Autotest | BMW 2-serie Cabriolet
Het bescheiden Glaciersilber metallic maakt van de BMW 2-serie Cabriolet een vrij ingetogen allemansvriend. Geen overdreven boulevard-patser die bij man en macht de aandacht wil trekken van volle terrassen. Meer een cabriolet om lekker door pittoreske dorpjes te cruisen en bij het uitrijden daarvan de Sport-stand in te schakelen om op buitenwegen toch lekker op het gas te gaan. Het is precies wat wij deden met de 2-serie Cabriolet: cruisen en genieten.
Meer road presence
Met de overgang van de 1-serie Coupé en Cabriolet naar de 2-serie zette BMW een grotere stap dan enkel een naamsverandering. Vergelijkbaar met de stap die Audi maakte bij de tweede generatie A3 Cabriolet. De 2-Cabrio is niet alleen groter en ruimer, maar vooral veel volwassener dan zijn voorganger. Feitelijk is hij maar 7 centimeter in lengte gegroeid, maar qua uitstraling lijkt het wel alsof hij er een halve meter bij heeft gekregen. Een compliment voor de designers die er een flink shot stijl in wisten te injecteren.“De besturing geeft bij de 2-serie Cabriolet, zeker in de Sport+ modus, veel gevoel en is het onderstel werkelijk verbluffend goed.”
Welkome centimeters
De volwassenheid vertaalt zich eveneens terug in het binnenste. Met name de bagageruimte. Die groeide namelijk met 30 liter en weet met een totaal van 335 liter voldoende plaats te bieden om met zijn tweetjes er een lang weekend op uit te trekken. De achterbank die blijft er voor reserve-doeleinden, maar desalniettemin kan iemand gedurende een korte rit en een beetje inschikkende voorpassagiers gerust z'n benen kwijt.Terug naar canvas
Ook niet ongenoemd laten willen we de softtop. Gelukkig koos BMW daarvoor, want zeker bij een compacte auto als deze zou je anders een vreemd geproportioneerde kont krijgen, zoals destijds bij de laatste dakloze 3-serie. Maar je bespaart ook fors aan ruimte als de kap neergestreken is. Zo blijft er in de 2-serie Cabriolet een keurige 280 liter over zodra het canvas ligt opgevouwen.Dat opvouwen is overigens in 20 seconden gepiept. Desgewenst tot 50 km/h. En dat is best handig als je op de snelweg liever met het dak gesloten rijdt. Vlak voordat je de snelweg oprijdt laat je al rijdend het dak sluiten. Daarvoor speciaal een parkeerplek zoeken is daarmee niet noodzakelijk meer. En ook bij een onverwachte hoosbui kun je op deze manier veel gemakkelijker in gesloten toestand verder rijden.
Dat probleem hebben wij tijdens de testperiode overigens niet ervaren. Want we troffen het. Met een strakblauwe lucht en een temperatuur van rond de 30 graden was het een ultiem zomerweekend. En dus ging de kap van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat er lekker af. Het windscherm rechtop en slechts een briesje komt het interieur nog binnen. Wil je toch wat meer 'in de wind' zitten? Klap het windscherm neer of open desgewenst de zijruiten voor het ultieme open gevoel.
“Als je een direct vergelijk maakt met de A3 Cabriolet, dan blijft de BMW zich profileren als de sportieveling.”
Optrekken met motormuizen
Gespaard hebben we de 2-serie tijdens de testperiode niet. Het gehele weekend trokken we op met een stel motorrijders. En dat betekent aanpoten. Terwijl die jongens met bijna 2 kg per pk te maken hebben moet de 2-serie met elke pk zo'n 8 kg in versnelling brengen. En daardoor moesten we soms het maximale uit de auto halen om ze bij te benen. Een auto inhalen? Ach, met 184 pk sla je zeker geen flater, maar het gemak waarmee een gemotoriseerde 'buikschuiver' dat doet zet ons meteen buitenspel.Het brengt ons meteen ook bij een puntje van kritiek. Hoewel de 2.0 liter viercilinderturbo met 184 pk en 270 Nm geen slappeling is, is de manier waarop het vermogen wordt afgegeven niet echt enthousiasmerend. De afgifte van het vermogen voltrekt zó lineair, dat je een stukje spektakel mist. Keerzijde van de medaille is dat het wel weer voor een prettige souplesse zorgt.
Gooien en smijten
Wie ooit met de 1-serie Cabriolet heeft gereden zal hoge verwachtingen hebben bij het rijgedrag van diens opvolger. Zeker als je het vrij stugge en sportieve onderstel-karakter waardeert. In dat geval moeten we je toch enigszins teleurstellen: zo sportief is de 2-serie niet. Hij is milder. In alles. De vering is soepeler, de demping wat meer op comfort afgestemd en ook de besturing wat minder direct. Moeten we nu meteen tranen met tuiten huilen? Nee, dat allerminst. Want als je een direct vergelijk maakt met de open A3, dan blijft de BMW zich profileren als de sportieveling. Die Audi is namelijk zelfs nog gemoedelijker. Bovendien geeft de besturing bij de 2-serie, zeker in de Sport+ modus, veel gevoel en is het onderstel werkelijk verbluffend goed. En het achterwielaangedreven-karakter geeft elke bocht net wat meer swung. De 2-serie weet zich zo lekker te laten gooien en smijten dat je bij elke kilometer die je meer rijdt ook meer vertrouwen krijgt.Geen koopje
Aan dit rijgenot hangt wel een prijskaartje. Voor een kleine 37 mille rij je een 2-serie Cabrio. Maar voor de versie zoals wij die reden moet je toch al snel een duizend of vijftig neertellen. Dat schept verwachtingen. Zeker ook als je kijkt naar afwerking en bouwkwaliteit. En dat is nu juist iets waarop de 2-serie Cabriolet ons niet helemaal wist te vangen. Op bepaalde plaatsen zijn kunststoffen toegepast die niet passen bij dit prijskaartje. En ook wat lelijke naadjes en af en toe piepjes en kraakjes horen nu eenmaal niet thuis in een BMW. Voor de rest is hij elke euro waard. Hij heeft uitstraling en rijdt zoals je van een compacte cabriolet verwacht: zowel comfortabel alsook een tikkeltje uitdagend. Met pijn in ons hart leverden we de sleutels weer in.
Tip
Veilig en zorgeloos de donkere maanden door
Bij Univé geniet je van een gunstige premie en uitstekende service bij ongeval of pech.