BMW 4-serie Cabriolet

Het is gedaan met de BMW 3-serie Cabriolet. De tijd voor iets nieuws is aangebroken, en wel in de gedaante van de 4-serie Cabriolet. Een nieuwe naam, een nieuwe look, een nieuwe strategie. En dat wat menigeen graag verandert had willen zien, is juist gebleven: het stalen klapdak. Een opmerkelijke keuze van BMW.

In 2007 werd de laatste generatie van de 3-serie Cabriolet uitgebracht. Het recept was bekend, ware het niet dat het model geen stoffen kap, maar een stalen cabriodak had. Een niet te missen detail dat met licht gefronste wenkbrauwen werd ontvangen. Het was immers niet des BMW’s. Voorgaande generaties waren namelijk steevast uitgerust met een kap van canvas. Vanwaar nu ineens anders? Om conformistische redenen? Een opvouwbaar staaldak was immers op dat moment erg hot onder cabrioproducten en zodoende -kopers. Anno 2014 zijn de kaarten echter heel anders geschud. Een moderne, stoffen kap doet vandaag de dag niet onder voor een volledig stalen constructie. En mogelijk vanwege deze technologische ontwikkeling lijkt de hardtop gedurende de ‘zero’s van deze eeuw niets meer dan een hype te zijn geweest. Kijk alleen al naar de grootste concurrenten van BMW, Audi en Mercedes-Benz. Zowel in de A5 Cabriolet, E-klasse Cabriolet alsook bij de aanstormende C-klasse Cabriolet heb je stof boven je hoofd. Dit betekent niet per definitie dat BMW die rivaliserende merken moet volgen, maar als München over haar gehele cabriolijn of voor staal of voor stof had gekozen was dat logisch geweest, nu niet. Nu is de 4-serie Cabriolet de enige BMW en één van de zeer weinig recente gelanceerde cabrio’s zonder stoffen dak. Is het zodoende vreemd dat we ons achter de oren hebben gekrabd over het waarom BMW wél bij haar middenklasse-cabriolet vasthoudt aan een stalen klapdak? Nee toch.

“Het is weliswaar niet wat we van de gemiddelde BMW gewend zijn, maar we vermaken ons kostelijk.”

Optisch meer coupé

Wat is de gedachtegang van BMW om bij haar middenklasse-cabriolet vast te houden aan staal? Meer dan ‘de beste combinatie tussen vorm en functie’ als antwoord ontvangen we niet. Nogal kort door de bocht en daarbij: zijn de cabriovarianten van de 2- en 6-serie – met hun stoffen kap – dan niet perfecte combo’s? Au! Afijn, de 4-serie Cabriolet oogt meer dan zijn voorganger op zijn coupé-evenknie, dus BMW spreekt niet helemaal in luchtige talen. Het dak loopt vloeiender over in de rest van de carrosserie, daar waar de 3-serie Cabrio ogenschijnlijk nogal bol stond en het verschil tussen coupé en cabrio duidelijk te spotten viel. Nu is dat verschil minder makkelijk op te merken en bekruipt ons het gevoel dat dit wel eens voor een interne strijd zou kunnen zorgen. En dat is een opsteker voor de 4-serie Cabriolet ten opzichte van de erg geslaagd getekende 4-serie Coupé.

Relaxt cruisen

Een pre van een stalen klapdak is altijd een betere isolerende werking geweest. De 4-serie Cabriolet bewijst dat opnieuw, wanneer de regen in onze testperiode met bakken tegelijk naar beneden klettert. Op een zachtjes en gezellig getik na blijft het prettig stil binnenin, en daarmee overtuigt deze BMW zich als een echte 4-seizoenencabrio. Sowieso ontpopt de 4-Cabriolet zich tot een net even iets comfortabele auto dan de Coupé. De sportieve aura rond het merk BMW hebben de ondersteltechnici merkbaar iets laten vieren. Als Cabriolet mist het rijgedrag het scherpe randje dat de 4-Coupé wel heeft, al moet gezegd worden dat ons testexemplaar niet was uitgerust met de sportievere M-goodies als een sportonderstel of het adaptieve M-onderstel. Is dat storend? Welnee. Voorzien van de normale veren en dempers, maar wel rollend op grote 19 inch wielen met platte banden, is de 4-Cabrio misschien wel op z'n lekkerst. Een auto van dit kaliber, in het bijzonder een vierpersoons-cabriolet, leent zich niet zozeer voor snel bochtenwerk. Anders dan bij de Coupé vinden we de vrij lichte besturing dan ook prima en ook het toefje onderstuur waarop we de auto betrappen doet geen pijn. Het is weliswaar niet wat we van de gemiddelde BMW gewend zijn, maar we vermaken ons kostelijk.
De door Mercedes-Benz uitgevonden, zachtjes blazende nekverwarming, bij BMW Air Collar geheten, op standje kriebelen en het is zorgeloos cruisen in de 4-serie Cabriolet. Toch kan de auto – als 428i – ook best haastig gereden worden, als dat moet. Wanneer de aandrijflijn in Sport wordt gezet, zijn het gaspedaal en de viercilinderturbo behoorlijk innig met elkaar en laat het vertrouwde BMW-temperament zich meer gelden. Moeiteloos wordt de ruim 1.700 kilogram in beweging gebracht. De 245 paardenkrachten gaan niet onopgemerkt voorbij, maar toch vooral wanneer er op de snelheidsmeter wordt gekeken. De krachtopbouw van de '28i' is zo ontzettend lineair en de – in ons geval – achttraps automaat schakelt zo boterzacht, dat deze je amper laten weten dat het inmiddels behoorlijk hard gaat.

