Citroën C4
Citroën (Nederland) verkocht in 2010 een kwart meer auto’s dan het jaar ervoor. Met 25.000 registraties eindigde het op de tiende plek van de beste presterende merken. Niet slecht, maar het kan beter. In beide jaren had de C4 namelijk slechts een gering aandeel. De nieuwe komt dus als geroepen.
Citroën staat synoniem voor “eigenzinnigheid”. We kennen het Franse merk van een duidelijke eigen wil en te varen koers, producten die anders zijn dan die van de rest. Dat is nog steeds zo, alleen legt Citroën de consument sinds kort twee keuzes voor: de C- of de DS-lijn. Kort uitgelegd komt het erop neer dat het eerste programma meer de traditie volgt en de andere de niche opzoekt. Met andere woorden in het geval van de Citroën in deze rij-impressie: de C4 koop je met je verstand, de nog te lanceren DS4 met je gevoel.
Discreet
Dat verschil in aantrekkingskracht wordt in eerste instantie overgedragen via het exterieur. Waar zijn alter ego enige ondeugd uitstraalt is de nieuwe Citroën C4 vooral erg braaf. Hij bevat niet meer de bravoure van de vorige generatie. Voorop prijkt dan nog wel parmantig de “double chevron” waar je maar moeilijk langsheen kunt kijken, en ook die ietwat neerslachtige en norse mimiek van het front is zeer Citroën, maar echt een opvallende verschijning tussen het gigantische veld C-segmentmodellen is de C4 niet meer. Van opzij hebben we zelfs ietwat moeite om er een Citroën in te herkennen en ook van achteren doet de nieuwe C4 tamelijk neutraal aan. Anoniem bijna. Dat is jammer, want het ietwat futuristische achterwerk van zijn voorganger konden we juist erg waarderen. Aan rariteiten heeft de C4 dus verloren. Daar staat tegenover dat de krachtige, gespierde lijnen de indruk wekken dat er meer auto per euro staat. De nieuwe C4 doet groter aan die ´ie is. Via meten-is-weten blijkt echter dat de buitenmaten gemiddeld zijn.
Ruimte
Feitelijk is de nieuwe Citroën C4 alleen in lengte toegenomen. De wielbasis bijvoorbeeld is op de millimeter exact gelijk gebleven. Echter verstand groeit met de jaren, zo ook bij Citroën wat een beter benutte interieurruimte bij de C4 oplevert. De opbergvakken in de portieren zijn praktisch groot en het dashboardkastje behoort tot de diepste die we ooit zijn tegengekomen. De kroon wordt gespannen door het compartiment verborgen in de middenconsole achter de pook. Het leent zich eigenlijk alleen voor grote voorwerpen, want kleine raak je er geheid in kwijt, zo gigantisch is het. De zitruimte is gemiddeld. Dat geldt niet voor het bagageruim. Dat is met 408 liter juist ongekend voor deze klasse. Even zoeken is het naar de meest prettige houding op de achterbank, de rugleuning staat namelijk zo goed als haaks op het zitvlak en de ondersteuning is typisch Frans, zacht dus. Comfortabel, zeker, echter ons achterste begon tijdens een lange rit na verloop van tijd toch wat bezwaar te maken met een zeurderige pijn. De stoelen doen dan wel weer volwassen groot aan waarin grotere personen ook voldoende steun vinden.
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.
Ontdek!
Binnenin compenseert Citroën het terughoudende van het exterieur. Het belangrijkste clusterpakket mag dan niet meer als voorheen op een ongebruikelijke plek – centraal bovenop het dashboard – zitten, de traditionele klokkenwinkel van de nieuwe C4 is zeer fraai vormgegeven. Links de digitale toerenteller, rechts de brandstofmeter en daartussenin de grote analoge snelheidsmeter met de naald aan de buitenrand in plaats van in het midden. Citroën is de gimmicks dus toch niet vergeten; het vergt gewoon wat meer ontdekken. Eigenlijk overbodig, en in het geval van de verschillende clignoteurjingles zelfs ergerniswekkend, is de mogelijkheid om het instrumentarium op eigen smaak te kunnen afstemmen. Bij de tellers kan dit per omranding afzonderlijk waardoor er diepte wordt gecreëerd. Wat betreft die mogelijke (irritante) knipperlichtjingles houden we het liever gewoon bij het klassieke ‘tik-tok-tik-tok’. De talloze bedieningsknoppen doen namelijk al onrustig genoeg aan. Vooral het stuurwiel, dat overigens weer een vast hart heeft, kent er nogal wat. De airbag zit er krapjes tussen zo lijkt. Vertel eens Citroën: is het echt essentieel dat men via het stuurwiel kan wisselen tussen dag- en nachtstand van het centrale display? Voor de gemiddelde automobilist merkwaardige beslissingen, maar een “Wow!” voor de Citrofiel. Waar we allen baat bij hebben is de enorme vooruitgang van de bouwkwaliteit. Mooie en op ooghoogte zachte materialen zijn een hele verbetering. Gepaard met rijke standaarduitrusting, de chique aankleding (vleugje chroom, niveau grafische displays) doet de Citroën C4 duurder aan dan je zou verwachten. Wie wil dit nu niet?
