stoer ogende suv. Hij doet wat hij moet doen en verder niets. Meer auto dan de Dacia Duster heb je eigenlijk niet nodig, maar dat willen veel mensen wel. En daar betaal je dan ook voor ... vele duizenden euro's meer.
Op de hoogte blijven van onze Auto Review-reviews?
Abonneer je op onze wekelijkse nieuwsbrief.
Welke verzekering je ook kiest, met Univé ga je binnen 10 minuten voordelig en goed verzekerd de weg op.