Vernieuwde Jeep Compass
Met de grondig vernieuwde Compass maakt Jeep qua design een gigantische sprong voorwaarts. Het lelijke eendje uit het gamma van Jeep veranderde zowaar in een stoere SUV. Maar er was meer kritiek. De rij-eigenschappen waren matig, het interieur van zeer slechte kwaliteit en ook motorisch was de Compass geen uitblinker. Wij namen de Compass mee om te onderzoeken of de auto nu wel kans maakt op een succesvolle carrière.
Sinds zijn introductie in 2006 wist Jeep nog geen 500 exemplaren van de Compass in Nederland op kenteken te zetten. De eigenzinnig vormgegeven benjamin van het Jeep-gamma is daarmee een zeldzame verschijning gebleven. En dat terwijl Jeep met deze crossover-achtige auto juist voor een flinke verkoopstijging ging. De eerlijkheid gebied ons te zeggen dat we het wel kunnen begrijpen. Want van liefde op het eerste gezicht was bij de Compass bepaald geen sprake. De vele uitstulpingen en de mengelmoes van klassieke Jeep-kenmerken met een modern sausje raakten kant nog wal. Maar dat is veranderd! Jeep nam de kritiek ter harte en boetseerde een bijna compleet nieuw uiterlijk voor hun compacte SUV.
Grand Cherokee-looks
Het nieuwe front geeft de Compass een onmiskenbaar Jeep-gezicht waarbij de Grand Cherokee ter inspiratie werd genomen. En dat kan alleen maar als compliment worden gezien. Het kloeke front met de kenmerkende zevenslots grille straalt het karakter van een echte Jeep uit. Aan de achterzijde zien we een nieuwe bumper en andere lichtunits waarmee ook hier de uitstraling naar een hoger niveau werd getild. Gespoten in ‘Blackberry Pearl’ en geschoeid op 18 inch lichtmetaal komt de Compass zowaar chique over. Excentriek is de auto tegelijkertijd nog steeds. De rechthoekige wielkasten en eigenaardig vormgegeven spatborden domineren nog altijd de flanken. Je moet er van houden. De poging om de handgreep van de achterportieren weg te werken en daarmee een coupéachtige lijn te creëren – zoals Walter da Silva met succes deed bij onder meer de Alfa 147 en Seat Leon – begrijpen we echter nog steeds niet. Een Jeep is geen coupé. En zeker niet op de manier waarop de lompe deurgrepen vormgegeven werd. Wat zijn nieuwe uiterlijk eveneens niet kan verdoezelen zijn de vele afwerkingmissers. De naden tussen de voor- en achterportieren en de motorkap zijn opvallend groot en de bekleding van de spatborden zit ronduit slordig gemonteerd.
Au!
We winden er maar geen doekjes om, want kritiek hebben we helaas ook als we instappen. Allereerst stoot je je knieën al tegen een groot uitgevallen afdekkap onder het stuurwiel. Pijnlijk, maar vooral ook hinderlijk tijdens het rijden waar je diezelfde kap bij het remmen opnieuw tegenkomt. De enige oplossing is je zitpositie aanpassen, maar door het ontbreken van een diepte-instelling voor het stuurwiel kom je daarmee niet ideaal uit. De stoelen zitten dan wel weer prettig; zacht en comfortabel zijn ze. Veel zijdelingse steun bieden ze echter niet en het leer waarmee Jeep de stoelen bekleed verdiend al evenzo de schoonheidsprijs niet. Zelfs de Koreanen bieden tegenwoordig betere kwaliteit aan.
En dat is meteen ook het grote pijnpunt van deze Amerikaan. Jeep besloot, naar aanleiding van veel kritiek, ruim twee jaar geleden al een nieuw dashboard in de Compass te schroeven, maar echt veel beter werd het niet. Helaas kunnen wij ook bij deze jongste generatie niet spreken van een hoogwaardige kwaliteit. Op het eerste gezicht oogt het allemaal niet onaardig, zeker niet met het nieuwe stuurwiel, maar de harde kunststoffen worden in Europa niet meer geaccepteerd. Datzelfde geldt voor de hopeloos ouderwets ogende displays van de boordcomputer en het audiosysteem. Om nog maar te zwijgen over de knullige manier waarop de regensensor is gemonteerd en de vele rammeltjes en kraakjes die we hoorden tijdens het rijden. Alle goede bedoelingen van Jeep ten spijt, het interieur kan niet tippen aan de concurrentie. De afwerking is daarentegen wel netjes. Op een vreemd (scheef) gemonteerde knop van de 4WD-lock na sluiten de verschillende interieurpanelen keurig op elkaar aan.