“Echt ontkomen doe je daar als cabriobouwer niet aan, maar je kunt er wel het beste van maken, dacht BMW.”

Slim bekeken

Vergezeld door een bijna zescilinder-achtige rasp zeilden we met alle gemak over enkele sierlijke binnenwegen die Nederland rijk is. Of we dat met het dak open of dicht deden scheelde 20 seconden. Zo lang heeft de 4-serie Cabriolet namelijk nodig om zijn dak te openen of te sluiten. Dit kan overigens tot 18 km/h, dus denk maar gerust dat het beter en veiliger is eventjes langs de weg stil te gaan staan om de zwanendans van de driedelige kap te laten voltooien. In stilstand valt er ook betere een blik te werpen op die aanvankelijk aparte beugels die over het dak lopen wanneer deze gesloten is. Fraai is anders, maar ze dienen wel degelijk een nuttig doel. De beugels vormen namelijk de verbinding tussen twee van de drie dakpanelen en vouwen netjes weg in het geheel wanneer de ogenschijnlijk enorm ingewikkelde dakconstructie in de achterbak verdwijnt.
Eenmaal opgevouwen blijft er niet bijster veel ruimte om spullen mee te nemen over. In theorie lijkt de opgegeven 370 liter nog best een toereikende hoeveelheid, in de praktijk pakt dat anders uit door opgevouwen mechniek. Echt ontkomen doe je daar als cabriobouwer niet aan, maar je kunt er wel het beste van maken, dacht BMW. Heel slim is dat de achterklep in z’n geheel en de (opgevouwen) dakpanelen enkele tientallen centimeters elektronisch zijn te liften, waardoor er een veel betere toegang tot de opgebleven bagageruimte wordt verschaft. Het proppen van een weekendtas – die zou moeten passen – in die doorgaans smalle doorgang is zodoende niet nodig. En het windscherm, die kan achter de achterbank opgeborgen worden zonder in de weg te zitten. Over de achterbank gesproken. Daar is het net iets beter toeven dan bij de 3-serie Cabriolet, dankzij een 5 centimeter langere wielbasis en 3 centimeter toegenomen interieurbreedte. Zelfs in gesloten toestand is de hoofdruimte nog alleraardigst zolang de achterpassagiers niet overdreven lang zijn. Een volwaardige 4-persoonscabrio dus, die 4-serie Cabriolet.

Dijk van een cabrio

Wat hebben we genoten van de 4-serie Cabriolet. Wat het model aan kenmerkende BMW-genen een beetje mist, maakt hij goed met zijn surplus aan ongedwongen geneugten. Omdat de 4-serie Cabriolet, vanwege een betere visuele integratie van het cabriodak zelfs op korte afstand net een 4-Coupé lijkt, kan kiezen tussen deze twee voor behoorlijke hoofdpijn zorgen. Tenminste, als het prijsverschil van dik tienduizend euro niet een gegeven is waarover je je zorgen maakt. Moet het per se een vierpersoons-cabriolet worden en mag die gerust 60 mille of meer kosten, dan heb je aan de BMW 4-serie Cabriolet een grandioze auto. Moet je misschien alleen dat stalen klapdak nog een plaatsje kunnen geven.
Redactie
Door Redactie

Voor jou geselecteerd

Wekelijks autoplezier in je mailbox?

  • ✓ Mis geen belangrijk autonieuws
  • ✓ Exclusieve verhalen alleen voor jou
  • ✓ Speciale kortingen en acties