Autotest | Fiat 500X

Dat Fiat de 500-naam misbruikt is niet vreemd. Ruim 1,5 miljoen stuks verkocht het reeds van de nuovo 500. Ruim tien maal meer dan Fiat in bijna twintig jaar van het origineel aan de man wist te brengen. Een ongekend succes, dat hoeven we hier niet uit te leggen. En de 500-klonen die volgden doen het ook niet onverdienstelijk. De 500L behaalt zijn verkoopdoelstellingen ruimschoots en heeft in Europa 22% marktaandeel weten op te eisen. En ja, dat is fors! Met de introductie van de 500X (de vierde telg) slaat Fiat de avontuurlijke weg in. De 500X richt zijn pijlen namelijk op het segment van compacte crossovers. Een segment waar Fiat laat instapt, maar feitelijk ook al jaren actief is.

Opnieuw een 500-kloon, kan dat nog?

Dat gevoel bekroop ons ook. Anderzijds is de alsmaar uitdijende 500-familie helemaal zo betreurenswaardig nog niet. Door het gebruik van het erfgoed, de terugkerende historische elementen en de sympathie van het 'oude' Italië (alsook de gezonde situatie van alliantiepartner Chrysler) heeft Fiat het hoofd boven water kunnen houden, waar andere fabrikanten kopje onder gingen. De ganse 500-familie heeft dus zeker ook goeds gedaan, ook al zijn gefronste wenkbrauwen daarmee niet ineens verdwenen. Een regelrechte Sedici-opvolger (ken je hem nog?) zagen wij designtechnisch daarentegen ook zo 1-2-3 niet zitten. Geef ons dan dit smakelijke 500-sausje maar.

Goed punt, maar hoeveel rek zit er nog in een reïncarnatie?

Voldoende, zo blijkt bij het aanschouwen van de 500X. De auto is bijna een meter langer dan een oorspronkelijke 500 en dat zorgt uiteraard voor compleet andere dimensies. De toepassing van de frivole grille, de karakteristieke achterlichten en een vergelijkbaar silhouet met de iconische 500 uit de jaren ‘50 verwezenlijkt een frisse verschijning. Volstrekt geen 'opgeblazen' 500, maar eerder een 500 2.0. Een opzichzelfstaand model met een doorontwikkelde en modernere stijl.

“Volstrekt geen 'opgeblazen' 500, maar eerder een 500 2.0.”

over de Fiat 500X

Eindelijk fatsoenlijk plek achterin dus?

De 27 cm langere wielbasis draagt inderdaad fors bij aan meer binnenruimte. En met zijn totale lengte van 4,25 meter is de 500X het A-segment echt ontgroeid. Hij opereert een klasse hoger met als belangrijke concurrenten de Peugeot 2008, Renault Captur en Opel Mokka. Qua binnenruimte kan de Italiaan zich meten met z'n directe concurrenten, wat betekent dat een volwassene van 1,85 meter 'achter zichzelf' kan zitten. Langere personen lopen zowel qua been- als hoofdruimte tegen beperkingen aan, maar dat is bij de concurrentie niet anders. Wat de bagageruimte betreft kan de nieuwe Fiat 350 liter verstouwen. Dit is eveneens gelijkwaardig aan de concurrentie.

Maar als familieauto had Fiat de 500L toch al?

Qua ruimte zeker de betere keuze, maar overall is de 500X een stap verder. Niet alleen wat betreft uitstraling, ook het interieur oogt meer verzorgd. Er zijn keurige materialen gebruikt en in de vormgeving is fraai gebruikt gemaakt van een 3D-effect. Maar afgezien van de visuele aspecten is de 500X ook technisch vernuftiger. Het model beschikt over een nieuw platform met drie aandrijflijnen, evenveel transmissies en zes motoren, waaronder een dieselmotor met 20% bijtelling. Dat alles werd samen met de Jeep Renegade ontwikkeld waardoor de 500X meer met zijn Amerikaanse neef deelt dan met zijn kleinste broertje zelf.

Klink interessant, maar hoe rijdt ‘ie?

Zoals we van een Fiat gewend zijn. Het rijgedrag voelt vertrouwd aan en het stuurgedrag is neutraal. Niet spannend, maar wel een prettig in de omgang. Verwacht geen sportieve eigenschappen. Hoe stoer de 500X ook op zijn wielen staat, de auto stuurt nogal afstandelijk en dat draagt niet bij aan een sportieve ervaring. Zelfs als we de 'Mood'-indicator naar Sport omzetten niet. Deze bij Alfa Romeo als ‘DNA-selector’ bekende functie geeft je de mogelijkheid te kiezen tussen de standen Sport, Auto en All-wheater. In theorie lijken de verschillen tussen de modi groot te zijn, maar in de praktijk komt dit neer op slechts ietwat meer tegendruk in het stuurwiel en een alertere gasrespons als Sport geselecteerd is. Echt een bijdrage leveren doet deze functie dus niet. De Auto-modus volstaat eigenlijk onder alle (weers)omstandigheden. Het is zelfs de fijnste modus wat ons betreft, want het maakt de 500X prettig beheersbaar, meegaand en comfortabel.

“We durven te wedden dat het aantal componenten dat de 500 en 500X samen delen op een hand te tellen is.”

over de Fiat 500X

Bieden de motoren wel Italiaanse temperament?

We reden op Fiat’s geboortegrond zowel de 120 pk sterke 1.6 MultiJet II-dieselmotor als de 1.4 MultiAir-benzine met 140 pk. Die eerste zal in ons land vooral de leasemarkt moeten veroveren, terwijl die tweede de particuliere koper moet verleiden. Beide motoren gaven ons de indruk over voldoende kracht te beschikken en vielen op dankzij hun zeer stille loop. Ook de koppelafgifte verloopt zeer gunstig waardoor er schakellui gereden kan worden. Wil je echter opschieten dan beschikken beide geblazen viercilinders over voldoende reserve, waarbij het geluid eveneens continu op de achtergrond blijft. Enkel het bandengeruis dringt door in het interieur, hetzij gematigd.

Op naar succes?

Oh ja, dat durven wij gerust te stellen. We waren al enthousiast over zijn voorkomen (dat als een opluchting voelt ten opzichte van de bedenkelijke 500L en 500 Living). En nu we met de Fiat 500X hebben gereden blijkt hij zowaar een mooie aanvulling op het segment aan compacte crossovers te zijn. Des te meer omdat deze klasse nog geen Italiaan rijk was. Strikt genomen is de 500X een aantrekkelijk totaalplaatje. Weliswaar hadden de rij-eigenschappen was 'Mediterraanser' gemogen, maar de 500X zoals die is biedt evenwel een heel prettige combinatie van uitstraling en comfort.