Reizen
Op pad dan maar. We hebben een afwisselende route in het vooruitzicht waarbij snelwe
gen en mooie binnenwegen elkaar afwisselen. Het valt op dat de Compass zich verrassend goed thuis voelt als reisauto. Hij is comfortabel en grote bekerhouders en tal van vakjes bieden ruimte aan de noodzakelijke prullaria die je op reis bij je hebt. Wel jammer dat vooral op de snelweg de afrolgeluiden zo nadrukkelijk doordringen tot het interieur. De besturing is erg licht en ongevoelig, maar dat past wel bij het karakter van een Jeep. Natuurlijk, de concurrentie stuurt veel directer en met meer gevoel, maar dat is ook niet ieders smaak. Een logisch gevolg van dit karakter is dat de Compass ook in de bochten geen dynamisch gevoel weet op te roepen. Hij rolt over zijn lengteas, maar geeft anderzijds geen onvertrouwd gevoel.
CVT
In het vooronder van onze testauto ligt de 2.4 liter viercilinder benzinemotor. Ondanks een vermogen van 170 pk en koppel van 220 Nm betreft het geen hoogvlieger, maar voor wie een automaat wil het logische gevolg. De 156 pk en 190 Nm sterke 2.0 liter benzinemotor is namelijk enkel met een handbak leverbaar. En toch zouden wij daar zonder enige twijfel voor gaan. Qua prestaties is de 2.0 sowieso de betere keuze: hij is met 10,6 seconden nog net een tiende van een seconde sneller op 100 km/h en scoort vooral qua verbruik punten. De 2.4 gekoppeld aan de CVT verbruikt op papier 8,6 l/100 km terwijl de 2.0 met een liter minder genoegen neemt. In de praktijk zal het verbruik echter nog verder uit elkaar liggen. Mede door het hoogtoerige karakter van de CVT scoorden wij met de grootste moeite 1 op 10, maar in de praktijk zal het veelal rond de 1 op 8,5 liggen. Ook op dit onderdeel presteren alternatieve fabrikanten met hun modernere, veelal geblazen motorblokken aanzienlijk beter. Vervolgens komt daar nog bij dat een CVT gewoonweg niet de meest fijne transmissie in de omgang is. Dat ligt niet aan Jeep, maar aan de techniek van de traploze transmissie. Hij maakt enorm veel toeren, de motor schreeuwt het uit, maar van vooruitgang is amper sprake. Ook tussenacceleraties verlopen met een schel orkest aan motorlawaai. Afijn, zonder ermee gereden te hebben zegt ons gevoel dat de derde optie, de 2.1 liter dieselmotor met 163 pk, 320 Nm en handbak, absoluut de beste keuze in de Jeep Compass is: meer (trek)kracht, zelf schakelen, lager brandstofverbruik, meer rijplezier.
Prijs
Het zit de Jeep Compass niet mee. Want ondanks dat zijn uiterlijk er nu best mag zijn scoort hij qua interieur, aandrijflijn en verfijning onder de maat. En dan zit de prijs hem ook nog tegen. De goedkoopste Compass (2.0 Sport 2WD) kost minimaal € 26.950,- en is daarmee aanzienlijk duurder dan een groot deel van de concurrentie. Ons testmodel (2.4 Limited 4WD CVT) kost zelfs € 35.990,-. Dat zijn prijzen waarvoor je ook een complete Tiguan, Sportage of ix35 voor de deur kunt zetten. En dat zijn toch echt veel betere auto’s.
Resumé
Op voorhand waren we enthousiast over de Jeep Compass. De foto’s wekten de indruk dat Jeep een enorme sprong voorwaarts had gemaakt. En dat hebben de Amerikanen ook. Maar een sprong voorwaarts betekent niet meteen dat je ook op hoog niveau opereert. Dat is namelijk niet het geval. Buiten zijn stoere uitstraling heeft de Compass op geen enkel ander punt een streepje voor op zijn concurrenten. Hij lijkt te zijn blijven hangen in het verleden terwijl de concurrentie in razend tempo is doorontwikkeld. Het spijt ons Jeep, maar de Compass zal het zwarte schaap van de familie blijven en enkel de echte Jeep-fanaat zal zijn nukken kunnen accepteren.
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.