Naar verwachting
Voor je een hoepel van een stuur en in gedachten het stereotype rijgedrag van de Franse auto schept bepaalde verwachtingen wat betreft het rijgedrag, En de nieuwe C4 stelt je daarin niet teleur. Het veergedrag is zeer comfortabel, op het extreme af. Dit blijkt ook wel bij (stevig) remmen. Los van de weinig doceerbare remmen duikt de neus met een smak richting het asfalt om daarna weer kalmpjes in rustpositie te keren. Met daarnaast een lichte en indirecte besturing ontstond er de eerste keer een lichte ontsteltenis over wat er ging gebeuren. Kilometers later blijkt dat de C4 helemaal niet wantrouwig is, hij is gewoonweg meer van het kalme en vraagt je hiermee met respect om te gaan. Kopers beseffen dit gegarandeerd en nemen het in acht.
ErGerniS
De C4 met elektronische EGS-versnellingsbak vraagt wel om enig advies: laat hem alstublieft links liggen! Wisselen van verzet gaat zo tergend traag – waarbij de auto indertussen luttele seconden inhoudt – dat je als bestuurder de indruk wekt nog aan het lessen te zijn voor het roze papiertje. Beschamend voor jou, ergerniswekkend voor de medeweggebruiker. Zelf schakelen via de peddels achter het stuurwiel kan, maar lost niets op. Nogmaals, vergeet de EGS-modellen, Citroën biedt voldoende alternatieve aandrijflijnen die zonder enige twijfel wel het C4-rijplezier bieden. Spijtig is dat je dan niet kunt kiezen voor de 1.6 e-HDi (enkel als EGS) want dat is an sich best een prettige motorisering. De dieselmotor pakt lekker op en met 122 pk en 270 Nm is ´ie (eenmaal het hoogste verzet bereikt) vlot genoeg om op te schieten. In 11,2 seconden snelt de C4 1.6 e-HDI naar de 100 km/h. De topsnelheid zou op 190 km/h liggen, maar dat hebben we niet uitgeprobeerd vanwege de tegenwerkende weer- en rijomstandigheden. Dat het testverbruik van 5,3 l /100 km achterblijft op de fabrieksopgave is zodoende best te verklaren. Bijkomend gevolg is dat het start/stop-systeem tijdens koude temperaturen nauwelijks in werking treedt. Aan CO2 stoot de 1.6 e-HDi 109 g/km uit waarmee de motorisering in de bijtellingklasse van 20% valt bij zakelijk gebruik.
Conclusie
Laat de EGS-modellen voor wat ze zijn! Dat is de belangrijkste tip die wij kunnen geven na een weekje sturen met de nieuwe Citroën C4. Ze halen het niveau van de C4 aanzienlijk naar beneden terwijl de Fransoos zeker kwaliteiten bevat. De auto is ruim, praktisch ingesteld, aangenaam in de uitrusting, steekt goed in elkaar en bediend de liefhebber van een kalme rijstijl op zijn wenken. Een Citroën in hart en nieren. Puristen, zeker Citrofielen, zullen weliswaar een traantje laten dat het design niet meer opzien baart als voorheen, maar daarvoor in de plaats heeft Citroën binnenkort de DS4. Het komt er zodoende op neer dat de C4, los van de elektronische transmissie, eigenlijk alleen niets echt fout doet. Mission accomplie!
De zekerheid van Univé: uitstekende service en altijd een gunstige premie.